ECLI:NL:OGEAA:2018:16

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
5 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
347 en 675 van 2017
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van gekwalificeerde doodslag en vuurwapenbezit in Aruba

In deze strafzaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is de verdachte op 5 januari 2018 veroordeeld voor het medeplegen van gekwalificeerde doodslag en vuurwapenbezit. De zaak betreft een schietincident op 24 april 2016, waarbij het slachtoffer, bekend als Viejo, werd doodgeschoten door de verdachte en een mededader tijdens een poging tot beroving van geld en drugs. De verdachte heeft het slachtoffer met een vuurwapen in het hoofd geschoten, wat leidde tot de dood van het slachtoffer. De officier van justitie had een gevangenisstraf van achttien jaar geëist, maar het gerecht legde een straf op van vijftien jaar gevangenisstraf op, rekening houdend met de ernst van het delict en de impact op de samenleving. De verdachte was al eerder veroordeeld voor een overtreding van de Vuurwapenverordening, wat de ernst van zijn huidige vergrijp onderstreept. Het gerecht heeft de verklaringen van getuigen en medeverdachten als betrouwbaar beoordeeld, wat leidde tot de bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten. De verdachte is schuldig bevonden aan het medeplegen van doodslag, vergezeld van een strafbaar feit, en het voorhanden hebben van vuurwapens.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1995 in Aruba,
wonende in [woonplaats],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 15 december 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsman, mr. P.M.E. Mohamed.
Het gerecht heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, op de terechtzitting van 15 december 2017 gevoegd.
De officier van justitie, mr. C.D. Kardol, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van het in de zaak met parketnummer P-2017/00682 primair tenlastegelegde feit en het in de zaak met parketnummer P-2017/10893 tenlastegelegde feit te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien jaar, met aftrek van voorarrest.
De raadsman heeft het woord gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd:
In de zaak met parketnummer P-2017/00682
1.
dat hij op of omstreeks 24 april 2016 in Aruba
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd,
door met een pistool, althans een vuurwapen, een (of meer) kogel(s) in/op en/of in de richting van het hoofd en/of de hals, althans het (boven)lichaam van die [slachtoffer] af te vuren, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden,
welke doodslag werd gevolgd, vergezeld en/of voorafgegaan van enig strafbaar feit,
te weten een diefstal met geweld (in vereniging) van een geldbedrag en een hoeveelheid drugs althans een poging diefstal met geweld en/of een poging afpersing,
en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan dat feit straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
(artikel 2:260 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
en
dat hij op of omstreeks 24 april 2016 in Aruba
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk en met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, door met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg met een pistool, althans een vuurwapen, een (of meer) kogel(s) in/op en/of in de richting van het hoofd en/ of de hals, althans het (boven)lichaam van die [slachtoffer] af te vuren, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden,
(artikel 2:262 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij op of omstreeks 24 april 2016 in Aruba
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, door met een pistool, althans een vuurwapen, een (of meer) kogel(s) in/op en/of in de richting van het hoofd en/ of de hals, althans het (boven)lichaam van die [slachtoffer] af te vuren, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden,
(artikel 2:259 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij op of omstreeks 24 april 2016 in Aruba
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag en een hoeveelheid drugs, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of verdachtes mededader,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd
van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer],
gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
- een pistool, althans een vuurwapen heeft getoond en in die richting van en op het (boven)lichaam van die [slachtoffer] heeft gericht en gericht gehouden en
- die [slachtoffer] met een pistool, althans vuurwapen heeft geslagen en
- een pistool, althans een vuurwapen heeft doorgeladen en hiermee meerdere schoten heeft gelost in/op en/of in de richting van het hoofd en/of de hals, althans het (boven)lichaam van die [slachtoffer],
ten gevolge van welk bovenomschreven feit die [slachtoffer] is overleden;
(artikel 2:291 lid 2 jo lid 3 van het Wetboek van Strafrecht)
althans indien ten aanzien van het vorenstaande geen veroordeling mocht (kunnen) volgen
dat hij op of omstreeks 24 april 2016 in Aruba
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een geldbedrag en een hoeveelheid drugs, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welke poging tot diefstal werd vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
en/of
met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] te dwingen tot de afgifte van geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s),
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat verdachte en/of verdachtes mededader:
- een pistool, althans een vuurwapen heeft getoond en in die richting van en op het (boven)lichaam van die [slachtoffer] heeft gericht en gericht gehouden en
- die [slachtoffer] met een pistool, althans vuurwapen heeft geslagen en
- een pistool, althans een vuurwapen heeft doorgeladen en hiermee meerdere schoten heeft gelost in/op en/of in de richting van het hoofd en/of de hals, althans het (boven)lichaam van die [slachtoffer],
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid,
ten gevolge van welk bovenomschreven feit die [slachtoffer] is overleden;
(artikel 2:291 lid 2 jo lid 3 jo artikel 1:119 van het Wetboek van Strafrecht)
In de zaak met parketnummer P-2017/10893
Dat hij in of omstreeks de periode van 1 december 2016 tot en met 16 januari 2017 in Aruba meermalen, althans eenmaal een vuurwapen en munitie, als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
(artikel 3 van de Vuurwapenverordening)

