ECLI:NL:OGEAA:2018:263

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
A.R. no. 1470 van 2016 / AUA201600813, A.R. no. 2489 van 2016 / AUA201600745
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civielrechtelijke procedure over wanprestatie door notaris met betrekking tot zorgvuldigheidseisen en schadevergoeding

In deze civielrechtelijke procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, zijn twee zaken aan de orde: A.R. no. 1470 van 2016 en A.R. no. 2489 van 2016. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. D.C.A. Crouch, heeft het Notariskantoor [GEDAAGDE] N.V. aangeklaagd wegens wanprestatie. De eiseres stelt dat het Notariskantoor, als notaris, een hoge mate van zorgvuldigheid had moeten betrachten bij de levering van een perceel grond. De eiseres betoogt dat het Notariskantoor heeft nagelaten haar te informeren over een hypotheeklast op het perceel, wat heeft geleid tot schade voor de eiseres.

Het Gerecht heeft in eerdere tussenvonnissen al enkele overwegingen geformuleerd, maar in dit vonnis wordt verder ingegaan op de aansprakelijkheid van het Notariskantoor. Het Gerecht oordeelt dat het Notariskantoor tekort is geschoten in zijn zorgplicht door de eiseres niet te informeren over de hypotheeklast. Dit nalaten wordt gekwalificeerd als een toerekenbare tekortkoming, waardoor het Notariskantoor gehouden is de schade die de eiseres heeft geleden te vergoeden.

De eiseres heeft voldoende aangetoond dat zij de levering van het perceel niet zou hebben doorgezet als zij op de hoogte was geweest van de hypotheeklast. Het Gerecht wijst de vorderingen van de eiseres toe en veroordeelt het Notariskantoor tot schadevergoeding, inclusief de proceskosten. Het vonnis is uitgesproken op 8 mei 2018 door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 8 mei 2018
behorend bij A.R. no. 1470 van 2016 / AUA201600813,
en bij A.R. no. 2489 van 2016 / AUA201600745.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak onder nummer A.R. no. 1470 van 2016 van:
[naam eiseres],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch,
tegen:
de naamloze vennootschap
NOTARISKANTOOR [GEDAAGDE] N.V.,
gevestigd in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: het Notariskantoor,
gemachtigden: de advocaten mrs. A.I.N. Fräser en E.A.T. Kuster,
en in de zaak onder nummer A.R. no. 2489 van 2016 van:
[EISERES],
wonende in Aruba,
eiseres,
hierna ook te noemen: [eiseres],
gemachtigde: de advocaat mr. D.C.A. Crouch,
tegen:
[naam gedaagde],
wonende in Aruba,
gedaagde,
hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigden: de advocaten mrs. A.I.N. Fräser en E.A.T. Kuster.
1. HET PROCESVERLOOP
in de zaak onder nummer A.R. no. 2489 van 2016 en in de zaak onder nummer A.R. no. 1470 van 2016
1.1 Het procesverloop tot 28 februari 2018 blijkt uit het tussenvonnis van dit Gerecht van die datum. Het verdere procesverloop in de zaak onder nummer A.R. no. 2489 van 2016 blijkt uit:
-de op 28 maart 2018 door [gedaagde] genomen akte uitlatingen producties.
1.2 Vonnis is bepaald op heden.

2.DE VERDERE BEOORDELING

in de zaak onder nummer A.R. no. 2489 van 2016 en in de zaak onder nummer A.R. no. 1470 van 2016

