ECLI:NL:OGEAA:2017:906

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 november 2017
Publicatiedatum
21 november 2017
Zaaknummer
A.R. 352 van 2016 / AUA201600867
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure tussen GASA INC. N.V. en LAND ARUBA over onbetaalde diensten en vorderingen

In deze civiele procedure, aangespannen door GASA INC. N.V. tegen LAND ARUBA, vordert Gasa betaling van onbetaalde facturen voor geleverde diensten. De zaak betreft een geschil over de betaling van facturen die Gasa heeft verzonden voor diensten die zij heeft geleverd aan Land Aruba tussen 20 maart 2006 en 21 januari 2014. Gasa vordert een totaalbedrag van Afl. 14.608,57, vermeerderd met contractuele rente, administratiekosten en buitengerechtelijke incassokosten. Land Aruba heeft verweer gevoerd en vordert op zijn beurt dat Gasa wordt veroordeeld in de proceskosten.

De rechter heeft vastgesteld dat Gasa diensten heeft geleverd, maar dat er onduidelijkheid bestaat over de betaling van bepaalde facturen. Land Aruba heeft aangegeven dat enkele facturen zijn betaald ter delging van belastingschulden van Gasa, maar Gasa heeft geen verklaring van de Ontvanger over deze verrekening overgelegd. De rechter heeft Gasa de gelegenheid gegeven om haar vordering te herberekenen op basis van de wettelijke rente over de facturen, waarbij rekening wordt gehouden met de datum van betaling en eventuele verrekeningen.

De zaak is verwezen naar de rolzitting van 13 december 2017 voor verdere uitlating door Gasa, waarbij Land Aruba ook de mogelijkheid heeft om te reageren. De rechter heeft iedere verdere beslissing aangehouden tot dat moment.

Uitspraak

Vonnis van 15 november 2017
Behorend bij A.R. 352 van 2016 / AUA201600867
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
GASA INC. N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Gasa,
gemachtigde: de advocaat mr. I.R. Wever,
tegen:
de publiekrechtelijke rechtspersoon
LAND ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Land Aruba,
gemachtigde: de heer A. Lumenier.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek;
- de pleitnota van Gasa;
- de pleitnota van Land Aruba;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van het pleidooi op 30 mei 2017;
- de akte uitlating zijdens Land Aruba;
- de contra-akte zijdens Gasa.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Land Aruba heeft diensten afgenomen van Gasa die niet geheel tijdig betaald zijn.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Gasa vordert – uitvoerbaar bij voorraad – veroordeling van Land Aruba tot betaling van Afl. 14.608,57, te vermeerderen met de contractuele rente, de administratiekosten en de buitengerechtelijke incassokosten en met veroordeling van Land Aruba tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Gasa grondt de vordering erop dat zij voor Land Aruba diensten heeft geleverd en daarvoor nog niet betaald werd.
3.3
Land Aruba voert hiertegen verweer, met vordering tot veroordeling van Gasa in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Gasa vordert betaling van facturen vanaf 20 maart 2006 tot en met 21 januari 2014 in verband met geleverde vervoers- en inklaringsdiensten en voor Land Aruba voorgeschoten kosten (invoerrechten). Het gaat hier om diensten die verband houden met het Landslaboratorium.
4.2
Land Aruba wijst erop dat de facturen 3625, 10480 en 10498 zijn betaald aan de Ontvanger ter delging van belastingschulden van Gasa. Gasa mist hier een verklaring van de Ontvanger dat de facturen werden verrekend met haar belastingschulden. Nu Land Aruba in deze procedure stelt dat die facturen werden verrekend met de belastingschulden kan zij daarop jegens de Ontvanger in voorkomend geval een beroep doen. Een separate verklaring van de Ontvanger is niet nodig. Wel is het, mede in verband met de kans dat diverse afdelingen van de overheid langs elkaar heen werken, verstandig als Gasa alsnog zo’n verklaring ontvangt. Dan is ook duidelijk welke belastingschulden op die manier werden voldaan.
4.3
De facturen 23256, 434 en 2102 zijn inmiddels betaald. Gasa heeft dat bevestigd in de conclusie van repliek onder 4.
4.4
De facturen 17664, 19004, 19841, 23728, 316, 939, 948, 2103, 3480, 8842, 10908 en 11171 zijn op 30 mei 2017 betaald. Gasa erkent dat.
4.5
De facturen 19654, 23337, 23730, 436, 1227, 2441 en 5070 liggen bij de Directie Financiën ter uitbetaling. Dat betekent dat zij nog niet betaald zijn op het moment dat Land Aruba zijn akte op de rol van 6 september 2017 nam. Gasa heeft daarom belang bij veroordeling van Land Aruba tot betaling.
4.6
Partijen twisten nu nog over de verschuldigdheid van contractuele rente en kosten. Gasa baseert haar vordering in dat verband op een contractuele afspraak zoals die uit de vermelding op de facturen zou moeten blijken. Land Aruba beroept zich erop dat hij alleen inkoopt op basis van zijn algemene inkoopvoorwaarden. Dat is door Gasa niet gemotiveerd bestreden. Volgens Gasa mocht zij er door de vermelding van de algemene betalingsvoorwaarden op de facturen echter op vertrouwen dat deze de rechtsverhouding tussen partijen mede beheersen. Dat betoog gaat eraan voorbij dat in de voettekst van de facturen niet uitdrukkelijk toepasselijkheid van de algemene inkoopvoorwaarden van Land Aruba is verworpen (vergelijk artikel 6:225 lid 3 BW), nog los van de vraag of dat op zo’n moment nog effect kan sorteren. In de algemene verkoopvoorwaarden wordt de vertragingsrente beperkt tot de wettelijke rente en wordt de betalingstermijn van facturen standaard gesteld op 90 dagen. Het meerdere moet dus worden afgewezen.
4.7
Gasa zal in de gelegenheid worden gesteld om haar vordering te herberekenen op basis van de verschuldigdheid van de wettelijke rente over elke factuur vanaf 90 dagen na factuurdatum tot het moment waarop betaald werd, waarbij geldt dat de facturen die zijn verrekend met een belastingschuld geacht worden te zijn betaald op 30 mei 2017 (de datum waarop in de pleitnota de verrekeningsverklaring werd afgelegd).
4.8
Het gerecht zal de buitengerechtelijke incassokosten overeenkomstig het Procesreglement 2016 en artikel 63b Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering beperken tot 1.5 maal het liquidatietarief. Als de in overwegende mate in het ongelijk te stellen partij zal Land Aruba te zijner tijd worden veroordeeld om de proceskosten van Gasa te vergoeden. Partijen kunnen wellicht ter verdere bestrijding van kosten de zaak op basis van deze uitgangspunten ook zelf regelen.
4.9
De zaak zal naar de rol worden verwezen voor uitlating zijdens Gasa. Land Aruba kan daarop uiteraard reageren. Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 13 december 2017 voor uitlating zijdens Gasa (P1);
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 15 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.