3.Voorvragen

Geldigheid van de dagvaarding
Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding aan alle wettelijke vereisten voldoet en dus geldig is.
Bevoegdheid van het gerecht
Krachtens de wettelijke bepalingen is het gerecht bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.
Ontvankelijkheid van de officier van justitie
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die aan de ontvankelijkheid van de officier van justitie in de weg staan.
Redenen voor schorsing van de vervolging
Bij het onderzoek ter terechtzitting zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging gebleken.

4.Bewijsbeslissingen

B. Bewezenverklaring
Het gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer P-2017/00682 primair tenlastegelegde en het in de zaak met parketnummer P-2017/10893 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
In de zaak met parketnummer P-2017/00682
1.
dat hij op
of omstreeks24 april 2016 in Aruba
tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen,
opzettelijk [slachtoffer] van het leven heeft beroofd,
door met een pistool,
althans een vuurwapen,een
(of meer)kogel
(s) in/op en/ofin de richting van het hoofd en
/ofde hals,
althans het (boven)lichaamvan die [slachtoffer] af te vuren, ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden,
welke doodslag werd
gevolgd, vergezeld
en/of voorafgegaanvan enig strafbaar feit,
te weten een diefstal met geweld
(in vereniging
)van een geldbedrag en een hoeveelheid drugs
althans een poging diefstal met geweld en/of een poging afpersing,
en welke doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit
voor te bereiden en/ofgemakkelijk te maken
en/of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of aan andere deelnemers aan dat feit straffeloosheiden
/ofhet bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
In de zaak met parketnummer P-2017/10893:
Dat hij in
of omstreeksde periode van 1 december 2016 tot en met 16 januari 2017 in Aruba meermalen,
althans eenmaaleen vuurwapen
en munitie, als bedoeld in artikel 3 lid 1 van de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft gehad.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Bewijsmiddelen

De overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat, waarbij ieder bewijsmiddel, ook in onderdelen, telkens slechts wordt gebezigd voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
In de zaak met parketnummer P-2017/00682
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid als ‘bijlage’, betreft het bijlagen bij het proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, Divisie Algemene Recherche, District 1, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 29 juni 2017 gesloten en ondertekend door [verbalisant 1], brigadier eerste klasse bij voormeld korps.

