ECLI:NL:OGEAA:2017:935

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
1 december 2017
Publicatiedatum
5 december 2017
Zaaknummer
K.G. 2433 van 2017/AUA201702948
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van winkelruimte wegens huurachterstand in kort geding

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben eisers, de naamloze vennootschap The Cove Management and Development N.V. en Growth Capital Inc., een kort geding aangespannen tegen gedaagden, die sinds 1 april 2017 een winkelruimte huren. De huurachterstand bedraagt op het moment van de procedure meer dan vier maanden, wat heeft geleid tot de vordering van ontruiming van de winkelruimte. De eisers hebben verzocht om gedaagden te bevelen de winkelruimte binnen zeven dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en de achterstallige huur te betalen. Gedaagden zijn niet verschenen en hebben geen verweer gevoerd.

De rechter heeft vastgesteld dat gedaagden zich schuldig hebben gemaakt aan herhaalde wanprestatie door de huur niet tijdig te betalen. Gezien de aanzienlijke huurachterstand en het feit dat gedaagden niet hebben gereageerd op de vordering, heeft de rechter geoordeeld dat de ontruiming met grote waarschijnlijkheid zal worden toegewezen in een eventuele bodemprocedure. De rechter heeft de ontruiming bevolen en gedaagden veroordeeld tot betaling van de achterstallige huur, met een dwangsom voor elke dag dat zij het ontruimingsbevel niet naleven. De rechter heeft ook de kosten van de procedure aan gedaagden opgelegd, aangezien zij in het ongelijk zijn gesteld.

Het vonnis is uitgesproken op 1 december 2017 door mr. Y.M. Vanwersch, en is uitvoerbaar bij voorraad. De rechter heeft het meer of anders verzochte afgewezen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 1 december 2017
Behorend bij K.G. 2433 van 2017/AUA201702948
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
THE COVE MANAGEMENT AND DEVELOPMENT N.V,
gevestigd te Aruba,
hierna ook te noemen: The Cove,
GROWTH CAPITAL INC,
gevestigd te Curaçao,
hierna ook te noemen: Growth,
allen domicilie kiezende ten kantore van hun hierna genoemde in Aruba gevestigde advocaat,
eisers,
hierna gezamenlijk ook te noemen: The Cove c.s.,
gemachtigde: mr. Z.T.M. Arendsz-Marchena,
tegen:
1.[gedaagde 1],
hierna ook te noemen: gedaagde 1,
2.[gedaagde 2],
hierna ook te noemen: gedaagde 2,
allen wonende in Venezuela,
gedaagden,
hierna gezamenlijk ook te noemen: gedaagden,
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties, ingediend op 3 november 2017;
- de aanvullende producties ingediend door The Cove c.s. op 30 november 2017;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de mondelinge behandeling op
1 december 2017.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Gedaagden huren sinds 1 april 2017 een winkelruimte unit 5, in het winkelcentrum [naam winkelcentrum] gelegen aan de [adres] in Aruba tegen een huurprijs van US$ 9.750,00 per maand.
2.2
Ten tijde van het indienen van het verzoekschrift bedroeg de huurachterstand ruim 4 maanden.
2.3
Gedaagden zijn regelmatig te laat met het betalen van de huur.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
The Cove c.s. vorderen - kort weergegeven - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad gedaagden te bevelen om binnen 7 dagen na betekening van dit vonnis de winkelruimte unit 5, in het winkelcentrum [naam winkelcentrum] gelegen aan de [adres] in Aruba te ontruimen en in goede staat achter te laten, met machtiging aan The Cove c.s. om indien gedaagden met de ontruiming in gebreke blijven, deze zelf te doen bewerkstelligen, desnoods met behulp van de sterke arm. Voorts gedaagden te bevelen om de huurachterstand van Afl 77.201,92 te voldoen, alsmede Afl. 96.025,00 aan overeengekomen boete en Afl. 269.251,00 aan voorschot op de schadevergoeding te betalen. Tot slot te bepalen dat gedaagden ten behoeve van The Cove c.s. een dwangsom verbeurt van Afl. 5.000,00 voor elke dag of deel daarvan dat zij dat ontruimingsbevel niet nakomen, met veroordeling van gedaagden in de kosten van dit geding.
3.2
Gedaagden hebben geen verweer gevoerd.

