ECLI:NL:OGEAA:2017:947

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 december 2017
Publicatiedatum
7 december 2017
Zaaknummer
EJ nr. 1222 van 2017 / AUA201701781
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onder curatelestelling van een echtgenoot wegens geestelijke stoornis

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 5 december 2017 een beschikking gegeven op het verzoek van de verzoekster, bijgestaan door haar advocaat mr. C. Helen Lejuez, om haar echtgenoot, de verweerder, onder curatele te stellen. De verzoekster heeft aangevoerd dat de verweerder niet in staat is om zijn belangen naar behoren waar te nemen, wat is onderbouwd door verklaringen van familieleden en de behandelend geneesheer, dr. [behandelend geneesheer], die heeft vastgesteld dat de verweerder lijdt aan 'mixed dementia'.

De rechter heeft vastgesteld dat het verzoek gegrond is op artikel 1:378, lid 1 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba, dat de mogelijkheid biedt om een meerderjarige onder curatele te stellen wegens een geestelijke stoornis. De verweerder heeft geen bezwaar gemaakt tegen de benoeming van zijn echtgenote als curatrice, wat door het gerecht als in het belang van de verweerder werd beschouwd.

De beschikking bevat ook bepalingen over de verplichtingen van de curatrice, waaronder het indienen van een schriftelijke opgave van de aanwezige gerede gelden en een boedelbeschrijving. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in dit gerecht, en zal worden gepubliceerd in de Landscourant van Aruba en de lokale dagbladen.

Uitspraak

Beschikking van 5 december 2017
behorend bij EJ nr. 1222 van 2017 / AUA201701781
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
[Verzoekster],
wonende in Aruba,
VERZOEKSTER,
gemachtigde: de advocaat mr. C. Helen Lejuez,
om ondercuratelestelling van haar echtgenoot:
[Verweerder],
wonende in Aruba, te [adres],
VERWEERDER, hierna te noemen [verweerder],
in persoon.
Belanghebbenden:
1. [belanghebbende sub 1], de dochter,
2. [belanghebbende sub 2], de zoon.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 14 juni 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de behandeling van 24 oktober 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de verzoekster bijgestaan door haar gemachtigde, [verweerder] in persoon en de belanghebbende sub 1 in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.HET VERZOEK

Het verzoek strekt ertoe dat [verweerder] onder curatele wordt gesteld met benoeming van verzoekster tot zijn curatrice. Daartoe wordt aangevoerd dat [verweerder] niet in staat is of bemoeilijkt wordt om zijn belangen naar behoren waar te nemen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Het verzoek is gegrond op artikel 1:378, lid 1 en onder sub a van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (BWA). Ingevolge deze bepaling kan de rechter een meerderjarige onder curatele stellen wegens een geestelijke stoornis waardoor de gestoorde, al dan niet met tussenpozen, niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Uit de verklaringen van de verzoekster, de andere familieleden, de behandelend geneesheer, dr. [behandelend geneesheer], MD PhD, en de ondervraging van [verweerder] is gebleken dat hij gediagnosticeerd is met “mixed dementia” (gemengde dementie) en wegens een geestelijke stoornis niet in staat is of bemoeilijkt wordt zijn belangen behoorlijk waar te nemen. Het verzoek tot ondercuratelestelling is dan ook voor toewijzing vatbaar.
3.2 [
verweerder] heeft te kennen gegeven geen bezwaar te hebben tegen benoeming van zijn echtgenote tot zijn curatrice. Deze benoeming strookt ook naar het oordeel van het gerecht het meest met de belangen van de gerekestreerde. Nu voor het overige niet van bezwaren daartegen is gebleken, zal het gerecht dienovereenkomstig beslissen.
3.3
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW) juncto artikel 1:338 BW
binnen acht wekenna aanvang van haar taak als curatrice een schriftelijke opgave ter griffie van dit gerecht te doen van de bij het begin van de curatele aanwezige gerede gelden, effecten aan toonder en spaarbankboekjes.
De curatrice dient voorts
binnen acht maandenna aanvang van haar taak als curatrice ter bevestiging van haar deugdelijkheid een door haar ondertekende boedelbeschrijving bij de griffie van dit gerecht in te dienen. In de boedelbeschrijving is begrepen opgave van de wijzigingen in de samenstelling van het vermogen tot het ogenblik dat zij wordt opgemaakt.
3.4
De curatrice dient ingevolge artikel 1:386 lid 1 BW in samenhang met artikel 1:359 lid 1 BW
jaarlijkseen rekening van zijn bewind over de goederen van de onder curatele gestelde ter griffie van dit gerecht in te dienen, voor het eerst uiterlijk op
1 juni 2018.
3.5
In de aard van de procedure ziet het Gerecht aanleiding om de kosten van deze procedure te compenseren tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.

4.DE BESLISSING

Het gerecht:
stelt [verweerder], geboren op [geboortedatum] 1937 in [geboorteplaats], onder curatele,
benoemt over de onder curatele gestelde tot curatrice zijn echtgenote, [verzoekster], geboren op [geboortedatum] 1945 in [geboorteplaats] en wonende in Aruba,
bepaalt dat deze uitspraak vanwege de curatrice binnen tien (10) dagen nadat deze ten uitvoer kan worden gelegd, wordt geplaatst in de Landscourant van Aruba, alsmede in de dagbladen “DIARIO” en “AMIGOE DI ARUBA”,
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.H.M. van de Leur, rechter in dit gerecht, ter terechtzitting van dinsdag 5 december 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.