1. Bijlage 15

Een proces-verbaal van verhoor getuige, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 31 mei 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 2] en [verbalisant 3], beiden onderinspecteurs bij het Korps Politie Aruba en ingedeeld bij de Divisie Algemene Recherche, voor zover inhoudende, als
verklaring van [getuige 1]-zakelijk weergegeven-
Gedurende april was er een schietpartij in het gehucht Rancho, waar men een man had doodgeschoten. “Viejo”is de man die men had doodgeschoten.Op de bewuste avond was ik naar de woning van Viejo gegaan. Twee mannen kwamen bij ons opdagen. Voornoemde mannen ken ik van aanzicht, doordat ik beiden in het verleden vaak heb gezien. Een van hen is een Arubaan en de andere is een Venezolaan. Ik heb hen gelijk herkend en kon hen goed zien doordat er licht brandde. De Arubaan is een man van jonge leeftijd en heeft een bruine huidskleur. Hij heeft sluik haar en op die bewuste avond was zijn haar in een paardenstaart. Voornoemde mannen waren gekomen om drugs van Viejo te kopen. Dit weet ik doordat ik gehoord heb hoe de Arubaan op een gegeven moment aan Viejo voor 10 gram cocaïne vroeg. Doordat zij geen geld op zak hadden of doordat zij Viejo voor zijn drugs niet wilde betalen, moesten zij de drugs aan Viejo teruggeven. Nadat zij de drugs aan Viejo hebben overhandigd waren zij weggegaan. Het duurde echter niet lang voordat voornoemde mannen weer kwamen opdagen. Deze keer zag ik dat zij vuistvuurwapens bij zich hadden. Ik zag dat de Arubaan een donkergrijs/zwarte revolver in zijn rechterhand hield en dat de Venezolaan een zwart pistool bij zich had. Bij ons gekomen zei de Arubaan in het Papiamento: “Atraco!”. Vervolgens zei de Arubaan in het Papiamento tegen mij: “Tico! drumi abow” (vrije vertaling: ga op de grond liggen). Ik zag dat de Venezolaan Viejo met de kolf van het wapen op het behaarde deel van zijn hoofd sloeg. Ik zag dat de twee mannen drugs vanaf de tafel hadden weggenomen en het geldkistje hadden geledigd. Nadat Viejo dit allemaal had gezien stond hij op een gegeven moment van de grond op en ging op hen af. Ondertussen hadden zij de woning verlaten, waarna er een worsteling buiten voor het appartement tussen hen ontstond. Ik zag dat zij Viejo tijdens de worsteling hadden vastgehouden en hem in de richting van de deur in de omheining begonnen te sleuren. . Even later hoorde ik een schot van een vuurwapen. Op het terrein ter hoogte van de houtendeur in de omheining onder het afdak lag Viejo op de grond. Ik zag dat Viejo gewond was geraakt doordat hij vanuit zijn neus en oor bloedde. Ik zag dat zijn hoofd in een plas bloed lag. Bij aankomst van de politie en ambulance gaf Viejo geen teken van leven meer.
Zonet liet u mij een fotoblad met zes verschillende foto’s zien. Hierop staat ook de foto van
voornoemde Arubaanse man waarover ik in mijn verklaring heb gesproken. “Ik heb hem gelijk herkend doordat ik hem van aanzicht heel goed ken”.
(Opmerking [verbalisant 3]: ik, [verbalisant 3] toonde aan de getuige [getuige 1] een fotoblad met zes verschillende foto’s van op elkaar gelijkende mannen. De getuige [getuige 1] herkende foto nummer 1 als de foto van de Arubaan die samen met de Venezolaan was, toen Viejo werd doodgeschoten. De getuige [getuige 1] herkende de verdachte genaamd:[verdachte], geboren op Aruba op [geboortedatum] 1995 en thans gedetineerd in het KIA.
Nadat vorenstaande verklaring door mij, [verbalisant 3] in het Engels vertaald en aan de getuige [getuige 1] was voorgelezen, verklaarde hij daarbij te volharden maar weigerde hij die te ondertekenen. Als reden gaf hij op dat hij bang is dat bedoelde mannen hem dood zullen schieten.

