ECLI:NL:OGEAA:2017:997

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
13 december 2017
Publicatiedatum
21 december 2017
Zaaknummer
B.B. nr. 1045 van 2017 / AUA201701618
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van opposant in verzet tegen vordering van Water- en Energiebedrijf Aruba

In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 13 december 2017 een vonnis uitgesproken in een verzetzaak. De opposant, vertegenwoordigd door advocaat mr. G. de Hoogd, heeft verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van het Gerecht. De opposant vorderde dat het Gerecht haar goed opposant verklaart, het eerdere vonnis vernietigt en de oorspronkelijke vorderingen van het Water- en Energiebedrijf Aruba (W.E.B.) afwijst. De W.E.B., vertegenwoordigd door mr. P.R.C. Brown, thans procederend in persoon, heeft verweer gevoerd en geconcludeerd dat de opposant niet-ontvankelijk verklaard moet worden in haar verzet.

Tijdens de zitting op 30 oktober 2017 is de opposant niet verschenen, terwijl de W.E.B. wel aanwezig was. Het Gerecht heeft in zijn overwegingen volhard in de eerdere beslissingen en heeft vastgesteld dat de opposant geen gebruik heeft gemaakt van de geboden gelegenheid om feiten of omstandigheden aan te voeren die zouden kunnen leiden tot een verschoonbare termijnoverschrijding. Hierdoor kon niet worden vastgesteld dat er sprake was van een verschoonbare overschrijding van de wettelijke termijn voor het indienen van verzet.

Het Gerecht heeft uiteindelijk geoordeeld dat de opposant niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzet en heeft haar veroordeeld in de kosten van de procedure, begroot op Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 13 december 2017
Behorend bij B.B. nr. 1045 van 2017 / AUA201701618
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Opposant],
wonende in Aruba te [adres],
OPPOSANT,
hierna ook te noemen: [opposant],
gemachtigde: de advocaat mr. G. de Hoogd,
tegen:
de naamloze vennootschap
WATER- EN ENERGIEBEDRIJF ARUBA (W.E.B.) N.V.,
gevestigd in Aruba,
GEOPPOSEERDE,
hierna ook te noemen: WEB,
gemachtigde (voorheen): de advocaat mr. P.R.C. Brown,
thans procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 13 september 2017 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. De bij dat vonnis gelaste comparitie van partijen na antwoord heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2017. Het WEB is verschenen bij haar gemachtigde, voor wie mr. E.H.J. Martis heeft geoccupeerd. De deugdelijk opgeroepen [opposant] is niet ter zitting verschenen. Het WEB heeft het woord gevoerd (mede aan de hand van toegelaten nadere producties) en zij heeft gepersisteerd bij haar oorspronkelijke vorderingen en de daaraan ten gronde gelegde stellingen.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

2.1
[opposant] vordert dat het Gerecht - zo het begrijpt - bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis haar goed opposant verklaart, het vonnis waarvan verzet vernietigt en - opnieuw rechtdoende - de oorspronkelijke vorderingen van het WEB afwijst, kosten rechtens.
2.2
Het WEB voert verweer en concludeert - zo het Gerecht begrijpt - dat [opposant] niet-ontvankelijk moet worden verklaard in haar verzet, althans tot afwijzing van het door haar verzochte, kosten rechtens.

3.DE VERDERE BEOORDELING

3.1
Het Gerecht volhardt in zijn in het tussenvonnis neergelegde overwegingen en beslissingen.
3.2
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 2.6 van het tussenvonnis wordt het volgende overwogen. De niet ter zitting verschenen [opposant] heeft geen gebruik gemaakt van de aan haar geboden gelegenheid om feiten en/of omstandigheden aan te voeren die tot het oordeel zouden kunnen leiden dat sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. Nu niet kan worden vastgesteld en evenmin aannemelijk kan worden geoordeeld dat sprake is van een verschoonbare overschrijding van de wettelijke termijn waarbinnen verzet kan worden ingesteld, zal [opposant] niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzet.
3.3
[opposant] zal, als de niet-ontvankelijk verklaarde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van het WEB, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde (1 punt van tarief 2 van het liquidatietarief).

4.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-verklaart [opposant] niet-ontvankelijk in haar verzet;
-veroordeelt [opposant] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van het WEB, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 250,-- aan salaris voor de gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 13 december 2017 in aanwezigheid van de griffier.