ECLI:NL:OGEAA:2017:929

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
22 november 2017
Publicatiedatum
4 december 2017
Zaaknummer
K.G. 2104 van 2017/AUA201702533
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding betreffende wijziging tenaamstelling van bankrekeningen en andere vermogensbestanddelen in de nalatenschap van wijlen X

In deze zaak, die op 22 november 2017 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde de executeur van de nalatenschap van wijlen X, vertegenwoordigd door eiser, een wijziging van de tenaamstelling van verschillende bankrekeningen en vermogensbestanddelen. De eiser, die in persoon procedeerde, stelde dat de gedaagde, die als executeur testamentair was benoemd, weigerde om volledige inzage te geven in de omvang van de nalatenschap, waardoor de eiser zijn taken niet naar behoren kon uitvoeren. De gedaagde voerde aan dat er geen spoedeisend belang was en dat de zaak te complex was voor behandeling in kort geding. De rechter oordeelde echter dat de eiser een spoedeisend belang had, omdat hij zonder de medewerking van de gedaagde niet in staat was zijn werkzaamheden als executeur testamentair uit te voeren. De rechter wees de vordering van de eiser toe, waarbij de gedaagde werd bevolen om de tenaamstelling van de bankrekeningen en andere vermogensbestanddelen te wijzigen in de naam van de eiser als executeur testamentair. Tevens werd de gedaagde veroordeeld in de kosten van de procedure. De rechter matigde de gevorderde dwangsom tot AWG 100.000,00 per overtreding, met een maximum van AWG 100.000.000,-.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 22 november 2017
Behorend bij K.G. 2104 van 2017/AUA201702533
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiser]
in hoedanigheid van executeur van de nalatenschap van [wijlen X]
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eiser],
procederend in persoon.
tegen:
[Gedaagde],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
gemachtigde: de advocaat mr. J.J. Coutinho.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 2 oktober 2017;
- de brief van 18 oktober 2017 aan de zijde van [Gedaagde] met producties;
- de brieven van 19 oktober 2017 aan de zijde van de executeur met producties;
- de akte wijziging van eis;
- de aantekeningen van de griffier van de zitting van 20 oktober 2017;
- het proces-verbaal van 20 oktober 2017;
- de brief van 2 november 2017 van de executeur;
- de pleitnota van de executeur;
- de pleitnota van mr. Coutinho;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op 2 november 2017.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zou worden gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Bij testament van 23 september 2005 is [Gedaagde] benoemd tot executeur testamentair en aldus belast met de afwikkeling van de nalatenschap van [wijlen X] (hierna te noemen ‘[wijlen X]).
2.2
Bij volmacht van 25 augustus 2006 heeft [wijlen X], [Gedaagde] een ruime bevoegdheid gegeven om alles te doen wat noodzakelijk is ‘to regain and establish all assets pertaining to the estate of my late husband [echtgenoot van wijlen X] and to subsequently assure the revision of these assets in conformity with my late husbands will and testament’.
2.3
Bij notariële verklaring van 3 mei 2007 verklaarde [wijlen X] dat de nalatenschap van haar man op het moment van zijn overlijden een waarde vertegenwoordigde van honderd miljoen Amerikaanse Dollars en bestond uit diverse onroerende goederen in en buiten Aruba, tegoeden op bankrekeningen, waardepapieren en dergelijke bij banken onder andere in Panama, Zwitserland, Israël, Luxemburg, VS.
2.4 [
Gedaagde] heeft tussen 2007 en 2010 ruim 26 miljoen uit het buitenland naar de rekening van La Linda N.V. en bankrekeningen van [wijlen X] bij Orco Bank N.V. te Curaçao laten overboeken. Vervolgens heeft [Gedaagde] hiervan verschillende bedragen overgemaakt naar de eveneens bij Orco Bank N.V. gehouden bankrekeningen van Shanlin Ventures Inc., naar dochtervennootschappen hiervan en andere gelieerde vennootschappen. [Gedaagde] was hiertoe op basis van zijn volmacht bevoegd.
2.5 [
Gedaagde] heeft tevens diverse zowel aan [wijlen X] als aan La Linda N.V, toebehorende percelen grond verkocht aan diverse off shore vennootschappen.
2.6
Na het overlijden van [echtgenoot van wijlen X] is [wijlen X] 100% aandeelhouder geworden van Independent Financing Corporation, Middle East Development Corporation, beiden gevestigd te Panama. Ook heeft zij 998 aandelen in het geplaatste aandelen kapitaal van La Linda N.V. en 160 aandelen in het geplaatste aandelen kapitaal van Middle East Antilliana N.V. verworven. [gedaagde] heeft Middle East Development Corporation naar Aruba verplaatst en omgezet in La Linda Real Estate I VBA. Ook heeft hij Independent Financing Corporation naar Aruba verplaatst en omgezet in La Linda Real Estate II VBA.