2. Bijlage 13

Een proces-verbaal van verhoor, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 23 mei 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 4] en [verbalisant 5], respectievelijk brigadier eerste klasse en brigadier bij het Korps Politie Aruba en ingedeeld bij de Divisie Algemene Recherche, voor zover inhoudende, als
verklaring van medeverdachte [medeverdachte]-zakelijk weergegeven-:
Ik ben opgesloten in één der cellen van de politiewacht te Santa Cruz. Tijdens het luchten heb ik kennis gemaakt met een voor mij onbekend gebleven Arubaan. De Arubaan had tegen mij gezegd dat ik op een vriend van hem die afkomstig is uit venezuela lijk. Hij vertelde mij verder dat deze venezolaan dezelfde haarkleur heeft als ik, maar dat hij zijn haar helemaal blond heeft gekleurd. Hierna heeft hij mij gevraagd of ik de Venezolaan, bijgenaamd ‘El Gocho’ ken. In eerste instantie wilde ik niet met hem over ‘El Gocho’ spreken. Ik ben erg bang voor El Gocho. Hierna had ik gezegd dat ik hem ken. Deze jongeman zei tegen mij dat hij een keer samen met “El Gocho” een werk heeft uitgevoerd. Met werk bedoel ik een gewapende overval. Hij had verder tegen mij gezegd dat hij samen met El Gocho een gewapende overval in de Ranchostraat heeft gepleegd en dat een man daar werd neergeschoten. De jongeman had verder tegen mij gezegd dat “El Gocho”een man ging beroven in de “Rancho” en dat de man met hem begon te vechten. De jongeman had tegen mij gezegd dat de man “El Gocho” op de grond had geworpen en met hem begon te worstelen.
De jongeman had mij op dat moment vertrouwd en gezegd dat hij een schot op de man had afgelost omdat hij ook een vuurwapen in zijn bezit had. Op de vraag of ik de jongeman kan omschrijven vertel ik dat hij een slanke blanke jongeman met haar lang is. Als ik de jongeman terug zie zal ik hem met zekerheid meteen herkennen.

3. Bijlage 14

Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 27 mei 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 6], brigadier eerste klasse bij het Korps Politie Aruba, voor zover inhoudende, als
proces-verbaal van fotoconfrontatie getuige [getuige 2]-zakelijk weergegeven-:
Op 27 mei 2016 werd in verband met het lopende onderzoek zaak “Captain 21” de getuige: [getuige 2] aan een fotoconfrontatie onderworpen.
Aan de getuige werd een fotoblad getoond met zes verschillende foto’s. Gedurende deze fotoconfrontatie herkende de getuige [getuige 2], op het fotoblad de man afgedrukt op foto nummer “4” als de gedetineerde die samen met hem in de grote cel van de politiewacht te Santa Cruz ging luchten.
De getuige verklaarde hierna:
  • dat hij de man afgedrukt op foto nummer 4 herkent als degene die aan hem had gevraagd of hij bevriend is met “El Gocho”
  • dat deze man hem had verteld dat hij samen met “El Gocho” een gewapende overval in de Rancho had gepleegd en alwaar iemand neergeschoten werd en
  • dat hij deze man met zekerheid herkent als de man die samen met hem was gaan luchten omdat hij zijn gezicht en zijn haarknipsel goed herinnert.
De getuige herkende op foto nummer “4” de verdachte genaamd:
[verdachte], roepnaam “Gerito” geboren op Aruba op [geboortedatum] 1995 thans gedetineerd in het KIA.

