Uitspraak
1.DE PROCEDURE
2.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN
Afl. 1.905,-- aan overeengekomen vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten.
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze civiele procedure, aangespannen door eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. M.D. Tromp, tegen gedaagde, die in persoon procedeerde, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 21 februari 2018 uitspraak gedaan. De zaak betreft een vordering van eiseres tot betaling van Afl. 12.487,47, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 24 februari 2012 en een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten van Afl. 1.905,--. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 6 december 2017, waarna een comparitie van partijen op 8 januari 2018 heeft plaatsgevonden. Tijdens deze zitting hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, waarbij eiseres ook een nadere productie heeft ingediend.
Het Gerecht heeft in zijn beoordeling de vordering van eiseres toegewezen, waarbij het volhardde in de overwegingen van het tussenvonnis. Gedaagde heeft erkend dat hij ook een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd is aan eiseres. Het Gerecht heeft de kosten van de procedure aan de zijde van eiseres begroot op Afl. 1.418,34 aan verschotten en Afl. 3.000,-- aan salaris voor de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. A.H.M. van de Leur en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.