ECLI:NL:OGEAA:2017:994

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 december 2017
Publicatiedatum
20 december 2017
Zaaknummer
A.R. 1521 van 2017 / AUA201701554
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Incident in aandelenkoopgeschil tussen Gallow Corporation N.V. en EAB Holdings c.s.

In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, ging het om een incidentele vordering van Gallow Corporation N.V. (hierna: Gallow) tegen EAB Holdings en Island Homes N.V. (hierna gezamenlijk: EAB c.s.) en Arashi Investments LLC. De procedure betrof de gevolgen van een aandelenkoop en de vraag of Gallow de dwangsomveroordeling moest opheffen of verminderen. EAB c.s. en Arashi verzetten zich tegen deze vordering. De rechter oordeelde dat de hoofdzaak niet op de algemene rol geplaatst had mogen worden, aangezien de beslissing op het verzoek om verkoop en overdracht van aandelen bij beschikking en niet bij vonnis dient te worden genomen. De rechter verwees de zaak naar de E.J.-zitting van 16 januari 2018 voor verdere behandeling. De incidentele vordering van Gallow werd afgewezen, en Gallow werd veroordeeld in de proceskosten van EAB c.s. De rechter verklaarde de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 13 december 2017
Behorend bij A.R. 1521 van 2017 / AUA201701554
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in het incident in de zaak van:
de naamloze vennootschap
GALLOW CORPORATION N.V.
te Curaçao,
hierna ook te noemen: Gallow,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.
tegen
de rechtspersoon naar vreemd recht
EAB HOLDINGS,
Britse Maagdeneilanden,
en
de naamloze vennootschap
ISLAND HOMES N.V.
te Aruba,
hierna ook te noemen: EAB c.s., respectievelijk EAB en Island Homes,
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
en
de rechtspersoon naar vreemd recht
ARASHI INVESTMENTS LLC.,
te Darndanelle (Verenigde Staten van Amerika),
hierna ook te noemen: Arashi,
gemachtigde: de advocaat mr. C.B.A. Coffie.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de incidentele conclusie van Gallow;
- de conclusie van antwoord in het incident van EAB c.s.;
- de conclusie van antwoord in het incident van Arashi.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis in het incident.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen partijen wordt geprocedeerd over – kort gezegd – de gevolgen van een al dan niet nagekomen aandelenkoop.
2.2
In die procedure onder nummer A.R. 1356 van 2016 is Gallow bij vonnis van 18 januari 2017 veroordeeld om aan EAB c.s. in afschrift een aantal schrifturen over te leggen op straffe van een dwangsom.

3.DE VORDERING EN HET VERWEER

3.1
Gallow vordert (naar het gerecht begrijpt) bij wijze van incident – kort gezegd – de dwangsomveroordeling op te heffen dan wel te verminderen tot nihil.
3.2
EAB c.s. en Arashi verzetten zich hiertegen.

4.DE BEOORDELING

in het incident
4.1
De hoofdzaak in dit geding strekt ertoe te bepalen binnen welke termijn tot verkoop en overdracht van de in executoriaal beslag genomen aandelen kan worden overgegaan.
4.2
Ingevolge artikel 474g lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt op een dergelijk verzoek bij beschikking en niet bij vonnis beslist. De zaak is dus door de griffier ten onrechte op de algemene rol geplaatst.
4.3
Dat betekent dat de rechter de zaak naar de E.J.-zitting van dinsdag 16 januari 2018 zal verwijzen voor verdere behandeling. De griffier zal worden opgedragen de belanghebbenden op te roepen. Daartoe behoort overigens niet Arashi.
4.4
De incidentele vordering komt, wat daarvan verder ook zij, daarom niet voor toewijzing in aanmerking. Als de in het ongelijk te stellen partij zal Gallow de proceskosten van EAB c.s. moeten vergoeden. Arashi is kennelijk – en nodeloos – vrijwillig in het incident verschenen en heeft daarom geen recht op proceskostenvergoeding.
in de hoofdzaak
4.5
De zaak zal worden verwezen naar de E.J.-zitting.

5.DE UITSPRAAK:

De rechter in dit gerecht:
in het incident
wijst de incidentele vordering af;
veroordeelt Gallow in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van EAB c.s. worden begroot op Afl. 1.250, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
in de hoofdzaak
verwijst de zaak naar de E.J.-zitting van dinsdag 16 januari 2018 voor verdere behandeling;
draagt de griffier op belanghebbenden als genoemd in het inleidend verzoek voor die zitting op te roepen.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.