4. Bijlage 18

Een proces-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 1 juni 2016 gesloten en getekend door [verbalisant 3] en [verbalisant 7], respectievelijk onderinspecteur en brigadier bij voormeld korps, ingedeeld bij de Team Woninginbraken, voor zover inhoudende, als verklaring van
[getuige 3], -zakelijk weergegeven-:
Op 1 juni 2016 werd de verdachte [getuige 3] door het personeel van de C.E.A. overgebracht naar het recherchebureau Oranjestad teneinde in zijn zaak te worden verhoord. Na het afleggen van zijn verklaring verklaarde de verdachte [getuige 3] aan mij [verbalisant 7], dat hij wist wie het slachtoffer in Rancho had neergeschoten. (Opmerking verbalisant [verbalisant 7]: Het betreft hier het slachtoffer [slachtoffer] die op 24 april 2016 bij perceel Avenida Aldo Tromp nummer 23 werd neergeschoten).
De verdachte [getuige3] verklaarde dat hij bereid was de naam van de schutter op te geven tegen een vermindering van zijn straf.
De verdachte [getuige 3] verklaarde het volgende:
  • Dat hij wist wie het slachtoffer in Rancho had neergeschoten,
  • dat hij ergens aanwezig was toen de bekende van hem de man Chino Eckmeyer hem had verteld dat hij op de hoogte was dat het slachtoffer in het bezit was van 2 kilo cocaïne,
  • dat hij zijn zoon genaamd [verdachte] had verzocht om het slachtoffer van zijn drugs te gaan beroven,
  • dat [verdachte] hierna samen met een Venezolaanse man naar het gehucht te Rancho waren gegaan om voornoemd slachtoffer te gaan beroven en
  • dat volgens Chino Eckmeyer zijn zoon [verdachte] degene was die het slachtoffer had neergeschoten.
In de zaak met parketnummer P-2017/10893:
Voor zover de hieronder opgenomen bewijsmiddelen worden aangeduid, betreft het bijlagen bij het aanvullend proces-verbaal van het Korps Politie Aruba, onderzoek data mobiele telefoon van het onderzoek dossier “Captain 23”, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 6 december 2017.
5Een proces-verbaal van bevindingen, in de wettelijke vorm opgemaakt en op 8 december 2017 gesloten en getekend door C.D. Kardol, officier van justitie, voor zover inhoudende, als
bevindingen van de officier van justitie voornoemd-zakelijk weergegeven-:
Op 21 januari 2017 werd een mobiele telefoon van het merk Samsung in beslaggenomen bij [medeverdachte]. Op 7 december 2017 werd door mij onderzoek gedaan naar de gegevens die werden uitgelezen uit de bij [medeverdachte] in beslaggenomen telefoon. .
De volgende bestanden werden onder andere gevonden:
IMG-20161201-WA0027
Op deze foto is een vuurwapen te zien dat wordt vastgehouden door een rechterhand waarop een tatoeage te zien is.
IMG-20170102-WA0001
Op deze foto is een vuurwapen te zien dat wordt vastgehouden door een rechter hand waarop een tatoeage te zien is.
IMG-20161217-WA0040
Op deze foto is te een vuurwapen te zien, liggend op en rechterhand waarop een tatoeage te zien is.
Het gedeelte 20161201 van de bestandsnaam betekent dat de foto is gemaakt op 1 december 2016.
Het gedeelte 20170102 van de bestandsnaam betekent dat de foto is gemaakt op 2 januari 2017.
Het gedeelte 20161217 van de bestandsnaam betekent dat de foto is gemaakt op 17 december 2016.
6.De
verklaring van de verdachte, op 15 december 2017 afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting, voor zover inhoudende, -zakelijk weergegeven-:
De hand met de tatoeage op de foto dat is mijn hand.
Bewijsoverwegingen
In de zaak met parketnummer P-2017/00682
De raadsman heeft betoogd dat de verklaringen van [getuige 1], [getuige 2] en [getuige 3] onbetrouwbaar zijn. Hij is van mening dat er onvoldoende wettig bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen.
Het gerecht onderschrijft deze stelling niet.
[getuige 1] heeft een zeer gedetailleerde verklaring gegeven over de feitelijke gang van zaken op de bewuste avond. De details waren niet bekend bij verbalisanten en stemmen op meerdere punten overeen met de feiten. Zo verklaarde [getuige 1] bijvoorbeeld dat de Venezolaan Viejo met de kolf van zijn wapen op het behaarde gedeelte van zijn hoofd sloeg. De verbalisanten van BFTO constateren een bloeduitstorting op het behaarde deel van het hoofd van het slachtoffer. [getuige 1] verklaarde voorts dat hij één schot heeft gehoord hetgeen in overeenstemming is met de verklaringen van andere getuigen. Ook heeft [getuige 1] verdachte duidelijk herkend omdat er (voldoende) licht brandde en hij verdachte al kende en vaker had gezien. Vervolgens heeft [getuige 1] verdachte tijdens een meervoudige fotoconfrontatie aangewezen als zijnde één van de twee daders.
