ECLI:NL:OGEAA:2018:189
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van verzoek in kort geding tegen bestuursdwang door civiele rechter
In deze zaak heeft eiseres, gevestigd in Aruba, zich tot de civiele rechter gewend met een verzoek om het land Aruba te verbieden over te gaan tot uitvoering van aangekondigde bestuursdwang. Dit verzoek volgde op een beschikking van 6 februari 2018, waarin het land eiseres sommeerde om bepaalde bouwwerken bij haar restaurant, de Coco Loco Bar, af te breken. Eiseres heeft op 23 februari 2018 een verzoek ingediend bij de civiele rechter, waarin zij vroeg om een verbod op de uitvoering van de bestuursdwang totdat er in de bodemprocedure onherroepelijk zou zijn beslist. Tevens heeft zij een ordemaatregel verzocht, die werd verleend, zodat het land niet mocht overgaan tot bestuursdwang totdat er in het kort geding was beslist.
De mondelinge behandeling vond plaats op 15 maart 2018, waarbij zowel eiseres als het land vertegenwoordigd waren door hun gemachtigden. De rechter heeft op 9 april 2018 uitspraak gedaan. In de beoordeling oordeelt de rechter dat eiseres zich ten onrechte tot de civiele rechter heeft gewend, aangezien er een rechtsgang openstaat bij de bestuursrechter, waar eiseres een voorlopige voorziening had kunnen vorderen. Hierdoor is eiseres niet ontvankelijk in haar verzoek. De rechter heeft eiseres in de kosten van de procedure veroordeeld, welke aan de zijde van het land op nihil zijn gesteld.