ECLI:NL:OGEAA:2018:203
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.M. van de Leur
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling en verrekeningsverweer in civiele procedure tussen eiser en KFC
In deze civiele procedure, aangespannen door een eiser wonende in Aruba, heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 11 april 2018 uitspraak gedaan in de zaak met A.R. nr. 2505 van 2016/AUA201600744. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R. Marchena, vorderde een betaling van Afl. 102.206,99 van de gedaagde, de naamloze vennootschap Kentucky Fried Chicken Aruba N.V. (KFC), die werd vertegenwoordigd door advocaat mr. A.E. Barrios. De eiser stelde dat KFC deze som verschuldigd was, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 16 september 2016 of 10 oktober 2016, en eiste ook vergoeding van proceskosten.
KFC voerde verweer en stelde dat de eiser niet-ontvankelijk verklaard moest worden in zijn vordering, althans dat deze afgewezen moest worden. Het Gerecht heeft de ontvankelijkheid van de eiser beoordeeld en het verweer van KFC verworpen. Het Gerecht constateerde dat KFC ten tijde van de indiening van het verzoekschrift een bedrag van Afl. 102.206,99 aan de eiser verschuldigd was, maar dat KFC op 19 november 2016 een deel van dit bedrag, Afl. 48.643,82, had afbetaald. Dit leidde tot een resterend bedrag van Afl. 53.563,17 dat KFC nog aan de eiser verschuldigd was.
Het Gerecht oordeelde dat het verrekeningsverweer van KFC niet aan de toewijzing van de vordering van de eiser in de weg stond, en veroordeelde KFC om aan de eiser te betalen Afl. 53.563,17, vermeerderd met wettelijke rente. Daarnaast werd KFC veroordeeld in de proceskosten, die op Afl. 1.684,81 aan verschotten en Afl. 7.000,-- aan gemachtigdensalaris werden begroot. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte werd afgewezen.