2.7
Hierna heeft [Gedaagde] La Linda Holding VBA opgericht en de door hem verworven 10 aandelen bij notariële akte overgedragen aan [wijlen X]. In een algemene vergadering van aandeelhouders is op 3 januari 2011 besloten om een aandeel genummerd 11 uit te geven aan [wijlen X], onder de voorwaarden dat zij het nieuw uitgegeven aandeel zou volstorten door middel van levering van de door haar gehouden 100 aandelen in La Linda Real Estate I VBA, de door haar gehouden 100 aandelen in La Linda Real Estate II VBA en de door haar 998 gehouden aandelen in La Linda N.V.
2.8
Vervolgens heeft [Gedaagde] op 14 februari 2011 de Stichting Administratiekantoor Aandelen La Linda Holding (hierna Stak) opgericht. De 11 aandelen die [wijlen X] had in La Linda Holding N.V. omgeruild tegen 11 certificaten in Stak.
2.9
Tot slot heeft [Gedaagde] de door [wijlen X] gehouden aandelen in Middle East Antilliana N.V. aan La Linda Holding N.V. overgedragen en heeft zijn zoon [Gedaagde], als directeur van La Linda Real Estate I VBA en de 640 door La Linda Real Estate II VBA in Middle East Antilliana N.V,. gehouden aandelen, overgedragen aan La Linda Holding N.V.
2.1
Bij vonnis van 3 mei 2017 is [Gedaagde] geschorst als en [Eiser] benoemd tot executeur testamentair van de nalatenschap van wijlen [wijlen X].
2.11
Bij vonnis van 13 september 2017 is [Gedaagde] ontslagen als executeur testamentair.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
De executeur vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, en na wijziging van eis, [Gedaagde], in persoon dan wel in zijn hoedanigheid van bestuurder, aandeelhouder, principaal, feitelijk beleidsbepaler, gevolmachtigde, trustee, dan wel iedere andere ter zake relevante hoedanigheid te bevelen om:
- De tenaamstelling van de bankrekeningen van [wijlen X] aangehouden bij Aruba Bank N.V. en bij Orco Bank (Curaçao) N.V. te (laten) wijzigen aldus dat de tenaamstelling van die bankrekeningen voor de duur van de executele komt te luiden: “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”;
- de tenaamstelling van bankrekening(en) en/of van de effectenrekeningen van West Indies Investment Companies Inc., Shanlin Ventures Inc., Richezza Corp., Galgo Inc., Navenger Limited, Fagus S.A., Inverpan S.A., Tepworth Limited, Zabonti Ventures Limited, Zandin Corp., Ledin Holding S.A. en Fuime Inc. aangehouden bij Aruba Bank N.V., en/of Orco Bank (Curaçao) N.V. en/of Maduro & Curiel’s Bank N.V. en/of Bank of America en/of bij Banque Privé Edmond de Rothschild S.A. en/of bij iedere andere bank te (laten) wijzigen aldus dat de tenaamstelling van die bankrekeningen voor de duur van de executele komt te luiden: “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”;
- de tenaamstelling van de certificaten en de inschrijving in het register van certificaten van de Stichting Administratiekantoor La Linda Holding VBA te (laten) wijzigen aldus dat de tenaamstelling van de certificaten en de inschrijving in het register voor de duur van de executele komt te luiden: “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”;
- de inschrijving in het aandeelhoudersregister van West Indies Investment Companies Inc., Shanlin Ventures Inc., Richezza Corp., Galgo Inc., Navenger Limited, Fagus S.A., Inverpan S.A., Tepworth Limited, Zabonti Ventures Limited, Zandin Corp., Ledin Holding S.A. en Fuime Inc. aldus te (laten) wijzigen dat de aandelen in die vennootschapen voor de duur van de executele op naam komen te staan van “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”;
- [Gedaagde] te bevelen in persoon dan wel in zijn hoedanigheid van bestuurder, aandeelhouder, principaal, feitelijk beleidsbepaler, gevolmachtigde, trustee, dan wel iedere andere ter zake relevante hoedanigheid, al het nodige te doen om eventueel niet in de “Boedelbeschrijving [wijlen X]” geïdentificeerde maar wel tot haar nalatenschap behorende vermogensbestanddelen af te geven aan de executeur teneinde hem in staat te stellen voor de duur van de executele het recht en de macht tot inbezitneming uit te oefenen.
