In deze zaak heeft appellante, verblijvende in Aruba, beroep ingesteld tegen de weigering van het Hoofd Dienst Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister om haar in het bevolkingsregister in te schrijven. Appellante had op 18 december 2015 verzocht om inschrijving, maar kreeg op 22 december 2015 te horen dat haar verklaring 'toelating van rechtswege' niet meer geldig was. Na een ongegrond verklaard bezwaar op 23 mei 2017, heeft appellante op 4 juli 2017 beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 19 februari 2018 heeft het gerecht de zaak behandeld.
Het gerecht heeft overwogen dat de inschrijving in het bevolkingsregister afhankelijk is van het beschikken over een geldige verblijfsstatus. Verweerder heeft aangevoerd dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor inschrijving, omdat haar verblijfstitel was vervallen door een onafgebroken verblijf van langer dan drie jaar in het buitenland. Appellante betwistte dit en voerde aan dat zij regelmatig naar Aruba was teruggekeerd en dat haar vertrek uit noodzaak was.
Het gerecht concludeert dat verweerder op goede gronden heeft besloten om appellante niet in te schrijven, omdat er bezwaar bestaat van het bevoegde bestuursorgaan tegen haar vestiging in Aruba. De uitspraak van het gerecht is dat het beroep ongegrond is verklaard, en appellante kan binnen zes weken hoger beroep instellen bij het Hof.