ECLI:NL:OGEAA:2018:173
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- rechter in dit gerecht
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van een geldlening met rente en incassokosten
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft de naamloze vennootschap Island Finance Aruba N.V. een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft een schuld van Afl. 15.773,87, die voortvloeit uit een overeenkomst van geldlening die op 16 oktober 2015 is gesloten. De gedaagde heeft zich niet gehouden aan de betalingsverplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeiden, wat heeft geleid tot de huidige rechtszaak.
De procedure omvatte een tussenvonnis van 7 februari 2018 en verschillende producties en aantekeningen van de griffier. Island Finance vorderde niet alleen de hoofdsom, maar ook de contractuele rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde voerde verweer en stelde dat zij wel degelijk betalingen had gedaan, maar dat er beslag op haar loon was gelegd, waardoor zij in financiële problemen verkeerde.
De rechter oordeelde dat de gedaagde de hoofdsom en de gevorderde rente niet had betwist en dat de vordering van Island Finance gegrond was op de wet. De rechter wees de vordering toe, inclusief de buitengerechtelijke kosten tot Afl. 1.500,-. De gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de procedure, die aan de zijde van Island Finance werden begroot op Afl. 750,- aan griffierecht, Afl. 865,70 aan explootkosten en Afl. 2.250,- aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitgesproken op 4 april 2018.