ECLI:NL:OGEAA:2017:903

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 november 2017
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
A.R. 459 van 2017/AUA201700431
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in incident betreffende verzoek tot overlegging van pensioenbescheiden

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 15 november 2017 een vonnis gewezen in het incident tussen eiser en gedaagde. Eiser, vertegenwoordigd door mr. J.M.R.F. Scheper, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. J.F.M. Zara, zijn ex-echtelieden die op huwelijkse voorwaarden zijn gehuwd. Gedaagde heeft verzocht om veroordeling van eiser tot het overleggen van bescheiden met betrekking tot opgebouwde pensioenrechten bij de regering van Aruba, Curaçao en Tragerbrother Associates Inc. Dit verzoek is gebaseerd op de artikelen 142 en 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De rechter heeft vastgesteld dat partijen gehuwd zijn onder uitsluiting van gemeenschap van goederen, waardoor eventuele pensioenrechten buiten enige gemeenschap vallen. Gedaagde heeft onvoldoende gemotiveerd waarom hij belang heeft bij de overlegging van de gevraagde bescheiden. Daarom heeft de rechter het verzoek van gedaagde afgewezen. Gedaagde is als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op Afl. 1.250 aan salaris van de gemachtigde.

De zaak zal op 13 december 2017 opnieuw op de rol komen voor het nemen van een conclusie van repliek tevens antwoord in reconventie door eiser. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 15 november 2017
Behorend bij A.R. 459 van 2017/AUA201700431.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. J.M.R.F. Scheper,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. J.F.M. Zara.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 7 maart 2017;
- de incidentele conclusie van [Gedaagde], ingediend op 28 juni 2017;
- de conclusie van antwoord in het incident van [Eiser], ingediend op 6 september 2017;
- de akte uitlating producties in het incident van [Gedaagde], ingediend op 4 oktober 2017.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1 [
[Gedaagde] verzoekt tot veroordeling/bevel van [Eiser] tot het overleggen/afgeven van bescheiden of andere gegevensdragers met betrekking tot door partijen opgebouwde pensioenrechten, die [Eiser] tot zijn beschikking of onder zijn berusting heeft. Volgens [Gedaagde] gaat het om de opgebouwde pensioenrechten bij de regering van Aruba en die van Curaçao en ook van Tragerbrother Associates Inc., een en ander op verbeurte van een dwangsom.
2.2 [
[Gedaagde] grondt het verzoek op de artikelen 142 en 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.3 [
[Eiser] verzet zich tegen toewijzing van het verzoek.

3.DE BEOORDELING

3.1
Door [Gedaagde] is niet bestreden dat partijen op huwelijkse voorwaarden onder uitsluiting van elke gemeenschap van goederen zijn gehuwd en zij alleen gezamenlijk gerechtigd zijn op de woning te [adres]. Eventuele pensioenrechten vallen dan ook buiten enige gemeenschap. Onvoldoende gemotiveerd is onder die omstandigheden waarom [Gedaagde] belang heeft bij overlegging van daarop betrekking hebben bescheiden.
3.2
De vordering in het incident zal worden afgewezen. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [Gedaagde], niettegenstaande de omstandigheid dat partijen ex-echtelieden zijn, de proceskosten van [Eiser] dienen te vergoeden.

4.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [Eiser] worden begroot op Afl. 1.250, aan salaris van de gemachtigde;
in de hoofdzaak
bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 13 december 2017 voor het nemen van een conclusie van repliek tevens antwoord in reconventie zijdens [Eiser].
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.