Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
2. Werknemer heeft een rekening courant schuld bij de werkgever welke per heden AWG 49.544,71 beloopt. Werknemer zal een uitdraai ontvangen van deze schuld.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de eiseres, Romar Trading Company N.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die in persoon procedeert. De vordering betreft een rekening courant schuld van de gedaagde aan Romar, die voortvloeit uit een vaststellingsovereenkomst van 3 april 2017, waarin partijen hun dienstverband hebben beëindigd. De gedaagde heeft een schuld van AWG 49.544,71, maar heeft geen betalingen verricht ter aflossing van deze schuld. Romar vordert betaling van een bedrag van Afl. 41.564,59, vermeerderd met wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten.
De procedure is gestart met een tussenvonnis op 11 oktober 2017, gevolgd door een comparitie op 10 november 2017. Tijdens deze comparitie heeft Romar haar eis gewijzigd en verzocht om veroordeling van de gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en kosten. De gedaagde heeft de vordering erkend, maar bezwaar gemaakt tegen de gevorderde rente en kosten, stellende dat zij bereid was tot een betalingsregeling, maar dat Romar hier niet op inging.
De rechter heeft geoordeeld dat Romar recht heeft op de gevorderde wettelijke rente vanaf het moment dat de gedaagde in verzuim is, en dat de buitengerechtelijke incassokosten niet voldoende zijn onderbouwd. Desondanks heeft de rechter de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, de wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten, evenals de proceskosten aan de zijde van Romar. Het vonnis is uitgesproken op 10 januari 2018.