ECLI:NL:OGEAA:2017:891

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 november 2017
Publicatiedatum
14 november 2017
Zaaknummer
A.R. 715 van 2017 / AUA201700467
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident tot zekerheidstelling in civiele procedure tussen eiser en Wesley Development Corporation N.V.

Op 8 november 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een vonnis gewezen in een incident tot zekerheidstelling in een civiele procedure. Eiser, woonachtig in de Dominicaanse Republiek, heeft een vordering ingesteld tegen Wesley Development Corporation N.V., een naamloze vennootschap gevestigd in Aruba. Eiser vordert onder andere de levering van een condominium en heeft verzocht om uitvoerbaarheid bij voorraad. Wesley heeft echter gesteld dat eiser als vreemdeling in de zin van artikel 122 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) wordt beschouwd, en dat er geen verdrag bestaat tussen Aruba en de Dominicaanse Republiek dat vrijstelling van zekerheidstelling regelt. Wesley heeft daarom verzocht om eiser te veroordelen tot het stellen van zekerheid voor de betaling van kosten, schade en rente.

De rechter heeft geoordeeld dat eiser inderdaad vreemdeling is en gehouden is om zekerheid te stellen. De vordering van Wesley is toegewezen, en eiser is veroordeeld om binnen twee weken na de datum van het vonnis een bedrag van Afl. 9.000,- te storten ter griffie of middels een bankgarantie. De beslissing over de proceskosten is aangehouden tot de hoofdzaak. De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze is gebleven, en de zaak is verwezen naar de rol van 22 november 2017 voor uitlating over de zekerheidstelling door eiser of Wesley.

Dit vonnis is uitgesproken door mr. W.J. Noordhuizen in aanwezigheid van de griffier tijdens de openbare terechtzitting.

Uitspraak

Vonnis van 8 november 2017
Behorend bij A.R. 715 van 2017 / AUA201700467
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident tot zekerheidstelling in de zaak van:
Eiser,
te de Dominicaanse Republiek,
hierna te noemen: [eiser],
gemachtigden: de advocaten mrs. I.R. Wever en A.A. Ruiz,
tegen:
de naamloze vennootschap
WESLEY DEVELOPMENT CORPORATION N.V.,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: Wesley,
gemachtigden: de advocaten mrs. G.B. Wever en D. Ormel.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het inleidende verzoekschrift;
  • de incidentele conclusie tot zekerheidstelling tevens conclusie van antwoord in conventie en verzoek tot overlegging van bescheiden;
  • mondeling ter zitting genomen conclusie van antwoord in het incident waarbij eiser zich aan het oordeel van het gerecht refereert.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VASTSTAANDE FEITEiser is woonachtig in de Dominicaanse Republiek.

3.DE VORDERING EN HET VERWEER

3.1 [
[eiser] vordert in de hoofdzaak – kort gezegd – uitvoerbaar bij voorraad veroordeling c.q. te gelasten om binnen twee weken na de betekening van de vonnis aan eiser het condominium Las Islas appartement nr. 3 te Palm Beach te leveren, althans mee te werken aan de levering daarvan op straffe van een dwangsom van Afl. 2.000,- per dag of gedeelte ervan tot een maximum van Afl. 500.000,-en/of na het bereiken van het maximum het vonnis in de plaats te stellen van de ontbrekende wilsverklaring van gedaagde tot het leveren, met machtiging van eiser of een onzijdige persoon om namens de akte te doen opmaken conform koopovereenkomst 11 november 2013, kosten rechtens.
3.2
Wesley heeft gesteld dat [eiser] vreemdeling in de zin van art. 122 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv.) is terwijl tussen Aruba en het land van domicilie van [eiser] geen verdrag geldt waardoor vrijstelling van zekerheidstelling is geregeld. Wesley vraagt in verband daarmee [eiser] te veroordelen tot het stellen van zekerheid voor de betaling van kosten, schade en intresten waartoe Wesley zou kunnen worden veroordeeld.
3.3 [
[eiser] refereert zich aan het oordeel van het gerecht.

4.DE BEOORDELING

in het incident
4.1 [
[eiser] heeft de nationaliteit van de Dominicaanse Republiek en is daar woonachtig en derhalve vreemdeling in de zin van art. 122 Rv. zodat deze gehouden is zekerheid te stellen voor de betaling van kosten, schade en interest in welke hij verwezen zouden kunnen worden. Van een verdrag op grond waarvan [eiser] van deze verplichting vrijgesteld zou kunnen worden is niet gebleken. Niet gebleken is dat één van de overige omstandigheden als bedoeld in het tweede lid van voormeld artikel zich voordoet. Dat brengt mee dat de vordering voor toewijzing in aanmerking komt.
4.2
Gelet op de aard en omvang van de vordering in de hoofdzaak is tarief 8 van het Liquidatietarief van toepassing, met een bedrag van Afl. 3.000, per punt en een maximum van 3 punten. Het gerecht ziet geen aanleiding reeds nu met een of meer punten liquidatietarief rekeningen te houden wegens mogelijke getuigenverhoren en/of nadere conclusies buiten de gebruikelijke conclusies van antwoord en dupliek. Wel zal het gerecht reeds rekening houden met een extra punt voor de conclusie in dit incident.
4.3
De beslissing over de proceskosten van dit incident wordt aangehouden tot in te hoofdzaak wordt beslist.
in de hoofdzaak
4.5
De hoofdzaak zal worden voortgezet in de stand waarin deze is gebleven.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident
veroordeelt [eiser] om binnen twee weken na de datum waarop dit vonnis is gewezen zekerheid te stellen voor de betaling van de kosten, schade en interesten in welke [eiser] ten behoeve van het Wesley kan worden veroordeeld;
bepaalt het bedrag van die zekerheid op Afl. 9.000,;
bepaalt dat deze zekerheid middels storting van dat bedrag ter griffie van dit gerecht, dan wel middels een door een te Aruba gevestigde bank uitgegeven bankgarantie ten genoege van [eiser] kan worden gesteld;
verstaat dat indien [eiser] niet of niet tijdig gevolg geeft aan de bevolen zekerheidstelling, Wesley niet gehouden is tot het voeren van verweer en [eiser] in de hoofdzaak niet-ontvankelijk zal worden verklaard;
houdt de beslissing over de proceskosten van dit incident aan tot in de hoofdzaak wordt beslist;
wijst af het meer of anders gevorderde;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de rol van woensdag 22 november 2017 - zijnde de eerst mogelijke rolzitting na ommekomst van de in het incident bepaalde termijn - voor uitlating zekerheidstelling zijdens [eiser] of Wesley;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.