ECLI:NL:OGEAA:2018:247

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 mei 2018
Publicatiedatum
8 mei 2018
Zaaknummer
A.R. 1649 van 2017 / AUA20170701896
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betekeningsvoorwaarden van het Haags Betekeningsverdrag 1965 in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba werd behandeld, is de naamloze vennootschap ELJO CONSTRUCTION & REAL ESTATE N.V. als eiseres opgetreden tegen een gedaagde die niet verschenen is. De procedure is gestart met een tussenvonnis op 6 december 2017, waarin de griffier werd opgedragen informatie in te winnen over de internationale kennisgeving van het verzoek aan de gedaagde. Op 2 februari 2018 heeft de griffier informatie ontvangen van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken, waaruit bleek dat niet was voldaan aan de betekeningsvoorwaarden van het Haags Betekeningsverdrag 1965.

Eiseres heeft in haar akte gesteld dat zij voldaan heeft aan artikel 5 lid 8 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, maar het gerecht oordeelt dat daarmee niet aan de voorwaarden van het verdrag is voldaan. De advocaat van eiseres heeft de gedaagde per e-mail uitgenodigd om kennis te nemen van de gerechtsstukken, maar dit volstaat niet om te concluderen dat de gedaagde bewust niet verschijnt. Bovendien heeft eiseres niet voldoende onderbouwd dat de toegang tot de rechter geblokkeerd is door de hoge kosten van een procedure in Frankrijk.

Het gerecht heeft besloten de zaak naar de rol te verwijzen voor uitlating door eiseres, zodat zij kan aangeven of zij de gedaagde opnieuw wil oproepen volgens de voorschriften van het verdrag of dat zij een eindvonnis wenst. De uitspraak van de rechter houdt in dat de zaak naar de rolzitting van 6 juni 2018 wordt verwezen voor verdere uitlating, en dat verdere beslissingen worden aangehouden.

Uitspraak

Vonnis van 2 mei 2018
Behorend bij A.R. 1649 van 2017 / AUA20170701896
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ELJO CONSTRUCTION & REAL ESTATE N.V.,
te Aruba,
hierna ook te noemen: eiseres,
gemachtigde: de advocaat mr. R.C. Samuels,
tegen:
[Gedaagde]
wonende te [land], te [nr], [straat], [woonplaats], [stad],
hierna ook te noemen: gedaagde,
niet verschenen

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 6 december 2017; verzoekschrift;
- de zijdens de Directie Wetgeving en Juridische Zaken bij brief van 2 februari 2018 verkregen informatie;
- de akte zijdens eiseres.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VERDERE BEOORDELING

2.1
In het vonnis van 6 december 2017 heeft het gerecht – kort gezegd – de griffier opdracht gegeven om informatie in te winnen omtrent de internationale kennisgeving van het verzoek aan gedaagde.
2.2
Bij brief van 2 februari 2018 is door de griffier informatie verkregen van de Directie Wetgeving en Juridische Zaken (DWJZ). Daaruit blijkt niet dat is voldaan aan de betekeningsvoorwaarden van het Haags Betekeningsverdrag 1965.
2.3
Eiseres beroept zich er in haar akte op dat is voldaan aan het bepaalde in artikel 5 lid 8 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Daarmee is echter niet aan de voorwaarden van het verdrag voldaan. Dat verdrag is van toepassing op partijen die woonplaats hebben in verdragsstaten zoals in het onderhavige geval. De omstandigheid dat de advocaat van eiseres gedaagde per e-mail heeft uitgenodigd om kennis te nemen van gerechtsstukken en haar een kopie van de civiele rol van 15 november 2017 heeft toegezonden maakt dat niet anders. Daarmee kan, anders dan eiseres betoogt, niet worden geconcludeerd dat gedaagde bewust niet verschijnt.
2.4
Voor zover zich erop wil beroepen dat de toegang tot de rechter is geblokkeerd omdat zij anders in Frankrijk een dure procedure moet beginnen is dat niet voldoende toegelicht. Eiseres heeft niet uitgelegd hoe veel een procedure in Frankrijk haar dan zou kosten laat staan waarom dat zo duur is dat de toegang tot de rechter daarmee illusoir is.
2.5
Het voorgaande laat overigens onverlet dat door de rechter in spoedeisende gevallen voorlopige of conservatoire maatregelen genomen kunnen worden (artikel 15 laatste volzin van het verdrag).
2.6
Het gerecht zal de zaak naar de rol verwijzen voor uitlating zijdens eiseres zodat zij kan aangeven of zij gedaagde hernieuwd wil doen oproepen met inachtneming van de voorschriften van het verdrag of eindvonnis wenst. Dat vonnis zal dan luiden dat verstekverlening jegens gedaagde wordt geweigerd.

3.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
verwijst de zaak naar de rolzitting van 6 juni 2018 voor uitlating als bedoeld in rechtsoverweging 2.6;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.