ECLI:NL:OGEAA:2018:213

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
17 april 2018
Publicatiedatum
18 april 2018
Zaaknummer
EJ nr. 2706 van 2017 / AUA201703355
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om verklaring voor recht van arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd tussen verzoekster en FMAA

In deze zaak heeft de verzoekster, werkzaam in de verslavingszorg in Aruba, een verzoek ingediend om voor recht te verklaren dat er sinds 2 augustus 2012 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd bestaat tussen haar en de stichting FUNDACION PA MANEHO DI ADICCION DI ARUBA (FMAA). De verzoekster heeft eerder verschillende arbeidsovereenkomsten ondertekend, waarvan de laatste op 21 september 2017, waarbij zij ter beschikking werd gesteld aan FMAA door het Bureau Ondersteuning Verslavingszorg (BOV). De verzoekster stelt dat op basis van artikel 7A:1316x lid 3 BW de bepalingen inzake de beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van toepassing zijn en dat haar arbeidsovereenkomst na 31 augustus 2018 voortduurt.

FMAA heeft verweer gevoerd en vorderde veroordeling van de verzoekster in de proceskosten. Het gerecht heeft overwogen dat op grond van artikel 7A:1613y lid 2 BW de bepalingen van titel 7A van boek 7A BW niet van toepassing zijn op overeenkomsten met de overheid. Dit geldt ook voor de arbeidsovereenkomsten van de verzoekster, die in het kader van een publieke taak zijn aangegaan. De beslissing over het dienstverband van de verzoekster viel steeds onder de ministerraad, wat gebruikelijk is voor arbeidscontractanten in dienst van Land Aruba.

Het gerecht concludeert dat, ongeacht of de verzoekster nog in dienst is van FMAA of inmiddels van Land Aruba, artikel 7A:1613y lid 2 BW haar ontheft van het verbod om arbeidscontracten voor bepaalde tijd te sluiten. De vordering van de verzoekster wordt afgewezen, en zij wordt veroordeeld in de proceskosten van FMAA, die zijn begroot op Afl. 2.500 aan salaris van de gemachtigde.

