ECLI:NL:OGEAA:2018:250
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over betaling voorschot en concurrentiebeding tussen zangeres en haar agent
In deze zaak, die op 2 mei 2018 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, vorderde eiseres, een professionele zangeres, een voorschot op haar fee en een verbod op het concurrentiebeding van haar agent, gedaagde. Eiseres stelde dat gedaagde, die haar agent was sinds haar vijftiende en met wie zij ook een affectieve relatie had, sinds november 2017 geen betalingen meer had gedaan voor haar optredens. Eiseres vorderde een voorschot van Afl. 20.000,00 en de verstrekking van documenten die nodig waren om haar totale vordering te berekenen. Gedaagde voerde verweer en stelde dat eiseres geen geldige verblijfsvergunning had, waardoor zij niet mocht optreden en hij daarom niet hoefde te betalen.
De rechter oordeelde dat gedaagde in 2017 onvoldoende fee had uitbetaald en dat het verweer van gedaagde niet opging, aangezien er geen bewijs was dat de overeenkomst was opgezegd. De rechter wees het verzoek van eiseres om een voorschot toe en veroordeelde gedaagde tot betaling van Afl. 20.000,00. De vordering om gedaagde te verbieden een beroep te doen op het concurrentiebeding werd afgewezen, omdat er geen bewijs was dat een dergelijk beding was overeengekomen. Ook de vordering om documenten te verstrekken werd afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang. Gedaagde werd veroordeeld in de kosten van de procedure.
Dit vonnis benadrukt de noodzaak van duidelijke afspraken tussen partijen en de gevolgen van het niet nakomen van deze afspraken, vooral in een professionele relatie waarin ook persoonlijke elementen een rol spelen.