ECLI:NL:OGEAA:2017:925
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake kredietovereenkomst tussen ABN AMRO BANK N.V. en gedaagde
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vordert de ABN AMRO BANK N.V. betaling van een openstaande schuld door gedaagde, die een kredietovereenkomst met de bank had. De overeenkomst, afgesloten op 24 november 2005, betrof een krediet van EUR 1.000,00, met een rentevergoeding van 7% gedurende de eerste zes jaar. De bank stelt dat gedaagde het krediet nooit heeft afgelost en heeft haar meerdere keren aangemaand. Gedaagde betwist de schuld en stelt dat zij de kredietfaciliteit heeft opgezegd voor haar emigratie naar Aruba, maar kan dit niet voldoende onderbouwen.
De rechter oordeelt dat gedaagde de kredietfaciliteit niet volledig heeft afgelost en dat de bank recht heeft op betaling van de hoofdsom en de contractuele rente. De rechter wijst de vordering van de bank toe, maar compenseert de proceskosten, omdat beide partijen deels in het gelijk zijn gesteld. Gedaagde wordt veroordeeld tot betaling van EUR 1.116,37, vermeerderd met rente, en de veroordeling is uitvoerbaar bij voorraad. De rechter verwijst gedaagde voor een betalingsregeling naar de deurwaarder, rekening houdend met haar financiële situatie.