ECLI:NL:OGEAA:2018:209
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.E.B. de Haseth
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake huurovereenkomst en huurachterstand tussen eiser en gedaagde
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een huurovereenkomst tussen eiser en gedaagde, die op 7 januari 2016 is gesloten. Gedaagde huurde een woning van eiser voor Afl. 750,- per maand en betaalde een borg van Afl. 750,-. Gedurende de maanden juni tot en met september 2017 heeft gedaagde echter de huur niet betaald, wat resulteerde in een huurachterstand. Op 29 september 2017 heeft gedaagde de woning verlaten en op 30 september 2017 de sleutels ingeleverd. Eiser heeft vervolgens de Huurcommissie ingeschakeld, die op 9 oktober 2017 toestemming verleende om de huurovereenkomst op te zeggen vanwege de huurachterstand.
Eiser vorderde in deze procedure betaling van Afl. 3.250,- van gedaagde, vermeerderd met rente en kosten. Gedaagde heeft erkend dat zij de huur in de genoemde maanden niet heeft betaald, maar betwist dat zij ook huur voor mei 2017 verschuldigd is. De rechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand inderdaad Afl. 3.250,- bedraagt. Gedaagde heeft zich beroepen op verrekening met de borg, maar de rechter oordeelde dat gedaagde recht heeft op verrekening van de borg met de openstaande huur, waardoor gedaagde uiteindelijk Afl. 2.500,- aan eiser verschuldigd is.
De partijen hebben ter zitting een betalingsregeling van Afl. 200,- per maand afgesproken. De rechter heeft eiser in het gelijk gesteld en gedaagde veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, inclusief buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten. De rechter heeft de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de betalingsregeling vastgesteld, met de waarschuwing dat bij niet-betaling de regeling vervalt en het restant direct opeisbaar is.