ECLI:NL:OGEAA:2017:997
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van opposant in verzet tegen vordering van Water- en Energiebedrijf Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 13 december 2017 een vonnis uitgesproken in een verzetzaak. De opposant, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. de Hoogd, heeft verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht. De opposant vorderde dat het Gerecht haar goed opposant verklaart, het eerdere vonnis vernietigt en de oorspronkelijke vorderingen van het Water- en Energiebedrijf Aruba (W.E.B.) afwijst. De W.E.B., vertegenwoordigd door mr. P.R.C. Brown, thans procederend in persoon, heeft verweer gevoerd en geconcludeerd dat de opposant niet-ontvankelijk verklaard moet worden in haar verzet.
Tijdens de zitting op 30 oktober 2017 is de opposant niet verschenen, terwijl de W.E.B. wel aanwezig was. Het Gerecht heeft in zijn overwegingen volhard in de eerdere beslissingen en heeft vastgesteld dat de opposant geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid om feiten of omstandigheden aan te voeren die zouden kunnen leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat er sprake was van een verschoonbare overschrijding van de wettelijke termijn voor het indienen van verzet.
Het Gerecht heeft uiteindelijk geoordeeld dat de opposant niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzet en heeft haar veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.