ECLI:NL:OGEAA:2018:260
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Noordhuizen
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen afwijzing tweede studieduurverlengingsverzoek en ontvankelijkheid van het bezwaar
In deze zaak heeft appellante, wonend in Aruba, bezwaar gemaakt tegen de afwijzing van haar tweede studieduurverlengingsverzoek door het College van Curatoren van de Universiteit van Aruba. De afwijzing vond plaats op 26 september 2016, waarna appellante op 8 november 2016 bezwaar indiende. Het bezwaar werd door verweerder op 29 juni 2017 ongegrond verklaard, waarna appellante beroep instelde bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba. De zaak werd behandeld op 26 maart 2018, waarbij zowel appellante als verweerder vertegenwoordigd waren.
De rechter overwoog dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, ingaande op de dag na de datum van de beschikking. Aangezien de beschikking op 26 september 2016 was gedagtekend, eindigde de termijn op 7 november 2016. Het ingediende bezwaarschrift op 8 november 2016 was derhalve te laat. Appellante voerde aan dat haar gemachtigde op dat moment in het buitenland was en dat zij zich geen advocaat kon veroorloven, maar de rechter oordeelde dat deze omstandigheden niet als verschoonbaar konden worden aangemerkt.
De rechter verklaarde het beroep van appellante gegrond, vernietigde de beschikking op bezwaar van 29 juni 2017 en verklaarde het bezwaar tegen de beschikking van 26 september 2016 niet-ontvankelijk. Tevens werd bepaald dat het door appellante gestorte griffierecht van Afl. 25,- aan haar zou worden terugbetaald. Deze uitspraak werd gedaan door mr. W.J. Noordhuizen en is openbaar uitgesproken op 7 mei 2018. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het Hof, dat binnen zes weken na de dag van de beslissing moet worden ingesteld.