ECLI:NL:OGEAA:2017:959

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
28 november 2017
Publicatiedatum
7 december 2017
Zaaknummer
EJ-3063 van 2016/AUA201601492
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bepaling van gezag en omgangsregeling in een ouderschapskwestie

In deze beschikking van het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gedateerd 28 november 2017, wordt een verzoek behandeld van de vader, vertegenwoordigd door mr. M.M. Malmberg, tegen de moeder, vertegenwoordigd door mr. N.S. Gravenstijn, met betrekking tot het gezag en de omgangsregeling van hun minderjarige kinderen. De procedure volgt op een eerdere beschikking van 14 maart 2017 en is gebaseerd op een rapport van de Voogdijraad, ingediend op 4 september 2017. Tijdens de mondelinge behandeling op 17 oktober 2017 waren beide ouders aanwezig, bijgestaan door hun advocaten, evenals vertegenwoordigers van de Voogdijraad.

Het gerecht oordeelt dat de ouders niet in staat zijn tot gezamenlijke gezagsuitoefening vanwege ernstige communicatieproblemen en spanningen tussen hen. Dit leidt tot de conclusie dat het in het belang van de minderjarigen is dat de vader alleen het gezag uitoefent. De moeder heeft in het verleden hulpverlening ontvangen, maar dit heeft niet geleid tot verbetering in de situatie. De vader wordt als de meest betrokken ouder gezien, die de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen op zich neemt.

Wat betreft de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen, wordt het verzoek van de vader afgewezen bij gebrek aan belang, aangezien de moeder zich niet verzet tegen de hoofdverblijfplaats bij de vader. De omgangsregeling wordt vastgesteld op basis van het advies van de Voogdijraad, waarbij de moeder meer tijd met de kinderen kan doorbrengen. De beschikking bevat gedetailleerde afspraken over de omgangsregeling, die ingaat op 29 november 2017, en de zaak wordt verwezen voor evaluatie op een later tijdstip. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en verdere beslissingen worden aangehouden.

Uitspraak

Beschikking van 28 november 2017
Zaaknummer EJ-3063 van 2016/AUA201601492.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
tegen
[naam moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn.
Belanghebbenden:
[naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
[naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba,
hierna samen aan te duiden als de minderjarigen.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de eerdere procedure blijkt uit de beschikking van dit gerecht van 14 maart 2017. De verdere procedure blijkt uit:
- het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 4 september 2017,
- de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 17 oktober 2017, waaruit blijkt dat zijn verschenen de vader en de moeder in persoon bijgestaan door hun gemachtigden en namens de Voogdijraad, mevrouw A. Flanders en de heer M. Loopstok.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

Gezag

2.1
Gelet op hetgeen partijen ter zitting over en weer hebben aangevoerd en met inachtneming van het advies van de Voogdijraad, is het gerecht van oordeel dat partijen niet in staat zijn tot een gezamenlijke gezagsuitoefening. Immers, het ontbreken van iedere vorm van communicatie, alsmede de nog steeds bestaande spanningen tussen partijen, maken het nemen van beslissingen betreffende de minderjarigen en het maken van afspraken over zijn verzorging en opvoeding onmogelijk. De communicatie problemen tussen de ouders zijn zodanig ernstig dat er een onaanvaardbaar risico is dat de minderjarigen klem of verloren raken tussen de ouders indien zij het ouderlijk gezag gezamenlijk blijven uitoefenen. Nu deze situatie al zo lang duurt, is niet te verwachten dat hierin nog verbetering zal komen.
2.2
Nu het gerecht een gezamenlijke gezagsuitoefening in het belang van de minderjarigen niet wenselijk oordeelt, zal het gerecht alleen de vader belasten met de uitoefening van het gezag over de minderjarigen. Uit het rapport van de Voogdijraad voor wat betreft de verzorging en opvoeding van de minderjarigen blijkt namelijk het volgende. Vader doet en regelt alles voor de minderjarigen, waar moeder zich vaak laks opstelt en vaak de verantwoordelijkheid overlaat aan de vader. Vader heeft meer inzicht in de belangen van de minderjarigen. Moeder heeft vanaf 2014 tot heden hulpverlening aangeboden gekregen voor wat betreft de verzorging en opvoeding van de minderjarigen, maar dit heeft niet mogen baten.
Hoofdverblijfplaats
2.3
Nu de vader het gezag over de minderjarigen alsdan alleen zal uitoefenen, zal het verzoek ten aanzien van de hoofdverblijfplaats van de minderjarigen bij gebrek aan belang worden afgewezen. De moeder verzet zich overigens niet tegen bepaling van de hoofdverblijfplaats bij de vader.
Omgangsregeling
2.4
Ingevolge artikel 1:377a BW hebben het kind en de niet met het gezag belaste ouder recht op omgang met elkaar. De Voogdijraad adviseert een omgangsregeling vast te stellen en acht het in het belang van de minderjarigen dat de moeder meer tijd met de minderjarigen doorbrengt.
2.5
Het gerecht acht, gelet op het verhandelde ter zitting en het rapport van de Voogdijraad, de zijdens de Voogdijraad voorgestelde omgangsregeling in het belang van de minderjarigen en zal conform voornoemd advies in het belang van de minderjarigen de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarigen als hieronder aangegeven vaststellen. Het gerecht acht het in het belang van de minderjarigen dat de moeder ook betrokken wordt bij hun (sport) activiteiten en ook een weekeinde met de kinderen kan doorbrengen om de band met de minderjarigen te versterken. De moeder zal de minderjarigen wel tijdig naar hun activiteiten moeten brengen en ophalen.
2.6
Het gerecht zal de zaak verwijzen naar een nader te noemen datum voor evaluatie van de vastgestelde omgangsregeling.
2.7
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

3.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat het ouderlijk gezag over [naam minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] in Aruba en [naam minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] in Aruba, voortaan alleen aan de vader [naam vader], geboren op [geboortedatum] in Aruba, zal toekomen;
bepaalt dat de griffier deze beslissing aantekent in het gezagsregister;
bepaalt de omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarigen als volgt ingaande 29 november 2017:
- elke week op
woensdag, waarbij de moeder na het werk de minderjarigen bij de creche ophaalt ( de minderjarigen blijven bij moeder slapen);
- elke week op
donderdag, waarbij de moeder de minderjarigen donderdagochtend naar school brengt en na het werk bij de creche ophaalt; de moeder brengt de minderjarige [naam minderjarige 1] tijdig bij zijn voetbal training (vader geeft de traingstijden tijdig door) en zet de minderjarige [naam minderjarige 2] om 18.00 uur bij de creche af;
- om de week in het weekend vanaf
donderdag tot maandagochtend(ingaande 7 december 2017), waarbij de moeder op donderdag de minderjarige [naam minderjarige 1] na zijn voetbaltraining weer tijdig ophaalt en de minderjarige [naam minderjarige 2] na het ophalen bij de creche niet weer aldaar afzet (de minderjarigen blijven tot en met zondag bij moeder slapen); op zaterdag brengt de moeder de minderjarige [naam minderjarige 1] tijdig bij zijn voetbalwedstrijden (vader geeft het rooster tijdig door aan de moeder) en brengt de minderjarigen tijdig naar hun zwemles (vader geeft tijd en plaats tijdig door aan moeder);
verwijst de zaak naar de zitting van
dinsdag, 8 mei 2018 om 10.45 uur, voor evaluatie omgangsregeling,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 28 november 2017 in aanwezigheid van de griffier.