Uitspraak
1.DE PROCEDURE
- het verzoekschrift met producties,
- de aantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling van de zaak ter terechtzitting van 19 oktober 2017.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. D.G. Illes, een kort geding aangespannen tegen de vereniging Sindicato di Empleadonan Publico y Priva di Aruba (SEPPA), vertegenwoordigd door mr. D.L. Emerencia. Eiser vorderde de opheffing van een executoriaal beslag dat op 10 augustus 2017 door SEPPA was gelegd op zijn bankrekening, waarop zijn pensioengelden worden gestort. Eiser stelde dat het beslag alleen betrekking had op toekomstige pensioengelden en dat hij geen spoedeisend belang had bij de vordering.
Tijdens de zitting op 19 oktober 2017 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Eiser betoogde dat het beslag onterecht was en dat hij recht had op de vrijgave van zijn gelden. SEPPA voerde verweer en concludeerde tot afwijzing van de vordering van eiser. Het Gerecht oordeelde dat eiser geen spoedeisend belang had bij de opheffing van het beslag, aangezien het beslag alleen betrekking had op de gelden die op het moment van beslaglegging op zijn rekening stonden. De rechter verwees naar een eerder arrest van de Hoge Raad, waarin werd bevestigd dat alleen de op dat moment aanwezige saldo onder het beslag valt.
Het Gerecht concludeerde dat de vordering van eiser in een bodemprocedure waarschijnlijk zou worden afgewezen en wees de vordering af. Eiser werd veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van SEPPA tot aan de uitspraak waren begroot op Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitgesproken op 15 november 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, in aanwezigheid van de griffier.