ECLI:NL:OGEAA:2017:877

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 november 2017
Publicatiedatum
13 november 2017
Zaaknummer
EJ nr. 504 van 2017 / AUA201701768
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om gezag, omgang en kinderalimentatie in een familiezakenprocedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de vader een verzoek ingediend met betrekking tot gezag, omgang en kinderalimentatie voor zijn minderjarige dochter. De procedure is voortgevloeid uit een eerdere beschikking van 16 mei 2017. Tijdens de mondelinge behandeling op 26 september 2017 zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun advocaten, en was de Voogdijraad vertegenwoordigd door mevrouwen A. Flanders, C.M. Bontekoe en S. Figaroa.

Het gerecht heeft vastgesteld dat de relatie tussen de ouders nog steeds problematisch is, met hoge spanningen en een gebrek aan communicatie. De Voogdijraad heeft in zijn rapport van 21 augustus 2017 aangegeven dat het gezamenlijk ouderlijk gezag een onaanvaardbaar risico voor de ontwikkeling van de minderjarige met zich meebrengt. De ouders hebben aangegeven bereid te zijn om professionele begeleiding te volgen, maar hebben geen concrete stappen ondernomen. Daarom heeft het gerecht het verzoek van de vader om gezamenlijk gezag afgewezen.

Wat betreft de omgangsregeling heeft het gerecht besloten om de regeling, zoals voorgesteld door de Voogdijraad, vast te stellen. De vader zal de minderjarige op bepaalde dagen na school ophalen en terugbrengen naar de moeder. Daarnaast is er een voorlopige bijdrage van Afl. 350,- per maand voor de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige vastgesteld, die door de vader moet worden betaald aan de Voogdijraad. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door rechter W.J. Noordhuizen op 7 november 2017.

Uitspraak

Beschikking van 7 november 2017
Behorend bij EJ nr. 504 van 2017 / AUA201701768
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. C.H. Lejuez,
tegen
[naam moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. G.L. Griffith.
Belanghebbende:
[naam minderjarige], de minderjarige.

1.DE VERDERE PROCEDURE

Voor het eerdere verloop van de procedure wordt verwezen naar de beschikking d.d. 16 mei 2017. Het verloop van de verdere procedure blijkt uit:
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 28 augustus 2017,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 26 september 2017, waaruit blijkt dat beide partijen zijn verschenen bijgestaan door hun gemachtigden. Namens de Voogdijraad waren aanwezig de mevrouwen A. Flanders, C.M. Bontekoe en S. Figaroa.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Het gerecht constateert, mede aan de hand van het rapport van de Voogdijraad van 21 augustus 2017 en het verhandelde ter zitting, dat de verhouding tussen de ouders nog slecht is. De scheiding is recent en de spanningen tussen de ouders zijn nog hoog. Zij blijken nog niet in staat te zijn om met elkaar te kunnen communiceren omtrent aangelegenheden met betrekking tot de minderjarige. De ouders zijn ook niet in staat om in onderling overleg beslissingen te nemen in het belang van de minderjarige. De ontwikkeling van de minderjarige dreigt klem te raken indien de ouders het gezamenlijk ouderlijk gezag gaan uitoefenen, aldus de Voogdijraad. De ouders hebben ter zitting verklaard bereid te zijn om in een vrijwillig kader professionele begeleiding te volgen teneinde hun communicatie te verbeteren, maar hebben geen concrete stappen ondernomen om dit te bewerkstelligen.
2.2
Gelet hierop acht het gerecht het niet reëel te veronderstellen dat partijen op dit moment in gezamenlijk overleg beslissingen van enig belang over de minderjarige kunnen gaan nemen. Het gerecht is dan ook van oordeel dat onder genoemde omstandigheden er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarige bij gezamenlijk gezag klem of verloren zal raken. Niet te verwachten is dat in deze omstandigheden binnen afzienbare tijd voldoende verbetering komt. Het verzoek van de vader zal dan ook worden afgewezen.
Omgang
2.3
De dochter en de niet met het gezag belaste ouder, hebben in beginsel recht op omgang met elkaar. De Voogdijraad heeft in zijn rapport van 21 augustus 2017 een omgangsregeling tussen vader en de dochter voorgesteld.
2.4
Het gerecht zal conform het voorstel van de Voogdijraad de omgangsregeling tussen de vader en de dochter als hieronder aangegeven, vaststellen.
Kinderalimentatie
2.5
Bij tussenbeschikking van dit gerecht van 16 mei 2017 is bepaald dat de vader voorlopig een bedrag van Afl. 350,- zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige en dat het definitief bedrag aan kinderalimentatie bij de voortzetting behandeling aan de orde zou worden gesteld. Ter zitting heeft de moeder zich daartegen niet (meer) verzet, zodat het verzoek voor toewijzing gereed ligt.
2.6
De proceskosten in deze procedure zullen worden gecompenseerd.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
wijst het verzoek tot het bepalen dat beide ouders met de ouderlijke macht zijn belast af;
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba, als volgt:
- fase 1: donderdagmiddag, waarbij de vader de minderjarige na school ophaalt en 18:00 uur bij de moeder afzet,
- fase 2: woensdag- en donderdagmiddag, waarbij de vader de minderjarige na school ophaalt en 18:00 uur bij de moeder afzet,
- fase 3: woensdagmiddag tot en met vrijdagochtend, waarbij de minderjarige bij de vader blijft overnachten en vader de minderjarige woensdag na school ophaalt en vrijdagochtend op school afzet.
bepaalt de bijdrage van [naam vader] in de kosten van verzorging en opvoeding van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] in Aruba, op Afl. 350,- per maand, telkens bij vooruitbetaling aan de Voogdijraad te voldoen, ingaande heden,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de kosten aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, ter zitting van 7 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.