Uitspraak

Beschikking van 17 april 2018
Behorend bij EJ nr. 2706 van 2017 / AUA201703355.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
in de zaak van:
[verzoekster],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [verzoekster],
gemachtigde: de advocaat mr. D.G. Illes,
tegen:
de stichting
FUNDACION PA MANEHO DI ADICCION DI ARUBA,
te Aruba,
hierna ook te noemen: FMAA,
gemachtigde: de advocaat mr. H.U. Thielman.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de producties en pleitaantekeningen van FMAA;
- de behandeling ter zitting van 6 maart 2018 en de daarvan gemaakte
aantekeningen van de griffier.
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag beschikking zou worden gegeven.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[verzoekster] is sinds 2 augustus 2012 werkzaam in de verslavingszorg in Aruba.
2.2
Op 19 april 2013 heeft [verzoekster] een akte ondertekent getiteld “arbeidsovereenkomst”. In die akte wordt [verzoekster] als werknemer aangeduid en FMAA als werkgever. In de akte staat dat [verzoekster] in dienst treedt van FMAA voor de duur van drie jaar (tot 2 augustus 2015). In de akte is ook vermeld dat op grond van artikel 7A:1613y lid 2 BW de bepalingen van de zevende titel A van boek 7A van het Burgerlijk Wetboek niet van toepassing zijn op personen in dienst van de overheid.
Op 17 juli 2015 heeft [verzoekster] een akte ondertekent getiteld “arbeidsovereenkomst”. De akte is gelijkluidend aan die van 19 april 2013 alleen de duur van het dienstverband is bepaald op twee jaar.
Beide akten zijn zijdens FMAA ondertekend namens het bestuur.
Op 21 september 2017 heeft [verzoekster] een akte ondertekend getiteld “arbeidsovereenkomst”. In die akte wordt [verzoekster] als werknemer aangeduid en het Bureau Ondersteuning Verslavingszorg (BOV) als werkgever. De akte is door het hoofd van BOV ondertekend. [verzoekster] heeft onder haar handtekening gezet: “onder voorbehoud van recht”. Volgens de tekst van de akte is een dienstverband aangegaan voor de duur van 1 jaar en is [verzoekster] ter beschikking gesteld aan FMAA.
2.3
Aan [verzoekster] wordt nu door Land Aruba salaris betaald. Het Land heeft kenbaar gemaakt dat daaraan op 31 augustus 2018 een einde komt.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[verzoekster] vordert – kort gezegd – een verklaring voor recht dat tussen partijen sinds 2 augustus 2012 een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van kracht is, met veroordeling van FMAA in de proceskosten, uitvoerbaar bij voorraad.
3.2 [
[verzoekster] grondt de vordering erop dat volgens artikel 7A:1316x lid 3 BW op de dienstbetrekking tussen partijen de bepalingen inzake de beëindiging van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd van toepassing zijn en op grond van die bepalingen de arbeidsovereenkomst na 31 augustus 2018 voortduurt.
3.3
FMAA voert verweer met vordering tot veroordeling van [verzoekster] in de proceskosten.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het gerecht merkt, zoals ook ter zitting al is besproken, op dat op grond van artikel 7A:1613y lid 2 BW op overeenkomsten met de overheid de bepalingen van titel 7A van boek 7A BW niet van toepassing zijn. Naar dat artikel werd ook verwezen in de hierboven geparafraseerde aktes.
4.2
Volgens de wettekst is deze uitzondering niet beperkt tot arbeidsovereenkomsten met de rechtspersoon Land Aruba. De uitzondering is evenmin beperkt tot werknemers bij een publiekrechtelijk lichaam zoals het geval is in artikel 2 aanhef en onder a van de Landsverordening beëindiging arbeidsovereenkomsten. Met ‘de overheid’ kan meer bedoeld zijn dan alleen Land Aruba of publiekrechtelijke lichamen. Onder de overheid worden ook begrepen zelfstandige organisaties met een publieke taak. De zorg voor verslaafden is een publieke taak. FMAA draagt zorg voor de uitoefening van die taak. Zij is geheel afhankelijk van subsidie door Land Aruba.
4.3
In de onderhavige zaak komt dat mede tot uitdrukking doordat over het dienstverband van [verzoekster] steeds door de ministerraad werd beslist. Dat is ook gebruikelijk bij arbeidscontractanten die in dienst van Land Aruba treden. Bij het aangaan van de arbeidsovereenkomsten is ook de Comptabiliteitsverordening in acht genomen, net als bij contracten met arbeidscontractanten. Anders dan [verzoekster] aanvoert zien die besluiten niet op de 100% (loon)subsidie door Land Aruba voor FMAA maar daadwerkelijk op het aangaan van een arbeidsovereenkomst.
4.4
De kwestie of [verzoekster] nog in dienst is van FMAA of inmiddels Land Aruba (vertegenwoordigd door het hoofd BOV) is daarmee niet meer van belang voor de beoordeling van de vordering. Ook als [verzoekster] in dienst zou zijn getreden en gebleven van FMAA ontheft artikel 7A:1613y lid 2 BW haar van – kort gezegd – het verbod van artikel 7A:1613x BW om arbeidscontracten voor bepaalde tijd te sluiten. Aan de arbeidsovereenkomst, ook als die nog steeds met FMAA is gesloten en doorliep na ommekomst van de laatste door FMAA als werkgever getekende overeenkomst komt door tijdsverloop op 31 augustus aanstaande een einde.
4.5
De vordering komt daarom niet voor toewijzing in aanmerking. Als de in het ongelijk te stellen partij zal [verzoekster] de proceskosten van FMAA moeten vergoeden.

5.DE BESLISSING

wijst de vordering af;
veroordeelt [verzoekster] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van FMAA worden begroot op Afl. 2.500, aan salaris van de gemachtigde.
Deze beschikking is gegeven door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd
uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 17 april 2018 in aanwezigheid van de griffier.