In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.G. Kock, een kort geding aangespannen tegen de naamloze vennootschap CALABAS HOTELS N.V., h.o.d.n. RIU HOTELS, vertegenwoordigd door de advocaten mrs. R.A. Wix en E.R. Zeppenfeldt. De eiseres vorderde onder andere doorbetaling van haar gebruikelijke loon vanaf 6 oktober 2017 en wedertewerkstelling na afloop van haar zwangerschapsverlof. De procedure vond plaats op 3 november 2017, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht.
Eiseres stelde dat haar dienstverband niet rechtsgeldig was geëindigd op 6 oktober 2017, zoals Riu had geclaimd. Riu voerde aan dat er sprake was van een tikfout in de arbeidsovereenkomst en dat het dienstverband van eiseres automatisch was geëindigd. Het Gerecht oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de claim van Riu en dat het dienstverband van eiseres voortduurde. Het Gerecht concludeerde dat de vorderingen van eiseres in een bodemprocedure waarschijnlijk zouden worden toegewezen, met een gematigde wettelijke verhoging van maximaal 18%.
Het vonnis, uitgesproken op 22 november 2017, bevatte een veroordeling voor Riu om het loon van eiseres te betalen, haar na haar zwangerschapsverlof weer aan het werk te stellen, en het opleggen van dwangsommen bij niet-naleving. Riu werd ook veroordeeld in de proceskosten van eiseres, die op dat moment waren begroot op Afl. 672,52 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.