ECLI:NL:OGEAA:2018:18

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
A.R. 2481 van 2016 / AUA201600748
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot volstorting van aandelen en onrechtmatig handelen in vennootschap

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vordert de naamloze vennootschap Admeloira Engineering Construction & Maintenance N.V. (hierna: Admeloira) hoofdelijke veroordeling van gedaagde 1, A&M Engineering Construction and Maintenance N.V. (hierna: A&M), tot betaling van een bedrag van Afl. 2.560.709,14, en specifiek van gedaagde 1 tot betaling van Afl. 5.000, vermeerderd met wettelijke rente. Admeloira stelt dat gedaagde 1 de aandelen niet heeft volgestort en dat gedaagde 1 c.s. gezamenlijk onrechtmatig vermogen hebben onttrokken aan de vennootschap. Gedaagde 1 verzet zich tegen de vordering en beroept zich op verjaring van de vordering die op 26 juli 2011 is ontstaan.

De procedure omvatte een verzoekschrift, een conclusie van antwoord, een conclusie van repliek en een conclusie van dupliek. De rechter heeft vastgesteld dat Admeloira haar vordering tot volstorting van de aandelen van gedaagde 1 onderbouwt, maar dat gedaagde 1 zich verzet tegen de eisvermeerdering. De rechter oordeelt dat er geen strijd is met de goede procesorde en dat gedaagde 1 in staat moet zijn om bewijs te leveren over de volstorting van de aandelen.

De zaak is aangehouden voor de overlegging van een rapport van CATC, dat ontbreekt in het dossier. De rechter heeft de zaak verwezen naar de rolzitting van 7 februari 2018 voor de overlegging van dit rapport en verdere uitlatingen van partijen. Het vonnis is uitgesproken op 10 januari 2018 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en is openbaar gemaakt in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis van 10 januari 2018
Behorend bij A.R. 2481 van 2016 / AUA201600748
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ADMELOIRA ENGINEERING CONSTRUCTION & MAINTENANCE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: Admeloira,
gemachtigde: de advocaat mr. E.H.J. Martis,
tegen:
Gedaagde 1
en de naamloze vennootschap
A&M ENGINEERING CONSTRUCTION AND MAINTENANCE N.V.
te Aruba,
hierna ook te noemen: [gedaagde 1] c.s. respectievelijk [gedaagde 1] en A&M,
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Admeloira exploiteert een aannemingsbedrijf. [naam X] en [gedaagde 1] zijn ieder 50% aandeelhouder in Admeloira. [naam X] is daarnaast ook directeur van Admeloira en directeur/grootaandeelhouder van Quality Appliances & Airconditioning Repair & Service N.V. (Quaars). [gedaagde 1] is aandeelhouder en directeur van A&M. Zij was voorheen directeur van Admeloira.
2.2
[naam X] enerzijds en [gedaagde 1] hebben op 1 juni 2012 een “shareholders agreement” ondertekend. Voor zover van belang luidt die overeenkomst:
1. Eng. [gedaagde 1] would act as Director of Operations on the ADM[Admeloira]
facilities (…) and will receive a net monthly salary of (…) Afl. 6.500,00), been responsible for the Sales, promoting and getting business. (…)3. The shareholders agrees the a (…) 5% of the Gross Amount of each new contract will be paid to the shareholder that bring the business in; (…)
2.3
Omstreeks april 2015 is de leiding over Admeloira van [gedaagde 1] naar [naam X] overgeheveld.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Admeloira vordert - na wijziging van eis uitvoerbaar bij voorraad – hoofdelijke veroordeling van [gedaagde 1] c.s. tot betaling van Afl. 2.560.709,14, en alleen ten aanzien van [gedaagde 1] tot veroordeling van Afl. 5.000, te vermeerderen met de wettelijke rente, met veroordeling van [gedaagde 1] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2
Admeloira grondt de vordering erop dat [gedaagde 1] de aandelen niet heeft volgestort. Daarnaast zijn [gedaagde 1] c.s. hoofdelijk geld verschuldigd omdat zij gezamenlijk op onrechtmatige wijze vermogen hebben onttrokken aan de vennootschap.
3.3
[gedaagde 1] c.s. voeren hiertegen verweer, met vordering – uitvoerbaar bij voorraad – tot veroordeling van Admeloira in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

