ECLI:NL:OGEAA:2017:829

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
18 oktober 2017
Publicatiedatum
23 oktober 2017
Zaaknummer
K.G. 1975 van 2017 / AUA201702348
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding over kennelijk onredelijk ontslag van een kleuterleidster door stichting voor protestants christelijk onderwijs

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, vorderde de eiseres, een kleuterleidster, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon na een ontslag door haar werkgever, de Stichting Protestants Christelijk Onderwijs Aruba (SPCOA). De eiseres, die sinds 2010 in dienst was, had te maken met terugkerende gezondheidsproblemen, wat leidde tot een aantal dagen arbeidsongeschiktheid. SPCOA had haar arbeidsovereenkomst opgezegd per 1 december 2017, met als reden haar gezondheidstoestand en de impact daarvan op de continuïteit van het onderwijs. De eiseres betwistte de rechtmatigheid van het ontslag en stelde dat dit kennelijk onredelijk was.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseres niet voldoende had aangetoond dat het ontslag op een valse reden berustte. De rechter concludeerde dat het ontslag mede was gebaseerd op de gezondheidstoestand van de eiseres en dat er geen sprake was van een voorgewende reden. De rechter wees erop dat de eiseres niet had meegewerkt aan een medische keuring, wat haar positie verzwakte. Bovendien was het niet aannemelijk dat de bodemrechter zou oordelen dat het ontslag kennelijk onredelijk was, gezien de omstandigheden en de eerdere afwezigheid van de eiseres.

Uiteindelijk wees de rechter de vorderingen van de eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten van SPCOA. Dit vonnis werd uitgesproken op 18 oktober 2017 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Behorend bij K.G. 1975 van 2017 / AUA201702348.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiseres],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. J.A.R. Bryson,
tegen:
de stichting
STICHTING PROTESTANTS CHRISTELIJK ONDERWIJS ARUBA S.P.C.O.A.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: SPCOA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes.

DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de pleitnota van [eiseres];
- de pleitnota van SPCOA;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 28 september 2017.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
[eiseres], geboren in 1968, is op 1 augustus 2010 in dienst getreden van SPCOA als kleuterleidster. Sinds 2015 werkt zij bij de [naam kleuterschool].
2.2
[eiseres] kampt met regelmatig terugkerende gezondheidsproblemen. Daarover is regelmatig overleg gepleegd tussen [eiseres] en SPCOA. SPCOA heeft naar oplossingen gezocht maar die waren voor [eiseres] niet haal- en/of aanvaardbaar.
2.3
Bij bericht van 16 augustus 2017 heeft SPCOA de arbeidsovereenkomst met [eiseres] opgezegd tegen 1 december 2017.
2.4
De tekst van de mededeling luidt voor zover van belang:
U bent in het schooljaar 2015-2016 207 dagen arbeidsongeschikt geweest. In het schooljaar 2016-2017 waren dat 46 dagen. Deze ongeschiktheid, zo gaf u bij herhaling aan, vindt mede zijn oorzaak in cardiologische problemen en psychische/werkdruk problemen waaraan u lijdt.Uw veelvuldige afwezigheid trekt een zware wissel op de continuïteit van het onderwijs en daarbij behorende verantwoordelijkheden. Cliënte is er alles aan gelegen te voorkomen dat u andermaal regelmatig afwezig zou zijn en heeft cliënte daarom voorgesteld u een jaar lang, andere lichtere werkzaamheden te geven. Nadat het takenpakket daarvan door u te licht werd bevonden heeft cliënte het takenpakket wederom gewogen en u een iets zwaarder pakket aangeboden maar nog altijd zodanig dat u voldoende tijd krijgt om rustig en zonder werkdruk volledig te herstellen waarna bij volledig herstel u andermaal uw oude functie zou kunnen worden aangeboden.Om zich ervan te overtuigen dat uw gezondheid u volledig in staat stelt het takenpakket van leerkracht uit te oefenen heeft cliënte in het overleg met u er op aangedrongen dat u zich aan een medische arbeidsgeschiktheidskeuring uit te voeren door […] zal onderwerpen (zie ECLI:NL:OGEAA:2017:2). U heeft dit na overleg met uw raadsvrouw, en nadat u ervan op de hoogte bent gesteld dat cliënte bij het niet bereiken van overeenstemming omtrent deze medische keuring, geen andere weg zou resten dan die van een beëindiging van het dienstverband, ervoor gekozen om aan de door cliënte gevraagde keuring niet mee te werken.U bent ervan op de hoogte dat cliënte inmiddels een andere leerkracht heeft aangetrokken voor het aanstaande schooljaar 2017/2018.Gelet op uw weigering mee te werken aan een medische keuring door [...] ziet cliënte zich genoodzaakt het dienstverband te beëindigen met in acht neming van een opzegtermijn van 2 maanden ex art. 1615i BW zulks tegen 1 december a.s.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
[eiseres] vordert uitvoerbaar bij voorraad kort gezegd, wedertewerkstelling en doorbetaling van loon, met veroordeling van SPCOA tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
[eiseres] grondt de vordering erop dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat sprake is van kennelijk onredelijk ontslag met veroordeling van SPCOA tot herstel van de dienstbetrekking.
3.3
SPCOA voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van [eiseres] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Door [eiseres] is niet aangevoerd dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst berust op een valse reden. Getoetst moet dus worden of het ontslag is gebaseerd op een voorgewende reden, in de omstandigheden van het geval op een andere grond kennelijk onredelijk is dan wel de gevolgen daarvan te ernstig zijn in vergelijking met het belang van SPCOA bij opzegging van het dienstverband van [eiseres]. De stelplicht daarvoor ligt bij [eiseres].
Gegeven de vordering gaat het daarbij bovendien om twee dingen: [eiseres] moet weer tewerkgesteld worden - naar de voorzieningenrechter aanneemt in haar functie van kleuterleidster - en haar loon moet worden doorbetaald – naar de voorzieningenrechter aanneemt na het verstrijken van de opzegtermijn op 1 december 2017. Niet aan de orde is dus een vordering tot het betalen van een voorschot op een eventuele billijke schadevergoeding.
4.2
Anders dan [eiseres] kennelijk meent is het ontslag mede gebaseerd op haar gezondheidstoestand. Dat blijkt afdoende uit de hiervoor geciteerde ontslagbrief. De blijvende problematiek rond de gezondheidstoestand van [eiseres] wordt immers gekoppeld aan haar onwil om alternatief werk te aanvaarden en zich door [...] medisch te laten onderzoeken. Van een voorgewende reden zoals [eiseres] in haar inleidend verzoek onder 19 stelt is geen sprake.
4.3
Met betrekking tot de toetsing aan het zogeheten ‘gevolgencriterium’ heeft [eiseres] niets concreets aangevoerd. Uit het dossier blijkt dat zij aan astma lijdt en “anxiety-attacks” heeft, maar die worden kennelijk veroorzaakt door stress bij de uitoefening van haar functie bij SPCOA. Verder is [eiseres] geboren in1968. Die omstandigheden brengen, zonder nadere toelichting, niet met zich mee dat in kort geding aannemelijk is, dat de gevolgen van het ontslag voor [eiseres] verhoudingsgewijs zo ernstig zijn dat het kennelijk onredelijk is.
4.4
Volgens [eiseres] is zij ziek geworden door het werken in een beschimmelde “trailer”, naar de voorzieningenrechter begrijpt een soort noodlokaal. [eiseres] is het niet eens met de manier waarop SPCOA met haar gezondheidsklachten is omgesprongen, acht het alternatief aangeboden werk niet passend en is van mening dat zij niet gehouden is om mee te werken aan een medische keuring door [...] in plaats van keuring door een arts van de […].
4.5
Ook deze omstandigheden brengen niet met zich mee dat aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat het ontslag niet alleen kennelijk onredelijk is maar die onredelijkheid bovendien alleen geredresseerd kan worden door herstel van de dienstbetrekking.
Daarbij overweegt de voorzieningenrechter, dat SPCOA inmiddels een nieuwe kleuterleidster heeft aangetrokken en zij, als gesubsidieerde instelling, geen formatieplaats heeft voor nog een kleuterleidster. Onvoldoende aannemelijk is verder dat [eiseres] probleemloos aan het werk zou kunnen als haar maar een ander (schoon) leslokaal zou worden toegewezen. Er lijkt, mede op grond van de overgelegde medische rapporten, meer aan de hand in de werkrelatie tussen [eiseres] en SPCOA. SPCOA mag er daarom vanuit gaan dat [eiseres] zich na werkhervatting weer meermaals en, zoals in het verleden, doorgaans of vaak op het laatst mogelijke moment ziek zal gaan melden, ook al zou zij haar werk in een ander leslokaal doen. Dat de aangeboden alternatieve functies zodanig niet-passend waren dat [eiseres] die mocht weigeren maar toch met succes wedertewerkstelling kan vorderen is onvoldoende gebleken. Ten slotte kan er in kort geding ook niet vanuit worden gegaan dat [eiseres], in het licht van de criteria voor goed werknemerschap, mocht blijven weigeren om zich te laten keuren door [...]. De reden waarom [eiseres] dat geweigerd heeft, namelijk dat wettelijk die taak aan de [...] zou zijn opgedragen en zij van beslissingen in dat geval in beroep kon gaan, overtuigt voorlopig niet voldoende. Door die houding heeft [eiseres], naar voorlopig oordeel van het gerecht, zich onvoldoende ingespannen om mee te werken aan haar herstel, althans naar een onderzoek naar haar arbeidsbelastbaarheid. Of de [...] dergelijke keuringen ook verricht voor werknemers die volgens de [...] arbeidsgeschikt zijn moet in kort geding in het midden blijven. Het is in ieder geval door [eiseres] nog niet voldoende overtuigend aannemelijk gemaakt.
4.6
Voorgaande betekent dat de vorderingen zullen worden afgewezen. De andere stellingen en verweren hoeven niet meer te worden besproken. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [eiseres] de proceskosten van SPCOA moeten vergoeden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van SPCOA worden begroot op Afl. 1.500, aan salaris van de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 18 oktober 2017 in aanwezigheid van de griffier.