ECLI:NL:OGEAA:2018:24

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 januari 2018
Publicatiedatum
23 januari 2018
Zaaknummer
EJ nr. 682 van 2017/AUA201701597
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van gezag, omgangsregeling en kinderalimentatie in een familiezakenprocedure

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, is op 9 januari 2018 een beschikking gegeven met betrekking tot de wijziging van het gezag, omgangsregeling en kinderalimentatie. De vader, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. N.S. Gravenstijn, heeft verzocht om gezamenlijk gezag over zijn minderjarige kind, dat in 2009 in Aruba is geboren. De moeder, die het gezag momenteel alleen uitoefent, heeft zich verzet tegen dit verzoek, met de stelling dat er geen goede communicatie tussen de ouders is.

De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 maart 2017 werd ingediend, gevolgd door een verweerschrift van de moeder op 22 mei 2017. Tijdens de mondelinge behandelingen, die achter gesloten deuren plaatsvonden, zijn beide ouders verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De Voogdijraad heeft rapportages ingediend, waaruit blijkt dat de ouders in staat zijn om in het belang van hun kind te communiceren.

De rechter heeft overwogen dat, ondanks de bezwaren van de moeder, er geen onaanvaardbaar risico bestaat dat het kind klem of verloren raakt tussen de ouders. De ouders zijn in staat geacht om afspraken te maken over de opvoeding van hun kind. De rechter heeft daarom besloten dat de vader en de moeder gezamenlijk het gezag over de minderjarige zullen uitoefenen. Tevens is er een omgangsregeling vastgesteld en is de vader verplicht om een bijdrage van Afl. 300,- per maand te betalen voor de verzorging en opvoeding van het kind. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

Beschikking van 9 januari 2018
Behorend bij EJ nr. 682 van 2017/AUA201701597.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van
[de vader],
wonende in Aruba,
VERZOEKER, hierna de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. N.S. Gravenstijn,
tegen
[de moeder],
wonende in Aruba,
VERWEERSTER, hierna de moeder,
voorheen mr. L.J. Pieters thans procederende in persoon.
Belanghebbende:
[de minderjarige], de minderjarige.

1.DE PROCEDURE

De procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 29 maart 2017,
  • het verweerschrift, ingediend op 22 mei 2017,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 23 mei 2017, waaruit blijkt dat de vader en de moeder in persoon bijgestaan door hun gemachtigden zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw [medewerker],
  • het rapport van de Voogdijraad, ingediend op 19 september 2017,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling achter gesloten deuren op 7 november 2017, waaruit blijkt dat de vader en de moeder in persoon bijgestaan door hun gemachtigden zijn verschenen. Namens de Voogdijraad was aanwezig mevrouw [medewerker].
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

De minderjarige voornoemd is op [geboortedatum] 2009 in Aruba uit de moeder geboren.Hij is op [erkenningsdatum] 2009 door de vader erkend.De moeder oefent van rechtswege het gezag over de minderjarige alleen uit.

3.HET VERZOEK

Het verzoek strekt tot wijziging van het gezag, in die zin dat de vader gezamenlijk met de moeder met het gezag over de minderjarige wordt belast. Voorts verzoekt de vader om een omgangsregeling tussen hem en de minderjarige te bepalen.

4.DE BEOORDELING

Gezag

4.1
Voor het uitoefenen van het gezamenlijk gezag is vereist dat de ouders in feite in staat zijn tot een behoorlijke gezamenlijke gezagsuitoefening en dat zij beslissingen van enig belang over hun kind in gezamenlijk overleg kunnen nemen, althans tenminste in staat zijn afspraken te maken over situaties die zich rond het kind kunnen voordoen en wel zodanig dat de kinderen niet klem of verloren raken tussen de ouders. De vraag die de rechter in dat kader onder meer dient te beantwoorden is of er een onaanvaardbaar risico voor het kind bestaat dat het klem of verloren zou raken tussen de ouders, indien zij het gezag gezamenlijk zouden uitoefenen.
4.2
De moeder heeft zich tegen het verzoek van de vader verzet en heeft daartoe - kort samengevat - aangevoerd dat partijen niet met elkaar kunnen communiceren.
4.3
Uit het rapport van de Voogdijraad kan worden vastgesteld dat beide ouders in het belang van de minderjarige met elkaar kunnen communiceren. De ouders worden in staat geacht om zodanig met elkaar te communiceren dat zij tot onderlinge afspraken kunnen komen over de situaties die zich rond de minderjarige kunnen voordoen. Van partijen mag verwacht worden dat zij zich daarvoor zullen inzetten en het gerecht acht hen daartoe in staat. In het belang van de minderjarige zal het gerecht daarom partijen gezamenlijk belasten met het gezag over hem.

4.4
Ter zitting zijn afspraken gemaakt met betrekking tot de uitoefening van het omgangsrecht van de vader. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.

4.5
Partijen zijn ter zitting overeengekomen dat de vader met een bedrag van Afl. 300,- zal bijdragen in de kosten van verzorging en opvoeding van de minderjarige. Het gerecht zal dienovereenkomstig beslissen.
4.6
Gelet op de aard van de procedure, ziet het gerecht aanleiding om de proceskosten te compenseren.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
bepaalt dat de vader, [de vader], voortaan gezamenlijk met de moeder, [de moeder], het gezag over [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba, zal uitoefenen,
bepaalt dat de griffier van dit gerecht deze beslissing zal aantekenen in het gezagsregister,
bepaalt de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarige als volgt:
- om de week, op
woensdag, waarbij de vader de minderjarige om 13.00 uur bij de school ophaalt en terugbrengt op vrijdag 18.00 uur bij de moeder;
- om de week op
vrijdag, waarbij de vader de minderjarige om 13.00 uur bij de school ophaalt en terugbrengt op zondag 18.00 uur bij de moeder;
bepaalt het bedrag dat de vader, [de vader] ten behoeve van de verzorging en opvoeding van [de minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2009 in Aruba, bij vooruitbetaling en tegen behoorlijke kwijting ingaande 1 januari 2018 aan de Voogdijraad zal uitkeren op Afl. 300,- per maand,
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
compenseert de kosten aldus dat ieder der partijen de eigen kosten draagt,
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. E.M.D. Angela, rechter in dit gerecht, ter zitting van dinsdag 9 januari 2018 in aanwezigheid van de griffier.