ECLI:NL:OGEAA:2017:844
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Weigering afgifte verklaring omtrent gedrag in verband met openstaande strafzaak
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 23 oktober 2017 uitspraak gedaan op een klaagschrift van een klager die verzocht om afgifte van een verklaring omtrent zijn gedrag. De klager, die in Aruba woont, had deze verklaring nodig voor een functie als casino cage supervisor bij Marriott Hotel. De aangewezen ambtenaar had eerder, op 3 augustus 2017, het verzoek om afgifte van de verklaring afgewezen, omdat er bezwaren waren tegen de klager, die een openstaande strafzaak had. De klager was verdacht van opzettelijk handelen in strijd met de Landsverordening Verdovende Middelen en de Vuurwapenverordening, en had 118 dagen in voorlopige hechtenis gezeten.
Tijdens de behandeling van de zaak op 25 september 2017 heeft de klager betoogd dat de afwijzing van zijn verzoek grote financiële gevolgen voor hem zou hebben, omdat hij zijn schulden niet kan aflossen en het moeilijk is om een andere baan te vinden. De rechter heeft echter geoordeeld dat de aangewezen ambtenaar op goede gronden heeft geweigerd de verklaring af te geven, gezien de aard en ernst van de feiten en het voornemen van de officier van justitie om de klager op korte termijn te dagvaarden. De rechter benadrukte dat de functie waarvoor de klager de verklaring nodig had, een hoge mate van verantwoordelijkheid en betrouwbaarheid vereist, en dat zowel de werkgever als de bezoekers van het casino op de integriteit van de klager moeten kunnen vertrouwen.
Uiteindelijk heeft de rechter de klacht van de klager ongegrond verklaard, en deze beslissing werd genomen door mr. M.E.B. de Haseth. Tegen deze beschikking staat geen hoger beroep open, zoals bepaald in artikel 28, derde lid, van de Landsverordening justitiële documentatie en op de verklaringen omtrent het gedrag.