Bij de rechter-commissaris verklaarde [getuige 1] dat hij onder invloed van drugs een hoop onzin had utigekraamd. Anders dan de raadsman, acht het gerecht juist deze verklaring niet geloofwaardig. Uit het proces-verbaal van verbalisanten volgt immers dat [getuige 1] er op 31 mei 2016 schoon en verzorgd uitzag en dat hij nuchter was. Ook merkten verbalisanten op dat [getuige 1] veel details wist te geven, die bij hen niet bekend waren en is gerelateerd dat [getuige 1] het proces-verbaal van zijn verklaring d.d. 31 mei 2016 niet wilde te tekenen omdat hij bang was dat bedoelde mannen hem zouden dood schieten. [getuige 1] is duidelijk bang voor verdachte. Om deze reden hecht het gerecht ook geen waarde aan de door [getuige 1] ter zitting afgelegde verklaring.
Voorts is er de verklaring van medeverdachte [getuige 2].
Het verzoek van de verdediging om zijn verklaring bij de politie als onbetrouwbaar terzijde te schuiven wordt door het gerecht evenmin gevolgd.
[getuige 2] werd op 21 mei 2016 verhoord over zijn betrokkenheid bij verschillende strafbare feiten. Tijdens dit verhoor begon [getuige 2] spontaan te praten over een gewapende overval waarbij iemand werd doodgeschoten. Omdat verbalisanten hem wilden horen over andere kwesties werd besloten om daar op dat moment niet verder door te vragen. Op 23 mei 2016 werd [getuige 2] vervolgens gehoord over de gewapende overval. Hij verklaarde dat hij samen met verdachte vast zat in de politewacht te Santa Cruz en dat hij hem tijdens het luchten tegenkwam. Verdachte sprak [getuige 2] aan, omdat [getuige 2] op dat moment net zulke blonde haren had als een andere Venezolaan, El Gocho. Verdachte vroeg aan [getuige 2] of hij El Gocho kende. Nadat [getuige 2] na enige aarzeling antwoordde dat hij El Gocho kent, vertrouwde verdachte hem toe dat hij met El Gocho een gewapende overval had gepleegd en dat hij de man had doodgeschoten. [getuige 2] wijst verdachte vervolgens aan tijdens een meervoudige fotoconfrontatie. Het gerecht hecht waarde aan de verklaring van [getuige 2], omdat de informatie die hij verstrekt aansluit bij door de politie verkregen CID-informatie (bijlage 7 bij het proces-verbaal) in de eerste week van mei 2016. Betrouwbare bronnen zouden de politie hebben meegedeeld dat de man Diaz Diaz alias Luis Manuel Sanchez Ruiz, samen met
[verdachte], de afgelopen maand de Colombiaanse man in Rancho hadden doodgeschoten.
Dan is er nog de verklaring van getuige [getuige 3], die de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] ondersteunt. Anders dan de raadsman ziet het gerecht niet in waarom deze verklaring als zijnde onbetrouwbaar ter zijde zou moeten worden geschoven.
Hoewel alle drie de getuigen bij de RC verklaren dat zij niets weten en verdachte niet kennen, doet dat niet af aan de bewijskracht van hun originele, ten overstaan van de politie, afgelegde verklaringen. Alle drie de verdachten zijn bang voor repressailles en zijn hoogstwaarschijnlijk onder druk gezet.
Nu de verklaringen van [getuige 1] en [getuige 2] voldoende steun vinden in de gedetailleerde verklaring van ooggetuige [getuige 1], is het gerecht van oordeel dat er voldoende wettig bewijs is om tot een bewezenverklaring te komen van de ten laste gelegde gekwalifeerde doodslag. Daar komt bij dat deze verklaringen in lijn zijn met de door de politie verkregen CID-informatie. Op grond van een en ander heeft het gerecht tevens de overtuiging dat het verdachte is geweest, die tezamen met de mededader, op 24 april 2016 de gewapende overval heeft gepleegd, waarbij het slachtoffer [slachtoffer] is doodgeschoten.
Medeplegen
Uit de verklaring van [getuige 1] volgt dat er sprake was van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de andere dader. Beiden waren ter plaatse om het slachtoffer te beroven van drugs en geld en beiden waren bewapend. Het feit dat het slachtoffer zich verzette tegen beide gewapende mannen, heeft hem zijn leven gekost.
Opzet
Gelet op de aard van de schotwond, wordt aangenomen dat er doelbewust op het hoofd van het slachtoffer is geschoten. Deze gedraging is zo zeer gericht op de dood van het slachtoffer dat verdachte bewust de aanmerkelijk kans heeft aanvaard dat het slachtoffer op een dusdanige wijze door de kogel zou worden geraakt, dat hij zou komen te overlijden.
In de zaak met parketnummer P-2017/10893
In het dossier bevinden zich foto’s waarop vuurwapens zijn te zien die worden vastgehouden door een hand met een tatoeage. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat de hand met de tatoeage, zoals zichtbaar op voornoemde foto’s, zijn hand is. Het gerecht is van oordeel dat hieruit volgt dat verdachte bewust is geweest van de aanwezigheid van de vuurwapens en dat hij een zodanige beschikkingsmacht over deze wapens uitoefende dat bewezen kan worden dat verdachte deze wapens voorhanden heeft gehad. Dat verdachte ter terechtzitting heeft verklaard dat het wapen niet van hem is doet daaraan, ook indien die verklaring zou worden gevolgd, niet af.

