ECLI:NL:OGEAA:2017:923
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Voorlopige ondertoezichtstelling van minderjarigen in Aruba
Op 21 november 2017 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voorlopige ondertoezichtstelling van drie minderjarigen. De Voogdijraad, vertegenwoordigd door mevrouw A. Flanders, heeft op 2 november 2017 een verzoekschrift ingediend voor de ondertoezichtstelling van de minderjarigen, die in een acute noodsituatie verkeerden. Tijdens de mondelinge behandeling op 7 november 2017 waren de ouders van de minderjarige [de minderjarige 3] niet verschenen, ondanks behoorlijke oproeping. Het minderjarigenverhoor vond plaats op 13 november 2017.
De moeder oefent van rechtswege het ouderlijk gezag over de minderjarigen alleen uit. Het verzoek was gericht op de voorlopige ondertoezichtstelling van de minderjarigen totdat er een definitieve beslissing zou worden genomen over de ondertoezichtstelling. Tevens werd verzocht om de plaatsing van de minderjarige [de minderjarige 3] in het kindertehuis Imeldahof en de andere minderjarigen in het Orthopedagogisch Centrum. De rechter oordeelde dat het verzoek gegrond was op artikel 1:257 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een kind voorlopig onder toezicht te stellen in geval van acute nood.
Na beoordeling van het verzoek, het rapport van de Voogdijraad en de besprekingen tijdens de zitting, concludeerde de rechter dat het dringend en onverwijld noodzakelijk was om de minderjarigen voorlopig onder toezicht te stellen. De beschikking houdt in dat de minderjarigen met ingang van de datum van de beschikking voorlopig onder toezicht worden gesteld, met de benoeming van een gezinsvoogd door Fundacion Guia Mi en de plaatsing van de minderjarigen in de genoemde instellingen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.