ECLI:NL:OGEAA:2018:248

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
2 mei 2018
Publicatiedatum
8 mei 2018
Zaaknummer
B.B. 2676 van 2017 / AUA201703339
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • M.E.B. de Haseth
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over terugbetalingsverplichtingen en betalingsregeling tussen Aruba Bank N.V. en gedaagde

In deze civiele procedure, aangespannen door Aruba Bank N.V. tegen een gedaagde die in persoon procedeert, vordert de bank betaling van Afl. 4.823,43, vermeerderd met rente en kosten. De vordering is gebaseerd op een verbruikleenovereenkomst waarbij de gedaagde in gebreke is gebleven met zijn terugbetalingsverplichtingen. De gedaagde heeft aangevoerd dat hij op 28 december 2017 een betaling heeft gedaan en dat hij na een periode van werkloosheid weer in staat is om de schuld af te lossen.

Tijdens de beoordeling van de zaak heeft de rechter vastgesteld dat de gedaagde de oorspronkelijk gevorderde hoofdsom heeft verminderd met het bedrag dat hij heeft betaald, en dat dit bedrag niet is betwist. De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van Aruba Bank N.V. toewijsbaar is, evenals de gevorderde rente en de buitengerechtelijke incassokosten.

Partijen hebben ter zitting een betalingsregeling overeengekomen, waarbij de gedaagde het verschuldigde bedrag in termijnen kan voldoen. De rechter heeft de gedaagde ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 2 mei 2018 door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba.

Uitspraak

Vonnis van 2 mei 2018
Behorend bij B.B. 2676 van 2017 / AUA201703339
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
de naamloze vennootschap
ARUBA BANK N.V.,
te Aruba,
hierna te noemen: Arubabank,
gemachtigde: de advocaat mr. M.E.D. Brown,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna te noemen: [Gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- het verweerschrift;
- de rolbeschikking van 21 februari 2018;
- de akte zijdens Arubabank van 16 maart 2018;
- de aantekeningen van de griffier ter gelegenheid van de comparitie van partijen op 21 maart 2018.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VORDERING EN HET VERWEER

3.1
Arubabank vordert – uitvoerbaar bij voorraad – [gedaagde] te bevelen tot betaling van Afl. 4.823,43, vermeerderd met rente en kosten.
3.2
Aan deze vordering legt Arubabank ten grondslag dat zij aan [gedaagde] gelden in verbruikleen heeft verstrekt, dat [gedaagde] te kort geschoten is in de nakoming van zijn terugbetalingsverplichtingen en dat zij in verband daarmee incassokosten heeft gemaakt.
3.3
[Gedaagde] heeft aangevoerd dat hij op 28 december 2017 een betaling heeft gedaan. Verder heeft hij te kennen gegeven dat hij, nadat hij een periode werkloos is geweest, weer een baan heeft en dat hij beschikbaar is om de schuld af te lossen.

3.DE BEOORDELING

3.1
Nadat [gedaagde] bij verweer heeft aangevoerd dat hij een bedrag van Afl. 831,- heeft betaald, heeft Arubabank de oorspronkelijk gevorderde hoofdsom met dat bedrag verminderd tot een bedrag van Afl. 4.823,43. Dat bedrag is door [gedaagde] niet betwist. [Gedaagde] heeft evenmin betwist dat hij in verzuim is. Gelet hierop, zal het gerecht de vordering in zoverre toewijzen.
3.2
Ook de gevorderde rente komt voor toewijzing in aanmerking.
3.3
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen overeenkomstig het in het procesreglement ter zake bepaalde (1,5 punt van het liquidatietarief), nu niet is aangetoond dat meer dan de aldus toe te wijzen kosten zijn gemaakt.
3.3
Ter zitting zijn partijen een betalingsregeling overeengekomen. Deze zal op na te melden wijze in het vonnis worden opgenomen.
3.4
[Gedaagde] zal worden veroordeeld in de proceskosten.

4.DE UITSPRAAK

het Gerecht:
veroordeelt [gedaagde] om aan Arubabank te betalen een bedrag van Afl. 4.823,43, althans dat bedrag verminderd met de eventuele nadien afgeloste bedragen, te vermeerderen met de overeengekomen rente van 1,5% per maand van 7 september 2017 tot 28 december 2017 over de oorspronkelijke hoofdsom van Afl. 5.654,43, vermeerderd met de overeengekomen rente van 1,5% per maand over Afl. 4.823,43 van 28 december 2017 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Arubabank van een bedrag van Afl. 375,- wegens buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Arubabank worden begroot op Afl. 100,- aan griffierecht en Afl. 500,- (2 punten in tarief 2) aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
staat [gedaagde] toe het totaal aan Arubabank verschuldigde te voldoen in maandelijkse termijnen van Afl. 300,- per maand gedurende zes maanden met ingang van 1 juni 2018 en van Afl. 400,- per maand met ingang van 1 december 2018, onder de bepaling dat deze regeling vervalt en het restant direct volledig opeisbaar is, indien [gedaagde] met betaling van één of meer termijnen in gebreke blijft;
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. de Haseth, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 2 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.