ECLI:NL:OGEAA:2018:144

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
27 maart 2018
Publicatiedatum
28 maart 2018
Zaaknummer
EJ nr. 2311 van 2017 / AUA201703075
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging alimentatiebeschikking na wijziging van omstandigheden

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de man, bijgestaan door zijn advocaat mr. M.M. Malmberg, verzocht om wijziging van een eerdere alimentatiebeschikking. De oorspronkelijke beschikking, gedateerd 10 mei 2011, verplichtte de man tot het betalen van Afl. 300,- per maand aan levensonderhoud aan de vrouw, met wie hij een affectieve relatie had die in 2008 eindigde. De man heeft zijn verzoek ingediend op 25 oktober 2017, met als argument dat zijn financiële situatie is veranderd door zijn pensionering, waardoor hij niet langer in staat is om de alimentatie te betalen.

Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2018 heeft de vrouw verweer gevoerd tegen het verzoek van de man. De rechter heeft in overweging genomen of er sprake is van een relevante wijziging van omstandigheden die een herbeoordeling van de alimentatie rechtvaardigt. Volgens artikel 1:401 lid 1 BWA kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud worden gewijzigd indien er na de uitspraak relevante wijzigingen in de omstandigheden zijn opgetreden.

De rechter heeft vastgesteld dat de man met pensioen is gegaan en zijn inkomen aanzienlijk is gedaald, wat een relevante wijziging van omstandigheden vormt. Gezien deze nieuwe situatie heeft de rechter geoordeeld dat de man thans geen ruimte meer heeft om alimentatie te betalen. De beschikking is vervolgens gewijzigd, waarbij het door de man te betalen bedrag aan levensonderhoud aan de vrouw vanaf 1 maart 2018 op nihil is gesteld. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en elke partij draagt zijn eigen kosten.

Uitspraak

Beschikking van 27 maart 2018
behorend bij EJ nr. 2311 van 2017 / AUA201703075
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak tussen
Verzoeker,
wonende in Aruba,
verzoeker, hierna: de man,
gemachtigde: de advocaat mr. M.M. Malmberg,
en
[verweerster],
wonende in Aruba, [adres],
verweerster, hierna te noemen de vrouw,
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 25 oktober 2017;
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 13 februari 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen de man bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd en de vrouw in persoon.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen hadden een affectieve relatie die in 2008 tot een einde is gekomen.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 10 mei 2011 (EJ-3170/10) is bepaald dat de man aan de vrouw een uitkering tot levensonderhoud voor een bedrag van Afl. 300,- per maand dient te voldoen.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot wijziging van de beschikking van 10 mei 2011 in die zin dat het door de man uit te keren bedrag aan levensonderhoud ten behoeve van de vrouw op nihil wordt gesteld, dan wel het bedrag te verlagen.
4.
DE BEOORDELING
4.1
Ingevolge artikel 1:401 lid 1 BWA kan een rechterlijke uitspraak betreffende levensonderhoud, bij latere uitspraak worden gewijzigd of ingetrokken, indien zij nadien door wijziging van omstandigheden ophoudt aan de wettelijke maatstaven te voldoen. Er is sprake van wijziging van omstandigheden in de zin van art 1:401 BW wanneer het gaat om een ten tijde van de uitspraak waarvan wijziging wordt verzocht nog toekomstige omstandigheid waarmee in die uitspraak nog geen rekening is gehouden. Het moet gaan om een relevante wijziging van omstandigheden die zich nadien, dat wil zeggen na de uitspraak waarvan wijziging wordt verzocht, heeft voorgedaan.
4.2
Het verzoek strekt tot wijziging van bovengenoemde beschikking van 10 mei 2011 in die zin dat het door de man te betalen bedrag aan levensonderhoud wordt bepaald op nihil. Aan zijn verzoek heeft de man ten grondslag gelegd dat hij niet meer kan voldoen aan deze betalingsverplichting. Daartoe heeft de man aangevoerd dat hij met pensioen is gegaan waardoor zijn inkomen aanzienlijk is gedaald ten opzichte van het inkomen waarmee het gerecht in 2011 bij de vaststelling van de te betalen levensonderhoud rekening heeft gehouden. De vrouw voert verweer tegen het verzoek van de man.
4.3
Ter beoordeling ligt voor de vraag of zich een relevante wijziging van omstandigheden heeft voorgedaan in de zin van artikel 1:401 lid 1 BWA die een hernieuwde beoordeling van de behoefte en de draagkracht rechtvaardigt.
4.4
Het gerecht is van oordeel, gelet op het verhandelde ter zitting en overgelegde stukken, dat er sprake is van wijziging van omstandigheden ten opzichte van de situatie ten tijde van de beschikking van 10 mei 2011. Voorts is het gerecht van oordeel dat nu de man met pensioen is gegaan en zijn inkomen is gedaald, hij thans geen ruimte meer heeft om alimentatie te betalen aan de vrouw. Gelet hierop zal het verzoek worden toegewezen.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
5.1
stelt het door de man te betalen bedrag aan levensonderhoud aan de vrouw vanaf 1 maart 2018 op nihil;
5.2
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.3
wijst af het anders of meer verzochte;
5.4
bepaalt dat elke partij de eigen kosten draagt.
Aldus gegeven door mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, en in het openbaar uitgesproken ter zitting van dinsdag 27 maart 2018 in aanwezigheid van de griffier.