In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, gaat het om een geschil tussen de naamloze vennootschap Jagy N.V. en gedaagden over een huurovereenkomst voor een bedrijfsruimte. De huurovereenkomst werd op 15 november 2015 gesloten voor een periode van twee jaar, met een maandelijkse huurprijs van Afl. 9.500,00. Vanaf 1 september 2016 werd er echter geen huur meer betaald. Jagy N.V. sommeerde de gedaagden meerdere keren tot betaling van de achterstallige huur, maar zonder resultaat. Uiteindelijk werd de huurovereenkomst opgezegd per 31 maart 2017.
Gedaagden voerden aan dat de huurovereenkomsten nietig zijn, omdat deze zijn aangegaan door Jagy N.V., die volgens hen niet de juiste doelstellingen had voor het verhuren van bedrijfsruimte. Het gerecht oordeelde echter dat Jagy N.V. wel degelijk binnen haar doelstellingen handelde, aangezien de gedaagden een restaurant wilden exploiteren in de gehuurde ruimte. Het gerecht verwierp het verweer van de gedaagden en stelde hen in de gelegenheid om bewijs te leveren van hun stelling dat het voor Jagy N.V. duidelijk was dat de huurovereenkomst met hun vennootschap Fred&Fred F&B Corporation N.V. zou worden aangegaan.
De zaak werd verwezen naar de rol voor akte uitlating bewijsopdracht aan de zijde van gedaagden, waarbij het gerecht elke verdere beslissing aanhield in afwachting van de bewijslevering. Het vonnis werd uitgesproken op 13 december 2017 door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht.