ECLI:NL:OGEAA:2017:922

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
21 november 2017
Publicatiedatum
4 december 2017
Zaaknummer
EJ nr. 2280 van 2017 / AUA201702791
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige ondertoezichtstelling van minderjarigen in Aruba

Op 21 november 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, geboren in 2002. De Voogdijraad had op 23 oktober 2017 een verzoek ingediend om de minderjarigen voorlopig onder toezicht te stellen, omdat er zorgen waren over hun welzijn. Tijdens de mondelinge behandelingen op 31 oktober en 7 november 2017 waren de moeder en vertegenwoordigers van de Voogdijraad aanwezig, maar de Voogdijraad zelf was niet verschenen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de vader de minderjarigen heeft erkend en dat de moeder het gezag over hen alleen uitoefent.

De rechter heeft de noodzaak van de voorlopige ondertoezichtstelling beoordeeld op basis van artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba. Dit artikel stelt dat een kind onder toezicht kan worden gesteld indien het met zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd. De rechter oordeelde dat er een acute noodsituatie was die een onmiddellijke beslissing vereiste. Het verzoek om de minderjarigen bij de grootvader vaderszijde te plaatsen werd afgewezen, omdat onduidelijk was of deze bereid was om de kinderen op te vangen.

De beschikking houdt in dat de minderjarigen voorlopig onder toezicht worden gesteld, met benoeming van een gezinsvoogd door de Fundacion Guia Mi. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. Deze beslissing is genomen door mr. E.M.D. Angela, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 21 november 2017
behorend bij EJ nr. 2280 van 2017 / AUA201702791.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
om voorlopige ondertoezichtstelling van:
[de minderjarige 1],
geboren op [geboortedatum] 2002 in Aruba,
en
[de minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum] 2002 in Aruba,
de minderjarigen.
Belanghebbenden:
[de moeder], de moeder,
[de vader], de vader,
FUNDACION GUIA MI.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift ingediend op 23 oktober 2017,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 31 oktober 2017, waaruit blijkt dat is verschenen de moeder in persoon; De Voogdijraad is – ondanks behoorlijke oproeping – niet verschenen,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 7 november 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bij mevrouw A. Flanders, de moeder in persoon en de Fundacion Guia Mi bij mevrouw [gezinsvoogdes],
- het minderjarigenverhoor op 13 november 2017.
De

2.DE FEITEN

De vader heeft de minderjarigen erkend. De moeder oefent het gezag over de minderjarigen alleen uit.

3.HET VERZOEK

Verzocht wordt om de minderjarigen voorlopig onder toezicht te stellen totdat op het verzoek tot ondertoezichtstelling bij gewijsde is beslist, met de plaatsing van de minderjarigen bij grootvader vaderszijde totdat plaatsing in het Orthopedagogisch Centrum mogelijk zal zijn, en met benoeming van [de gezinsvoogdes] van Fundacion Guia Mi als gezinsvoogdes.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het onderhavige verzoek is gegrond op artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA).
Ingevolge artikel 1:254 e.v. BWA kan de rechter, indien een kind zodanig opgroeit dat het met zedelijke of lichamelijke ondergang wordt bedreigd, het kind onder toezicht stellen, met benoeming van een gezinsvoogd en met uithuisplaatsing, indien dit in het belang van de verzorging en opvoeding noodzakelijk is.
Ingevolge artikel 1:257 BWA kan de rechter, hangende het onderzoek, het kind voorlopig onder toezicht stellen.
4.2
Uit voornoemde bepalingen vloeit voort dat de voorlopige maatregel slechts kan worden genomen indien een verzoek of vordering tot ondertoezichtstelling is gedaan, en de uitkomst van het onderzoek niet kan worden afgewacht. Het moet dus gaan om een acute noodsituatie. Ter beoordeling ligt dus thans voor de vraag of het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarigen, hangende het onderzoek naar de vraag of de ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen en hen te doen opnemen in een inrichting of elders dan in een inrichting.
4.3
Gebleken is dat het verzoek tot ondertoezichtstelling op 23 oktober 2017 is ingediend. Het gerecht is gelet hierop, op het rapport van de Voogdijraad en het ter zitting besprokene van oordeel, dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is de minderjarigen, hangende het onderzoek naar de vraag of ondertoezichtstelling geboden is, voorlopig onder toezicht te stellen.
4.4
Het gerecht ziet thans geen aanleiding om de minderjarigen gedurende deze voorlopige ondertoezichtstelling te plaatsen bij de grootvader vaderszijde. Onduidelijk is gebleven of de minderjarigen sinds 3 oktober 2017 inderdaad bij grootvader vaderszijde zijn gaan verblijven en of hij bereid is om de kinderen voorlopig op te vangen totdat plaatsing in het Orthopedagogisch centrum mogelijk wordt.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt met ingang van heden en totdat omtrent de ondertoezichtstelling bij gewijsde is beslist, voorlopig onder toezicht, de minderjarigen:
[de minderjarige 1],
geboren op [geboortedatum] 2002 in Aruba,
[de minderjarige 2],
geboren op [geboortedatum] 2002 in Aruba,
benoemt een door de Fundacion Guia Mi te benoemen medewerker tot gezinsvoogd over de minderjarigen,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven op dinsdag 21 november 2017 door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, in tegenwoordigheid van de griffier.