In deze zaak hebben eisers, bestaande uit een groep personen die een taxivergunning hebben aangevraagd, het Land Aruba aangeklaagd wegens onrechtmatig handelen. De eisers hebben in 2009 een verzoek ingediend bij de minister van Toerisme en Transport voor een taxivergunning, waarop toezeggingen zijn gedaan. Echter, na een regeringswissel in november 2009 heeft de nieuwe minister deze toezeggingen ingetrokken en de aanvragen afgewezen. De eisers hebben hiertegen bezwaar gemaakt, maar hun bezwaren werden ongegrond verklaard. Na meerdere rechtszaken, waarbij de bestuursrechter en het Hof betrokken waren, heeft de minister in 2012 en 2013 opnieuw de aanvragen afgewezen, zonder de motivering te geven die nodig was om het gelijkheidsbeginsel te respecteren.
Uiteindelijk heeft de bestuursrechter in 2014 de beslissingen van de minister vernietigd en de minister opgedragen om opnieuw te beslissen. In 2014 zijn aan sommige eisers alsnog taxivergunningen verleend, maar de eisers vorderen nu schadevergoeding voor de periode waarin zij onterecht zijn behandeld. Het Gerecht heeft geoordeeld dat het Land onrechtmatig heeft gehandeld jegens de eisers door het gelijkheidsbeginsel te schenden. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de eisers recht hebben op schadevergoeding voor de geleden schade als gevolg van dit onrechtmatig handelen. Het Land is veroordeeld in de kosten van de procedure en de uitspraak is uitvoerbaar bij voorraad.