In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 november 2017 uitspraak gedaan in een verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag en het vaststellen van een omgangsregeling. De vader, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.M. Malmberg, verzocht om het gezamenlijk gezag met de moeder, vertegenwoordigd door advocaat mr. S.A. Kock, te beëindigen. De minderjarige, geboren in 2003, heeft zijn hoofdverblijfplaats bij de vader, die een stabiele en gestructureerde thuissituatie biedt. De ouders zijn al jaren gescheiden en hebben weinig tot geen communicatie over de minderjarige, wat leidt tot de conclusie dat het gezamenlijk gezag niet in het belang van het kind is. De Voogdijraad adviseert om de vader met het eenhoofdig gezag te belasten, wat de vader steunt, terwijl de moeder zich verzet tegen dit advies. Het gerecht oordeelt dat de communicatieproblemen tussen de ouders ernstig zijn en dat het in het belang van de minderjarige is om het gezamenlijk gezag te beëindigen. Daarnaast is er een omgangsregeling vastgesteld, waarbij de moeder recht heeft op omgang met de minderjarige, en is overeengekomen dat de vader geen alimentatie verschuldigd is zodra de minderjarige bij hem verblijft. De beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, ter zitting van 21 november 2017.