ECLI:NL:OGEAA:2018:166

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
4 april 2018
Publicatiedatum
9 april 2018
Zaaknummer
A.R. no. 1381 van 2015 / AUA201500292
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake schuldvordering tussen EMPRESA ITALO ARUBANO N.V. en INARCH (INTERIOR & ARCHITECTURAL DESIGN) N.V.

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een schuldvordering van EMPRESA ITALO ARUBANO N.V. (hierna: Italo) tegen INARCH (INTERIOR & ARCHITECTURAL DESIGN) N.V. (hierna: Inarch). De procedure heeft een lange voorgeschiedenis, waarbij verschillende bewijsleveringen hebben plaatsgevonden. De kern van de zaak draait om de vraag of Italo heeft bewezen dat zij 718 m2 tegels van het type Graniti Fiandri Taxos heeft geleverd aan Inarch. Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 4 april 2018 geoordeeld dat Italo hierin niet is geslaagd. Geen van de getuigen heeft bevestigd dat de bedoelde hoeveelheid tegels is geleverd, en Italo's eigen bewijsvoering werd als onvoldoende beschouwd.

Het Gerecht concludeert dat Inarch niet meer verschuldigd is dan het door haar erkende bedrag van Afl. 38.771,60. Dit bedrag moet door Inarch aan Italo worden betaald, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de datum van indiening van het inleidend verzoekschrift op 25 juni 2015. De gevorderde boeterente is afgewezen, omdat deze was berekend over een niet toewijsbaar bedrag. Het Gerecht heeft ook besloten om de proceskosten te compenseren, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. Dit vonnis is uitgesproken door mr. A.H.M. van de Leur ter openbare terechtzitting op 4 april 2018.

Uitspraak

Vonnis van 4 april 2018
Behorend bij A.R. no. 1381 van 2015 / AUA201500292
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS in de zaak van:
de naamloze vennootschap
EMPRESA ITALO ARUBANO N.V.,
gevestigd in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: Italo,
gemachtigde: de advocaat mr. M.B. Boyce,
tegen:
de naamloze vennootschap
INARCH (INTERIOR & ARCHITECTURAL DESIGN) N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: Inarch,
gemachtigde: de advocaat mr. A.J. Swaen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure tot 4 oktober 2017 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
-het proces-verbaal van bewijslevering van 2 november 2017;
-het proces-verbaal van bewijslevering van 20 november 2017;
-het proces-verbaal van bewijslevering van 11 december 2017;
-de door Italo op 24 januari 2018 genomen conclusie na bewijslevering;
-de door Inarch op 21 februari 2018 genomen antwoordconclusie na bewijslevering.
1.2
Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenvonnissen neergelegde overwegingen en beslissingen.
2.2
De thans te beantwoorden vraag is of Italo al dan niet heeft bewezen dat zij 718 m2 tegels van het type Graniti Fiandri Taxos heeft geleverd aan Inarch. Die vraag moet naar het oordeel van het Gerecht ontkennend worden beantwoord. Geen van de getuigen heeft verklaard dat Italo bedoelde hoeveelheid tegels van voormeld type heeft geleverd aan Inarch. Daar komt bij dat Italo zelf op grond van niet als bewijs geldende mentale constructies (die uitgaan van een gemotiveerd bestreden en daarom niet vaststaand snijverlies) concludeert dat zij in totaal 618 m2 tegels van het type Graniti Fiandri Taxos heeft geleverd aan Inarch.
2.3
Vorenstaande leidt tot de slotsom dat Inarch niet meer dan het door haar erkende bedrag ad Afl. 38.771,60 verschuldigd is aan Italo. Inarch zal worden veroordeeld tot betaling van dat bedrag aan Italo. De gevorderde boeterente zal worden afgewezen, nu die rente is berekend over een niet toewijsbaar bedrag dat significant hoger is dan het wel toewijsbare bedrag. In de plaats daarvan zal wettelijke rente worden toegewezen gerekend vanaf de datum der indiening van het inleidend verzoekschrift, te weten 25 juni 2015.
2.4
In de uitkomst van deze procedure - partijen worden over en weer in het (on)gelijk gesteld) - ziet het Gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren als na te melden.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
-veroordeelt Inarch om aan Italo te betalen Afl. 38.771,60, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 25 juni 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
-verklaart voormelde veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
-compenseert de proceskosten tussen partijen, aldus dat ieder van hen de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 4 april 2018 in tegenwoordigheid van de griffier.