ECLI:NL:OGEAA:2017:862

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 november 2017
Publicatiedatum
9 november 2017
Zaaknummer
A.R. no. 350 van 2016/AUA201600868
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldvordering tussen GASA INC. N.V. en PANADERIA MODERNA & HORECA N.V.

In deze civiele zaak, uitgesproken door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 1 november 2017, staat de schuldvordering van GASA INC. N.V. (hierna: Gasa) tegen PANADERIA MODERNA & HORECA N.V. (hierna: Moderna) centraal. Gasa, vertegenwoordigd door de advocaten I.R. Wever en A.M.N. Thijsen, vordert een bedrag van Afl. 4.222,95 van Moderna, die wordt bijgestaan door advocaat M.D. Tromp. De procedure is voortgevloeid uit een tussenvonnis van 14 juni 2017, waarin het Gerecht reeds enkele overwegingen en beslissingen had neergelegd. Gasa heeft in deze procedure getuigenbewijs aangeboden, maar het Gerecht heeft dit als tardief en niet in overeenstemming met de goede procesorde gepasseerd.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat Moderna, ondanks de gelegenheid om een herberekening uit te voeren, dit niet heeft gedaan en eigenmachtig een berekening heeft uitgevoerd die niet in overeenstemming was met het tussenvonnis. Hierdoor heeft Moderna de vordering van Gasa onvoldoende onderbouwd bestreden. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Moderna Afl. 4.222,95 verschuldigd is aan Gasa, en heeft de vordering van Gasa toegewezen, met inachtneming van de relevante bepalingen van het Burgerlijk Wetboek.

Daarnaast heeft het Gerecht het beroep van Moderna op artikel 6:89 BW ongegrond verklaard, omdat niet is aangetoond dat Moderna door het te laat protesteren door Gasa benadeeld is. De gevorderde administratiekosten van Gasa zijn afgewezen, omdat deze in strijd zijn met de goede zeden en de openbare orde. Tot slot heeft het Gerecht de proceskosten gecompenseerd, zodat ieder van de partijen de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 1 november 2017
behorend bij A.R. no. 350 van 2016/AUA201600868
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
GASA INC. N.V.,
h.o.d.n.
GASA INTERNATIONAL,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Gasa,
gemachtigden: de advocaten mrs. I.R. Wever en A.M.N. Thijsen,
tegen:
de naamloze vennootschap
PANADERIA MODERNA & HORECA N.V.,
h.o.d.n.
PANADERIA MODERNA,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Moderna,
gemachtigde: de advocaat mr. M.D. Tromp.

1.HET PROCESVERLOOP

1.1
Het procesverloop tot 14 juni 2017 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-de akte houdende uitlatingen van Moderna, met producties;
-de op 20 september 2017 genomen antwoordakte van Gasa.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen. Het alsnog aanbieden door Gasa van door getuigen te leveren bewijs met betrekking tot in het tussenvonnis reeds besproken en afgekaarte kwesties wordt als zijnde tardief en/of niet in overeenstemming met de goede procesorde gepasseerd.
2.2
Moderna is krachtens het tussenvonnis in de gelegenheid gesteld om een herberekening uit te voeren en over te leggen in de zin van en overeenkomstig het vermelde onder 3.4 van dat vonnis. Moderna heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt, nu zij eigenmachtig en in strijd met het tussenvonnis die berekening heeft uitgevoerd op grond van beweerdelijke alsnog door Moderna achterhaalde prijsafspraken tussen partijen. Die door Moderna uitgevoerde herberekening laat het Gerecht daarom buiten beschouwing. Gevolg daarvan is dat Moderna de vordering en de daaraan ten gronde gelegde stellingen van Gasa onvoldoende onderbouwd nader heeft bestreden.
2.3
Met inachtneming van hetgeen in het tussenvonnis is overwogen onder 3.5 en 3.6. komt aldus vast te staan dat Moderna (Afl. 11.638,57 minus Afl. 1.151,03 (meubilair factuur 10588) minus Afl. 6.206,29 (factuur 12613) minus Afl. 58,30 (620 zakken in plaats van 631 zakken; factuur 12579)) Afl. 4.222,95 verschuldigd is aan Gasa. In zoverre zal de vordering van Gasa worden toegewezen, waarbij het volgende heeft te gelden.
2.4
Het beroep van Moderna op het bepaalde in artikel 6:89 BW is ongegrond, nu niet is gebleken dat Moderna door te laat protesteren zijdens Gasa zodanig is benadeeld dat zij niet of onvoldoende in staat is/was om zich te kunnen verdedigen tegen het door Gasa gestelde en gevorderde. Het enkele niet langer kunnen controleren van de door Gasa bij Moderna afgeleverde vrachten brengt zonder nadere uitleg - die ontbreekt - nog niet met zich dat sprake is van dergelijk nadeel.
2.5
De krachtens haar algemene voorwaarden door Gasa gevorderde administratiekosten ad 1% maandelijks over het verschuldigde zal worden afgewezen. De vergoeding voor die kosten heeft te gelden als een (boete)rente, die met zich brengt dat de overeengekomen rente de facto 2,5% maandelijks bedraagt, hetgeen het maximaal door dit Gerecht aanvaardbare rentepercentage van 1,5 maandelijks met 1% overschrijdt. Het meerdere dan 1,5% maandelijks is nietig als zijnde in strijd met de goede zeden en/of de openbare orde. Nu Gasa geen ingangsdatum van de overeengekomen rente heeft gesteld, zal het Gerecht dienaangaande de datum van indiening van het inleidend verzoekschrift, te weten 22 februari 2016, in aanmerking nemen.
2.6
In de omstandigheid dat partijen over en weer in het (on)gelijk zijn gesteld ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt Moderna om aan Gasa te betalen Afl. 4.222,95, te vermeerderen met 1,5% aan overeengekomen maandelijkse rente gerekend vanaf 22 februari 2016 tot aan de dag der algehele voldoening;
-verklaart voormelde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
-compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 1 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.