4.DE BEOORDELING

4.1
Om een voorziening te kunnen treffen als gevorderd, dient met een redelijke mate van zekerheid aangenomen te kunnen worden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat deze - of een vergelijkbare - vordering zal slagen. Bij deze beoordeling kan dus slechts een voorlopig oordeel worden gegeven en die beoordeling moet geschieden op basis van hetgeen in deze korte procedure naar voren is gebracht en aannemelijk is gemaakt.
4.2
Onbetwist staat vast dat gedaagden zich schuldig hebben gemaakt aan herhaalde wanprestatie omdat zij vele malen de huur niet tijdig hebben voldaan en achterstanden hebben laten ontstaan. Nu de achterstand ten tijde van het indienen van het onderhavige verzoekschrift meer dan drie maanden bedroeg, zal de bodemrechter de gevorderde ontruiming met grote mate van waarschijnlijkheid toewijzen. Om deze reden kan de verzochte ontruiming, vooruitlopend op het oordeel van de bodemrechter, worden toegewezen.
4.3
Onbetwist staat voorts vast dat gedaagden Afl. 77.201,92 verschuldigd zijn aan The Cove c.s. uit hoofde van achterstallige huur. Ook de op dit punt gevraagde voorziening zal worden toegewezen.
4.4
Uit het eerste lid van artikel 556 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van Aruba (hierna: Rv.) volgt dat The Cove c.s. de ontruiming niet zelf ter hand mogen nemen, en dat gedwongen ontruiming het exclusieve terrein is van de deurwaarder. The Cove c.s. hebben voldoende aan dit vonnis om de deurwaarder te mogen inschakelen als gedaagden niet vrijwillig tot nakoming van de uit dit vonnis voortvloeiende verplichting tot ontruiming overgaan. In het licht daarvan hebben The Cove c.s. dus geen machtiging nodig om de ontruiming zelf te doen bewerkstelligen. Voorwaarde is dat het ontruimingsvonnis door de deurwaarder aan gedaagden wordt betekend, en dat aan gedaagden overeenkomstig het bepaalde in artikel 555 Rv. bevel wordt gedaan om binnen zeven dagen te ontruimen. De deurwaarder op zijn beurt behoeft geen rechterlijke machtiging om bevoegd te zijn de hulp van de sterke arm van politie en justitie in te roepen indien gedaagden medewerking aan de ontruiming weigeren. Die bevoegdheid ontleent de deurwaarder immers rechtstreeks aan artikel 557 Rv., waarin artikel 444 Rv. van overeenkomstige toepassing wordt verklaard. Voorziet de deurwaarder problemen, dan kan hij op voet van (strekking en geest van) de Algemene Politieverordening - zonder dat daartoe rechterlijke machtiging nodig is - bijstand van de politie inroepen. In het licht van het voorgaande hebben The Cove c.s. geen belang bij de verzochte machtiging.
4.5
De door The Cove c.s. verzochte betaling van de overeengekomen boete van Afl. 96.025,00, alsmede betaling van de voorschot op de schadevergoeding ten bedrage van Afl. 269.251,00 zullen respectievelijk wegens gebrek aan spoedeisend belang en voorts omdat deze onvoldoende onderbouwd is, worden afgewezen. Tot slot worden de verzochte dwangsommen gemaximeerd opgelegd aan gedaagden als na te melden.
4.6
Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van The Cove c.s., tot aan deze uitspraak begroot op (4.420,00 + 347,25 + 347,25 =) Afl. 5.114,50 aan verschotten en Afl. 1.500,-- aan salaris voor de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
5.1
beveelt gedaagden om binnen zeven (7) dagen na betekening aan gedaagden van dit vonnis, de winkelruimte unit 5, in het winkelcentrum [naam winkelcentrum] gelegen aan de [adres] in Aruba, te ontruimen en te verlaten met alle zich aldaar van zijnentwege bevindende personen en goederen, en die winkelruimte in goede staat onder afgifte van de sleutels daarvan ter vrije beschikking te stellen van The Cove c.s.;
5.2
veroordeelt gedaagden tot betaling van een bedrag van Afl. 77.201,92 aan achterstallige huur;
5.3
bepaalt dat gedaagden ten behoeve van The Cove c.s. een dwangsom verbeurt, vanaf 7 dagen na betekening van dit vonnis, van Afl. 1.000,00 voor elke dag of deel daarvan dat zij dit ontruimingsbevel niet nakomen, en bepaalt voorts dat gedaagden te dezen niet meer dan Afl. 25.000,00 aan dwangsommen kan verbeuren;
5.4
veroordeelt gedaagden in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van The Cove c.s., tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 5.114,50 aan verschotten en Afl. 1.500,00 aan salaris voor de gemachtigde;
5.5
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 1 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.