Uitspraak
1.DE PROCEDURE
DE FEITEN EN OMSTANDIGHEDEN
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak heeft de verzoeker, een werknemer, een verzoek ingediend tegen zijn werkgever, Van den Broek Construction Labor & Cleaning, wegens het niet betalen van zijn salaris. De werknemer was sinds 19 september 2005 in dienst en ontving een uurloon van Afl. 16,00. Vanaf 1 november 2016 heeft de werkgever echter het salaris niet meer uitbetaald. Ondanks herhaalde aanmaningen van de werknemer om het salaris te voldoen, heeft de werkgever hier niet op gereageerd. Op 6 februari 2017 heeft de werknemer ontslag op staande voet genomen vanwege de niet-betaling van zijn salaris.
De werknemer verzocht de rechter om de werkgever te veroordelen tot betaling van Afl. 32.580,00, bestaande uit achterstallig salaris, vertragingsrente, loon over de opzegtermijn en cessantia. De werkgever erkende enige achterstand in salaris, maar betwistte de dringende reden voor ontslag op staande voet en stelde dat zij geen loon over de opzegtermijn en cessantia verschuldigd was. De rechter heeft vastgesteld dat de werkgever inderdaad in gebreke was met de salarisbetalingen en dat dit een dringende reden voor ontslag op staande voet opleverde.
De rechter oordeelde dat de werknemer recht had op het achterstallige salaris, het loon over de opzegtermijn en de cessantia. De totale vordering van de werknemer werd vastgesteld op Afl. 18.080,00 bruto, plus Afl. 2.592,00 netto aan vertragingsrente. De werkgever werd veroordeeld in de kosten van de procedure. De beschikking werd uitgesproken op 31 oktober 2017 door rechter Y.M. Vanwersch.