2.1
Het Gerecht volhardt in zijn in de tussenvonnissen neergelegde overwegingen en beslissingen, behoudens het volgende. In het tussenvonnis van 6 september 2017 moet onder 3.4 in plaats van “
Het Notariskantoor” verbeterd worden gelezen: “[gedaagde]”. Die kennelijke verschrijving leent zich voor dit eenvoudig herstel, zonder partijen daarop te horen.
in de zaak onder nummer A.R. no. 2489 van 2016
2.2
Onder verwijzing naar rechtsoverweging 4.11.2 van het tussenvonnis van 6 september 2017 wordt onder handhaving van de in dat vonnis onder 4.11.1 omschreven veronderstelling het volgende verder overwogen, hetgeen met zich brengt dat het door [gedaagde] beoogde getuigenverhoor van de heren [naam A] en [naam B] en de door haar beoogde descente achterwege kunnen blijven.
2.3 [
gedaagde] had in het kader of ter invulling van de door haar als notaris jegens [eiseres] te betrachten hoge mate van zorgvuldigheid bij bedoelde voor juist veronderstelde stand van zaken naar het oordeel van het Gerecht aan [eiseres] behoren te melden dat het door haar uit te voeren of uitgevoerde onderzoek met betrekking tot de vraag of het perceel ten tijde van de levering daarvan aan [eiseres] al dan niet was belast met een recht van hypotheek alleen door een zeker risico in zich dragende indirecte inzage (via het kadastrale register) in het te dezen relevante B-register is en kon worden uitgevoerd, omdat het feitelijk onmogelijk en ondoenlijk is om zonder “
deel en nummer van inschrijving” buiten die kadastrale registratie (door directe inzage in dat B-register dus) te ontdekken of een perceel belast is met een hypothecaire inschrijving. Het nalaten door [gedaagde] van het doen van die mededeling heeft reeds te gelden als een toerekenbare tekortkoming, die in beginsel met zich brengt dat [gedaagde] als notaris - nu bedoeld risico zich heeft voorgedaan - gehouden is om mogelijke door [eiseres] als gevolg daarvan geleden schade te vergoeden.
2.4 [
gedaagde] betwist echter het causale verband tussen haar wanprestatie en de beweerdelijke door [eiseres] geleden schade, daartoe stellende dat ook zonder die wanprestatie [eiseres] de akte tot levering van het perceel door [[gedaagde] had laten passeren. Dat verweer mist naar het oordeel van het Gerecht in het licht van het te dezen door [eiseres] gestelde voldoende onderbouwing, en wordt daarom verworpen. Dit klemt temeer omdat het van algemene bekendheid is dat een koper van een perceel als het onderhavige doorgaans een dergelijk onroerend goed geleverd wenst te krijgen vrij van hypotheken en beslagen (hetgeen ook blijkt uit het onder 2.3 van het tussenvonnis van 6 september 2017 geciteerde deel van het bij het verzoekschrift als productie 1 overgelegde notariële akte van levering van het perceel aan [eiseres]), en dat een koper er door middel van door de notaris te verrichten onderzoek verzekerd wil zijn dat dit het geval is. In dat verband had op de weg gelegen van [gedaagde] om bijvoorbeeld te stellen en zo nodig te bewijzen dat [eiseres] reeds voor de levering van het perceel op de hoogte was van het gegeven dat het was bezwaard met bedoeld hypotheekrecht, althans dat [eiseres] heeft verklaard dat het haar niet uitmaakte als na de levering zou blijken dat het perceel was bezwaard met een recht van hypotheek.
2.5
Vorenstaande brengt mee dat vast komt te staan dat [eiseres] de levering van het perceel niet door had laten gaan indien [gedaagde] had gemeld hetgeen zij naar het oordeel van het Gerecht had behoren te melden aan [eiseres]. Daarmee is het causale verband tussen de wanprestatie van [gedaagde] als notaris en de door [eiseres] geleden schade gegeven. Dát [eiseres] schade heeft geleden als gevolg van die wanprestatie staat buiten kijf.
2.6
Vorenstaande brengt mee dat de vorderingen van [eiseres] zullen worden toegewezen als na te melden.
2.7 [
gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op (450,-- + 199,90 =) Afl. 649,90 aan verschotten en Afl. 3.750,-- aan salaris voor de gemachtigde (3 punten van tarief 5 van het liquidatietarief, ad Afl. 1.250,-- per punt). De proceskostenveroordeling ziet tevens op mogelijke nakosten. Hoofdelijke veroordeling in de kosten zoals gevorderd door [eiseres] is niet mogelijk, nu alleen [gedaagde] de gedaagde partij is in deze procedure. In zoverre wordt de hier besproken vordering afgewezen.

3.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
in de zaak onder nummer A.R. no. 1470 van 2016
-wijst af het door [eiseres] verzochte;
-veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van het Notariskantoor, tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 2.500,-- aan salaris voor de gemachtigde;
in de zaak onder nummer A.R. no. 2489 van 2016
-verklaart voor recht dat [gedaagde] wanprestatie heeft gepleegd jegens [eiseres] zoals hiervoor omschreven onder 2.3;
-veroordeelt [gedaagde] om aan [eiseres] te betalen haar schade als gevolg van voormelde wanprestatie, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf 7 februari 2011;
-veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure gevallen aan de zijde van [eiseres], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 649,90 aan verschotten en Afl. 3.750,-- aan salaris voor de gemachtigde, te vermeerderen met eventuele door [eiseres] deugdelijk te specificeren nakosten;
-verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
-wijst af het meer of anders verzochte.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. van de Leur, rechter, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.