ECLI:NL:OGEAA:2018:194
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om bestuursrechtelijke beslissing na eerdere vernietiging
In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 9 april 2018 uitspraak gedaan op een verzoek ex artikel 53 van de Landsverordening Administratieve Rechtspraak (LAR). Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A.M.N. Thijsen, had een verzoek ingediend tegen de minister van Justitie en Verslavingszorg, vertegenwoordigd door mr. M.P. Jansen. Dit verzoek volgde op een eerdere uitspraak van het gerecht van 16 oktober 2017, waarin een fictieve afwijzende beschikking op het bezwaar van verzoekster van 2 februari 2017 was vernietigd. Het gerecht had verweerder opgedragen om binnen drie maanden een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaar.
Verweerder heeft op 20 februari 2018 een beslissing genomen op het bezwaar van verzoekster. Het gerecht oordeelde dat hiermee was voldaan aan de eerdere uitspraak, waardoor het belang van verzoekster bij de procedure was komen te vervallen. Het verzoek werd daarom niet-ontvankelijk verklaard. De rechter oordeelde tevens dat er geen wettelijke grondslag bestond voor een veroordeling in de kosten.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige beslissingen door bestuursorganen en de gevolgen van het niet naleven van gerechtelijke uitspraken. De beslissing werd uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.