In deze beschikking van 17 april 2018 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba uitspraak gedaan in een zaak betreffende het gezag en de omgangsregeling van een minderjarige. De vader, verzoeker, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft verzocht om gezamenlijk gezag over hun kind, terwijl de moeder, verweerster, vertegenwoordigd door advocaat mr. E.J.M. Lotter Homan, ook betrokken was bij de procedure. De minderjarige, geboren in 2015, is het onderwerp van deze zaak. De procedure is voortgevloeid uit eerdere beslissingen en rapporten van de Voogdijraad, die op 22 januari 2018 een rapport heeft ingediend. Dit rapport concludeert dat, ondanks de communicatieproblemen tussen de ouders, het in het belang van de minderjarige is dat beide ouders betrokken blijven bij de opvoeding. De Voogdijraad adviseert om gezamenlijk gezag uit te oefenen, wat het Gerecht heeft overgenomen in zijn beslissing.
De omgangsregeling is ook besproken, waarbij de huidige regeling als goed functionerend werd beoordeeld. De ouders zijn geadviseerd om de bestaande omgangsregeling te handhaven, waarbij de minderjarige om de week bij de vader verblijft. Het Gerecht heeft besloten dat de vader en moeder gezamenlijk het gezag over de minderjarige zullen uitoefenen en heeft de omgangsregeling vastgesteld, die onder andere inhoudt dat de vader de minderjarige op bepaalde dagen van de crèche ophaalt en dat er overnachtingen bij de vader plaatsvinden. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.