6.Kwalificatie en strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
In de zaak met parketnummer P-2017/00682:
Feit 1, Primair:
Medeplegen van doodslag, vergezeld van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van dat feit gemakkelijk te maken en het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
strafbaar gesteld bij artikel 2:260 jo artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht.
In de zaak met parketnummer P-2017/10893:
overtreding van een verbod, gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening strafbaar gesteld bij artikel 11 van de Vuurwapenverordening, meermalen gepleegd.
Het bewezenverklaarde is strafbaar, nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid ervan opheffen of uitsluiten.

7.Strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar nu geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die zijn strafbaarheid opheffen of uitsluiten.

8.Oplegging van straf

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een gekwalifeerde doodslag. Hij is samen met de mededader bewust naar het huis van het slachtoffer gegaan om hem te beroven van drugs en geld. Nadat het slachtoffer zich verzette, is hij in koele bloede doodgeschoten. Doodslag is een van de zwaarste misdrijven die het Wetboek van Strafrecht kent. Het leven is immers het hoogste goed dat de mens heeft. De ernst van doodslag wordt mede bepaald door de onomkeerbaarheid van het gevolg voor de nabestaanden van het slachtoffer. Het gerecht rekent dit de verdachte zeer zwaar aan. Dit feit heeft ook de samenleving als geheel geschokt en heeft bijgedragen aan gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving.
Voorts heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit hebben van verschillende vuurwapens. Het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie kan gevaarlijke situaties met zich mee brengen, hetgeen in deze zaak ook is gebleken, en behoort tot een categorie feiten die en ernstige inbreuk maken op de rechtsorde en gevoelens van onrust en onveiligheid in de samenleving veroorzaken.
Oplegging van een vrijheidsontnemende straf is op zich geïndiceerd.
Het gerecht heeft acht geslagen op een uittreksel uit het algemene documentatieregister betreffende de verdachte, waaruit blijkt dat verdachte in 2017 eerder is veroordeeld wegens overtreding van een bij of krachtens de Vuurwapenverordening gesteld verbod.
Alles afwegende kan niet worden volstaan met een andere of lichtere straf dan gevangenisstraf van na te melden duur.

9.Inbeslaggenomen voorwerp

B.
Teruggave
De teruggave zal worden gelast van de in de zaak met parketnummer P-2017/10893 inbeslaggenomen mobiele telefoon van het merk Samsun model J2-J200M, toebehorende aan [medeverdachte], voor zo ver dit nog niet is geschied.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn mede gegrond op de artikelen 1:13, 1:62, 1:136 en 1:224 van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

Het gerecht:
11.1
verklaart bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten zoals hierboven bewezen geacht heeft begaan;
11.2
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
11.3
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte hiervoor strafbaar;
11.4
kwalificeert het bewezenverklaarde als hierboven omschreven;
11.5
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
vijftien (15) jaren;
11.6
bepaalt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
11.7
gelast – voor zo ver nodig - de teruggaveaan de verdachte van het in rubriek 9B genoemde voorwerp.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. Y.M. Vanwersch en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dit gerecht op 5 januari 2018, in tegenwoordigheid van de griffier.