ECLI:NL:OGEAA:2017:943

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 december 2017
Publicatiedatum
7 december 2017
Zaaknummer
EJ. nr. 2807 van 2016 / AUA201601476
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Adoptieprocedure en beoordeling van het verzoek tot adoptie van een minderjarige

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, betreft het een verzoek tot adoptie van een minderjarige, ingediend door de verzoeker, bijgestaan door zijn advocaat mr. D.G. Kock. De procedure is gestart op basis van artikel 1:227 BW, waarbij de Voogdijraad is verzocht om onderzoek te verrichten naar het belang van de minderjarige in het kader van de adoptie. De eerdere beschikking van 7 maart 2017 heeft geleid tot het rapport van de Voogdijraad, dat op 1 september 2017 is ingediend. Tijdens de zitting op 24 oktober 2014 waren de verzoeker, de moeder van de minderjarige en de Voogdijraad vertegenwoordigd.

De moeder heeft verklaard het verzoek tot adoptie niet tegen te spreken, terwijl de vader van de minderjarige onvindbaar is. De Voogdijraad heeft in zijn rapport en ter zitting geadviseerd om het verzoek van de verzoeker in te willigen. Het gerecht heeft vastgesteld dat de verzoeker, de moeder, en de minderjarige al geruime tijd in gezinsverband samenwonen en dat er een sterke band bestaat tussen de verzoeker en de minderjarige, die elkaar beschouwen als vader en dochter. De biologische vader heeft nauwelijks betrokkenheid getoond in het leven van de minderjarige.

Op basis van deze bevindingen heeft het gerecht geoordeeld dat de adoptie in het kennelijk belang van het kind is, zowel in het kader van het verbreken van de banden met de biologische vader als het bevestigen van de banden met de verzoeker. Aangezien aan de wettelijke voorwaarden voor adoptie is voldaan, heeft het gerecht besloten het verzoek tot adoptie toe te wijzen. De beschikking is gegeven op 5 december 2017 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in dit gerecht, in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Beschikking van 5 december 2017
behorend bij EJ. nr. 2807 van 2016 / AUA201601476
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek (ex artikel 1:227 BW) van:
[Verzoeker],
wonende in Aruba,
VERZOEKER,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige], de minderjarige,
[naam moeder], de moeder,
[naam vader], de vader, zonder bekende woon- en of verblijfplaats.

1.DE PROCEDURE

De eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 7 maart 2017, waarbij aan de Voogdijraad is verzocht om onderzoek te verrichten of adoptie in het kennelijk belang is van de minderjarige. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 1 september 2017;
- de griffiersaantekeningen van de voortzetting van de behandeling van 24 oktober 2014, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoeker bijgestaan door zijn gemachtigde, de moeder in persoon en de Voogdijraad bij mevrouw A. Flanders.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE BEOORDELING

2.1
De moeder van de minderjarige heeft verklaard het verzoek niet tegen te spreken. De vader van de minderjarige is onvindbaar. De Voogdijraad heeft in zijn rapport alsook ter zitting geadviseerd het verzoek van verzoeker in te willigen en de adoptie van het kind door de verzoeker uit te spreken.
2.2
Gebleken is dat de verzoeker, de moeder, het broertje, de dochters van de stiefvader en de minderjarige al jaren in gezinsverband samenwonen en dat de verzoeker en de minderjarige elkaar over en weer als vader en dochter beschouwen. De biologische vader is amper betrokken geweest in het leven van de minderjarige.
2.3
Op grond van het voorgaande acht het gerecht de verzochte adoptie zowel uit het oogpunt van verbreking van de banden met de vader als uit het oogpunt van bevestiging van de banden met de verzoeker in het kennelijk belang van het kind. Nu voorts aan de wettelijke voorwaarden wordt voldaan, zal het gerecht het verzoek toewijzen.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
spreekt uit de adoptie van [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2002 in [geboorteplaats], door [verzoeker], geboren op [geboortedatum] 1965 in [geboorteplaats],
verstaat dat de geslachtsnaam van de geadopteerde [achternaam] zal luiden.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in dit gerecht, ter zitting van 5 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.