- en voorts [Gedaagde] in persoon dan wel in zijn hoedanigheid van bestuurder, aandeelhouder, principaal, feitelijk beleidsbepaler, gevolmachtigde, trustee, dan wel iedere andere ter zake relevante hoedanigheid te verbieden om
bestuurs-, beschikkings- en/of beheershandeling uit te voeren over de in de “Boedelbeschrijving [wijlen X]” genoemde onroerende zaken (onder het kopje “Onroerende goederen in Aruba”) dan wel over ieder ander niet in de “Boedelbeschrijving [wijlen X]” geïdentificeerde maar wel tot haar nalatenschap behorende vermogensbestanddelen;
- al het voorgaande op straffe van een direct opeisbare dwangsom van AWG 250.000,00 voor iedere overtreding van een van de hiervoor gevorderde bevelen of verboden;
- een en ander met veroordeling van [Gedaagde] in de kosten van deze procedure.
3.2
De executeur grondt de vordering erop dat [Gedaagde] weigert om volledige inzage te geven in de omvang van het tot de nalatenschap behorende vermogen. Om deze reden is de executeur niet in staat om zijn werkzaamheden naar behoren uit te voeren en de erfgenamen hun erfdeel uit te betalen. De enige manier om zijn werk te kunnen uitoefenen is wanneer de executeur gedurende de executele dit vermogen in bezit kan nemen.
3.3 [
Gedaagde] voert - kort weergegeven - het volgende verweer.
De vordering ontbeert een spoedeisend belang, aangezien [Gedaagde] niet voornemens is om vermogensbestanddelen weg te sluizen. Bovendien is deze zaak te complex voor behandeling in kort geding. [Gedaagde] is sinds december 2011 eigenaar van de hele nalatenschap en alleen al om deze reden kan het gevorderde niet worden toegewezen.
De kans is bovendien groot dat [Gedaagde] in hoger beroep gelijk krijgt en de door [wijlen X] verzwegen goederen aan hem verbeurd worden verklaard.

4.DE BEOORDELING

4.1
Voorop wordt gesteld dat toewijzing van een vordering in kort geding slechts mogelijk is indien met een grote mate van waarschijnlijkheid reeds nu geoordeeld kan worden dat de bodemrechter deze vordering ook zou toewijzen.
4.2
Met [Eiser] is het gerecht van oordeel dat hij een spoedeisend belang heeft, omdat hij zonder de medewerking van [Gedaagde] niet in staat is zijn werkzaamheden als executeur testamentair van de nalatenschap van [wijlen X] te verrichten. [Eiser] heeft [Gedaagde] herhaaldelijk om medewerking verzocht en deze niet verkregen, waardoor hij zich genoodzaakt voelde om via deze weg medewerking af te dwingen. Het verweer dat een spoedeisend belang ontbreekt, wordt dan ook verworpen.
4.3.
Dit geldt ook voor de stelling dat de zaak zich niet leent voor behandeling in kort geding. De rechtsvraag die voorligt is naar het oordeel van de voorzieningenrechter eenvoudig en is, ook in het kader van een kort geding, te beantwoorden. Hiertoe wordt als volgt overwogen.
4.4
Vast staat dat [Gedaagde] als gevolg van de toedeling door [wijlen X] in haar testament van alle goederen van haar nalatenschap aan hem, eigenaar geworden is van alle tot de nalatenschap behorende goederen,
onder de verplichting dat hij alle schulden voldoet en de overige erfgenamen vrijwaart en aan de erfgenamen hun erfdeel uitbetaalt. Ten gevolge van de toedeling kreeg [Gedaagde] het recht en de macht tot inbezitneming van de nalatenschap. Nu [Gedaagde] is ontslagen en [Eiser] is benoemd tot executeur testamentair van de nalatenschap van [wijlen X], is het thans de taak van [Eiser] om de boedelbeschrijving op te maken, aangifte te doen van successiebelasting en de erfgenamen hun erfdeel uit te betalen.
4.5
Vast staat dat [Eiser] niet in staat is om zijn taken naar behoren uit te voeren, nu [Gedaagde] van mening is dat hij geen volledige inzage hoeft te geven in de omvang van de nalatenschap. [Gedaagde] stelt dat hij geen inbreuk hoeft te tolereren op zijn eigendomsrecht. Ook stelt [Gedaagde] dat de door [wijlen X] verzwegen goederen aan hem zijn verbeurd.
