ECLI:NL:OGEAA:2018:117

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
7 maart 2018
Publicatiedatum
19 maart 2018
Zaaknummer
A.R. 2352 van 2016
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake onjuiste oproeping van gedaagde voor conclusie van dupliek in civiele procedure

In de zaak tussen de naamloze vennootschap Tropische Bottelmaatschappij van Aruba N.V. (hierna: TBA) en [Gedaagde], die procedeert in persoon, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 7 maart 2018 een tussenvonnis gewezen. De procedure betreft een vordering van TBA tegen [Gedaagde] voor een bedrag van Afl. 11.585,79, vermeerderd met rente en buitengerechtelijke incassokosten. TBA stelt dat [Gedaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van haar betalingsverplichtingen uit een consignatieovereenkomst. [Gedaagde] heeft verweer gevoerd en betwist dat zij aansprakelijk is, stellende dat de Aruba Madness Foundation de overeenkomst is aangegaan.

Tijdens de rolzitting van 8 november 2017 is de zaak verwezen naar de rolzitting van 24 januari 2018 voor conclusie van dupliek. [Gedaagde] is echter niet op de juiste wijze opgeroepen voor deze zitting, wat heeft geleid tot een akte niet-dienen. De rechter heeft vastgesteld dat de oproepingsdatum onjuist was en dat [Gedaagde] niet correct is geïnformeerd over de datum waarop zij haar conclusie van dupliek diende in te dienen. Hierdoor is de procedure niet op de juiste wijze verlopen.

De rechter heeft besloten dat er een nieuwe datum voor de conclusie van dupliek moet worden vastgesteld, en heeft verdere beslissingen aangehouden. De uitspraak is gedaan door mr. W.J. Noordhuizen en werd openbaar uitgesproken op 7 maart 2018.

Uitspraak

Vonnis van 7 maart 2018
Behorend bij A.R. 2352 van 2016
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
TROPISCHE BOTTELMAATSCHAPPIJ VAN ARUBA N.V.,
gevestigd in Aruba,
hierna ook te noemen: TBA,
gemachtigde: de advocaat mr. W.G.T.M. Kloes,
tegen:
[Gedaagde],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in het incident tot vrijwaring van 14 juni 2017;
- het herstelvonnis in het incident van 21 september 2017;
- de conclusie van repliek, genomen op 8 november 2017.
[Gedaagde] heeft geen conclusie van dupliek genomen.
Daarop is akte niet-dienen verleend.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Op 14 april 2015 heeft TBA een consignatieovereenkomst opgesteld.
2.1.1
Op de eerste pagina, onder het kopje “Activity Information” staat onder meer het volgende.
Activity Name: MMA april 25
Delivery Address: Don Mansur Ball Park
(…)
Mobile: [mobiel telefoonnummer]
2.1.2
Onder het kopje ”Payment Information” staat onder meer het volgende.
Person’s Name: [Gedaagde]
(…)
Mobile: [mobiel telefoonnummer]
2.1.3
Deze overeenkomst is door [Gedaagde] ondertekend
.
2.2
Op de factuur van 27 augustus 2015 ten bedrage van Afl. 11.585,79,--, die door TBA bij verzoekschrift is overgelegd, staat het volgende vermeld:
Sold To:
[Gedaagde],
Don Elias Mansur Ballpark
Oranjestad, Aruba
Aruba

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
TBA vordert dat het gerecht bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [Gedaagde] veroordeelt om aan TBA, te voldoen het bedrag van Afl. 11.585,79, vermeerderd met 1,5% rente per maand vanaf 4 mei 2016 tot aan de dag der algehele vergoeding, alsmede vermeerderd met 15% overeengekomen buitengerechtelijke incassokosten ad Afl. 1.737,87, met veroordeling van [Gedaagde] in de kosten van het geding.
3.2
TBA grondt de vordering erop dat [Gedaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de uit de overeenkomst voortvloeiende betalingsverplichting en dat zij in verband daarmee incassokosten heeft gemaakt.
3.3
[Gedaagde] voert verweer en concludeert dat TBA niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in haar vordering. [Gedaagde] voert aan dat niet zij, maar de stichting genaamd Aruba Madness Foundation (hierna: de stichting) een consignatie overeenkomst met TBA is aangegaan. [Gedaagde] erkent dat het gevorderde bedrag aan TBA verschuldigd is, maar is van mening dat de stichting, en niet zij, daarvoor aansprakelijk gehouden dient te worden.

4.DE BEOORDELING

4.1
Op de rolzitting van 8 november 2017 is de zaak verwezen naar de rolzitting van 24 januari 2018 voor conclusie van dupliek. [Gedaagde] is toen ter zitting niet verschenen, en heeft evenmin gedupliceerd. Uit het dossier is echter nadien gebleken dat [Gedaagde] niet op de juiste wijze is opgeroepen voor de zitting van 24 januari 2018, zijnde de dag waarop zij schriftelijk op de inhoud van de conclusie van repliek diende te dupliceren. Immers, aan [Gedaagde] is bij brief van dit gerecht van 9 november 2017 medegedeeld dat zij ter terechtzitting van 14 januari 2018 een conclusie van dupliek kon nemen. Deze datum is niet juist. Dat had 24 januari moeten zijn. Er is dan ook ten onrechte akte niet-dienen verleend.
4.2
De zaak is ten onrechte verwezen naar de rolzitting van heden voor het wijzen van vonnis. Gelet op het feit dat [Gedaagde] niet op de juiste wijze is opgeroepen voor de rolzitting van 24 januari 2018, om op de inhoud van de conclusie van repliek te dupliceren, dient een nieuwe datum hiervoor te worden bepaald.
4.3
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 4 april 2018 om 08:30 uurvoor conclusie van dupliek zijdens [Gedaagde];
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 7 maart 2018 in aanwezigheid van de griffier.