ECLI:NL:OGEAA:2018:19
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over kinderalimentatie en partneralimentatie
In deze zaak, die op 10 januari 2018 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, gaat het om een kort geding tussen een vrouw en een man, die een affectieve relatie hebben gehad van 1999 tot half 2017. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. D.L. Emerencia, vordert onder andere dat de man haar en de kinderen toestaat in de woning te verblijven, en dat hij de vaste woonlasten, schoolgeld en alimentatie voor de kinderen en haar zal blijven betalen. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff, heeft verweer gevoerd tegen deze vorderingen.
De rechter heeft vastgesteld dat de vrouw geen spoedeisend belang heeft bij haar vorderingen, en heeft deze afgewezen. De man heeft onbetwist aangevoerd dat hij de kosten al voldoet, waardoor de vrouw geen belang heeft bij deze vorderingen. De rechter heeft ook de behoefte van de vrouw aan partneralimentatie beoordeeld en geconcludeerd dat zij in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien, waardoor ook deze vordering is afgewezen.
Wat betreft de kinderalimentatie voor de minderjarige, heeft de rechter vastgesteld dat de man de hoogte van de behoefte van de minderjarige niet heeft betwist en dat hij draagkrachtig is om de kosten te dekken. De rechter heeft de bijdrage voor de minderjarige vastgesteld op Afl. 1.000,- per maand, met ingang van 1 januari 2018. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.