volstorting van de aandelen
4.1
Admeloira onderbouwt de vordering tot volstorting van de aandelen van [gedaagde 1] met de stelling dat [gedaagde 1] daaraan nog niet voldaan heeft.
4.2
[gedaagde 1] verzet zich tegen de eisvermeerdering omdat dit deel van de vordering niets met de grondslag voor de rest van de vordering te maken heeft en zij in bewijsnood verkeert. Verder beroept [gedaagde 1] zich op verjaring van de op 26 juli 2011 ontstane vordering.
4.3
De omstandigheid dat de grondslag van dit deel van de vordering een andere is dan die van de rest van de vordering verhindert op zichzelf niet dat Admeloira haar oorspronkelijke vordering met de nieuwe mag vermeerderen. Zonder nadere toelichting valt verder niet in te zien waarom [gedaagde 1] in bewijsnood verkeert waar zij geen toegang zou hebben tot de administratie van Admeloira. Behoudens concrete aanwijzing van het tegendeel moet er immers vanuit worden gegaan dat [gedaagde 1]’s eigen administratie ook uitsluitsel moet kunnen geven over de vraag of zij haar aandelen heeft volgestort; nog los van andere middelen die [gedaagde 1] ten dienste staan om bewijs te leveren. Er is dan ook geen sprake van strijd met de goede procesorde.
4.4
Op het verjaringsverweer heeft Admeloira nog niet kunnen reageren. De zaak zal daarvoor naar de rol worden verwezen.
onrechtmatig handelen
4.5
Volgens Admeloira is sprake van achttien voorvallen (claims) waaruit volgens Admeloira een vordering op [gedaagde 1] c.s. voortvloeit.
4.6
Naar stelling van Admeloira is op het project Caribbean Palm Village (CPV) door Admeloira voor Afl. 1.295.978,13 aan meerwerk geleverd. Voor Paradise Beach Villas bedroeg dat Afl. 881.498,79. Boekenonderzoek heeft uitgewezen dat van dat bedrag Afl. 1.956.250,01 niet aan Admeloira maar aan [gedaagde 1] ten goede is gekomen, aldus Admeloira [1] . [gedaagde 1] heeft het meerwerk buiten de boeken van Admeloira gehouden. Partijen hebben afgesproken dat bepaalde inkomsten van A&M via Admeloira zouden lopen, het gaat dan om het project La Cabana New Entrance; dat heeft niks met deze zaak te maken. [gedaagde 1] heeft dat zonder overleg ook met betrekking tot PBV gedaan. Dat is al doorbetaald aan A&M.
4.7
[gedaagde 1] c.s. wijzen erop dat het CPV-project aan zowel Admeloira als A&M werd aanbesteed. Er is geen meerwerk aanbesteed; op 1 maart 2015 heeft [gedaagde 1] al aangegeven welke werkzaamheden de werken omvatten. Waar Admeloira in het buitenland materiaal kocht werd dat met haar buitenlandse rekening betaald. Ook Quaars werd met via de buitenlandse rekening betaald. Dat gold, op verzoek van [naam X], ook KOWA Tsusho Co. Ltd.
4.8
Het gerecht constateert, met Admeloira, dat het rapport van januari 2017 van CATC, dat als productie 25 zou zijn overgelegd, ontbreekt. Productie 25 bestaat uit een los blaadje met de daarop een plakker met de tekst :”Pending by CATC”.
4.9
Gegeven de aard van de vordering zullen [gedaagde 1] c.s. in de gelegenheid worden gesteld om dat rapport bij akte over te leggen. Het gerecht neemt daarbij overigens aan dat het desbetreffende rapport ingaat op alle claims en niet alleen claim 1. Na overlegging van het rapport kan Admeloira daarop reageren tegelijk met de reactie op het verjaringsverweer met betrekking tot de volstorting van de aandelen.
4.1
Het gerecht zal iedere verdere beslissing aanhouden.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 7 februari 2018 voor overlegging rapport CATC zijdens [gedaagde 1] c.s.
peremptoir geen nader uitstel;
verstaat dat de zaak daarna op de rol wordt geplaats voor akte uitlating rapport CATC en reactie op het verjaringsverweer zijdens Ademeloira;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Een bedrag van Afl. 394.065,30 werd volgens Admeloira door Garcia met behulp van haar buitenlandse rekening wel op de bankrekening van Admeloira gestort.