4.6
Het eigendomsrecht van [Gedaagde] is niet onvoorwaardelijk, omdat hieraan de verplichting is verbonden om aan de erfgenamen hun erfdeel uit te betalen. Deze verplichting rust thans op [Eiser] q.q. Teneinde dit erfdeel te kunnen vast stellen, dient [Eiser] inzicht te hebben in de
totale omvangvan de nalatenschap. Voor zover toewijzing van de vordering van [Eiser] al leidt tot een inbreuk op het eigendomsrecht zal [Gedaagde] dit gedurende de duur van de executele moeten tolereren. De breuk op het eigendomsrecht is gerechtvaardigd door de door [wijlen X] aan de toedeling gestelde voorwaarde. Daar komt bij dat de uitkomst van de nog aanhangige procedures ongewis is en [Eiser] er belang bij heeft om binnen redelijke termijn de boedelbeschrijving te kunnen opmaken. Mocht de uitkomst van de thans nog aanhangige rechtszaken daartoe aanleiding geven, dan kan [Gedaagde] [Eiser] zo nodig verzoeken/sommeren de boedelbeschrijving aan te passen aan de rechterlijke uitspraken.
4.7
Uit het voorgaande volgt dat het gerecht met [Eiser] van oordeel is dat hij gedurende de executele belang heeft bij inbezitneming van de nalatenschap, teneinde de boedelbeschrijving te kunnen opmaken en de erfgenamen hun erfdeel te kunnen uitbetalen. [Gedaagde] heeft niet weersproken dat alle in het petitum vermelde ondernemingen, bankrekeningen, certificaten, aandeelhoudersregisters etc tot de nalatenschap van [wijlen X] behoren. De vordering wordt dan ook toegewezen zoals verzocht.
4.8
De rechter in kort geding zal de gevorderde dwangsom (ambtshalve) matigen tot AWG 100.000,00 per overtreding, te verbeuren 14 dagen na betekening van dit vonnis. Aan de te verbeuren dwangsommen wordt een maximum verbonden van
AWG 100.000.000,-. Eventueel verbeurde dwangsommen vallen in de door de executeur te verdelen nalatenschap en dienen op de gebruikelijke wijze verdeeld te worden, zij het met uitsluiting van [Gedaagde].
4.9
De gevorderde verboden worden afgewezen, nu deze onvoldoende concreet zijn en slechts leiden tot executiegeschillen.
4.10 [
Gedaagde] wordt nu hij grotendeels in het ongelijk is gesteld, in de kosten veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
Beveelt [Gedaagde], in persoon dan wel in zijn hoedanigheid van bestuurder, aandeelhouder, principaal, feitelijk beleidsbepaler, gevolmachtigde, trustee, dan wel iedere andere ter zake relevante hoedanigheid om:
- De tenaamstelling van de bankrekeningen van [wijlen X] aangehouden bij Aruba Bank N.V. en bij Orco Bank (Curaçao) N.V. te (laten) wijzigen aldus dat de tenaamstelling van die bankrekeningen voor de duur van de executele komt te luiden: “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”;
- de tenaamstelling van bankrekening(en) en/of van de effectenrekeningen van West Indies Investment Companies Inc., Shanlin Ventures Inc., Richezza Corp., Galgo Inc., Navenger Limited, Fagus S.A., Inverpan S.A., Tepworth Limited, Zabonti Ventures Limited, Zandin Corp., Ledin Holding S.A. en Fuime Inc. aangehouden bij Aruba Bank N.V., en/of Orco Bank (Curaçao) N.V. en/of Maduro & Curiel’s Bank N.V. en/of Bank of America en/of bij Banque Privé Edmond de Rothschild S.A. en/of bij iedere andere bank te (laten) wijzigen aldus dat de tenaamstelling van die bankrekeningen voor de duur van de executele komt te luiden: “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”
- de tenaamstelling van de certificaten en de inschrijving in het register van certificaten van de Stichting Administratiekantoor La Linda Holding VBA te (laten) wijzigen aldus dat de tenaamstelling van de certificaten en de inschrijving in het register voor de duur van de executele komt te luiden: “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”
- de inschrijving in het aandeelhoudersregister van West Indies Investment Companies Inc., Shanlin Ventures Inc., Richezza Corp., Galgo Inc., Navenger Limited, Fagus S.A., Inverpan S.A., Tepworth Limited, Zabonti Ventures Limited, Zandin Corp., Ledin Holding S.A. en Fuime Inc. aldus te (laten) wijzigen dat de aandelen in die vennootschapen voor de duur van de executele op naam komen te staan van “[Eiser] q.q. executeur-testamentair [wijlen X]”;
een en ander op straffe van een direct opeisbare dwangsom van
AWG 100.000,00 voor iedere overtreding van de hiervoor gevorderde bevelen, welke verbeurd worden 14 dagen na betekening van dit vonnis en tot een maximum van AWG 100.000.000,-;
5.2
veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van de procedure aan de zijde van de executeur tot op heden begroot op AWG 450,00 griffierecht, AWG 232,88 deurwaarderskosten en AWG 3.000,00 salaris gemachtigde;
5.4
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.5
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 22 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.
Inhoudsindicatie