ECLI:NL:OGEAA:2018:265

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
9 mei 2018
Publicatiedatum
23 mei 2018
Zaaknummer
A.R. 2017 van 2016/AUA201600782
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake verdeling nalatenschap tussen broers en zus

In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, vorderen de broers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.A. Ruiz, dat hun zus, vertegenwoordigd door mr. David G. Kock, wordt gelast tot het afleggen van rekening en verantwoording over het beheer van de nalatenschap van hun ouders. De broers en zus zijn kinderen van wijlen [vader] en [moeder], en zijn erfgenamen van hun nalatenschap. Na het overlijden van hun zus op 4 april 2017, zijn de broers en zus de enige erfgenamen van hun ouders, ieder voor 1/6 deel. De broers vorderen onder andere de verdeling van een erfpachtperceel met daarop een woning en appartement, dat door de overleden zus werd bewoond en waarvan de huurpenningen door haar werden ontvangen. De rechter heeft vastgesteld dat de broers recht hebben op een verdeling van de nalatenschap en dat de zus rekening en verantwoording moet afleggen over de ontvangen huurpenningen. De zaak is aangehouden voor een comparitie van partijen, waarbij de partijen in de gelegenheid worden gesteld om een minnelijke regeling te treffen. De rechter heeft ook aangegeven dat de partijen vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en bevoegd is om een overeenkomst te sluiten. De uitspraak is gedaan op 9 mei 2018 door mr. Y.M. Vanwersch.

Uitspraak

Vonnis van 9 mei 2018
Behorend bij A.R. 2017 van 2016/AUA201600782.
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser 1],
[Eiser 2],
[Eiser 3],
[Eiser 4],
allen wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: de broers,
gemachtigde: de advocaat mr. A.A. Ruiz,
tegen:
[Gedaagde],
wonende te Aruba,
hierna ook te noemen: de zus,
gemachtigde: de advocaat mr. David G. Kock.
en voorheen ook tegen
[overleden zus],overleden op 4 april 2017,
hierna te noemen [overleden zus].

1.DE VERDERE ROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 15 november 2017;
- de akte uitlating aan de zijde van de broers.
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE FEITEN

2.1
De broers en zus zijn allen kinderen, geboren uit het huwelijk van wijlen [vader], overleden op 1 juni 2001 en wijlen [moeder], overleden op 4 juli 2012.
2.2.
De broers en zussen waren tot het overlijden van [overleden zus], de enige erfgenamen en ieder voor 1/6 gerechtigd tot de nalatenschap van de ouders. Door het overlijden van [overleden zus] en het ontbreken van wettelijke erfgenamen, valt haar erfdeel in de nalatenschap van de ouders toe aan de broers en zus.
2.3
Ten name van wijlen vader staat onder meer een erfpachtsperceel met daarop een woning met appartement te [adres]. Na het overlijden van erflaatster woonde [overleden zus] in de woning en wordt het appartement verhuurd voor Afl. 900,00 per maand.

3.DE VORDERING

3.1
De broers vorderen bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad;
1) de zus te gelasten tot het afleggen van rekening en verantwoording over het door hen gevoerde beheer over de vermogensbestanddelen van wijlen hun ouders;
2) de verdeling vast te stellen van het erfpachtperceel [adres] te Aruba;
3)een onzijdig persoon te benoemen die een persoon kan vervangen, die weigert zijn/haar medewerking te geven aan de verdeling;
4) te bepalen dat de kosten van de onzijdige persoon voor rekening komen van de niet verschenen persoon;
5) een en ander kosten rechtens.

4.HET VERWEER

Het namens de zussen gevoerde verweer komt zo nodig bij de beoordeling aan de orde.

5.DE BEOORDELING

5.1
Voorop wordt gesteld dat van deelgenoten niet gevergd hoeft te worden in onverdeeldheid te blijven en om deze reden is iedere deelgenoot bevoegd de verdeling te vorderen. De rechter stelt vervolgens de verdeling vast, rekening houdend naar billijkheid met zowel de belangen van partijen als het algemene belang.
5.2
Bij de verdeling van een nalatenschap dient op de eerste plaats de omvang te worden vastgesteld op of rond het overlijden van erflaatster, derhalve op of rond 4 juli 2012. De waardering van de verschillende bestanddelen vindt plaats op het moment van de daadwerkelijke verdeling.
5.3
Volgens de broers bestaat de nalatenschap uit de navolgende bestanddelen:
- het erfpachtperceel met daarop een woning met appartement gelegen te [adres] te Aruba;
- de sedert het overlijden van erflaatster ontvangen huurpenningen uit het appartement.
5.4
Van de zijde van de zus bestaat geen bezwaar tegen de verkoop van de woning en de verdeling van de eventuele opbrengst. Het komt het gerecht geraden voor dat partijen in onderling overleg een makelaar aanzoeken die belast wordt met de verkoop.
Hiertoe zal een comparitie van partijen worden gelast.
5.5
Wat betreft de, sedert het overlijden van moeder, ontvangen huurpenningen is het gerecht van oordeel dat de zus rekening en verantwoording verschuldigd is aan de broers. Immers, vast staat dat de zussen na het overlijden van moeder de huurpenningen hebben ontvangen. Nu zij stellen dat zij deze huurpenningen hebben verdeeld en de broers dit betwisten, zal de langstlevende zus deze stelling dienen te onderbouwen met verifieerbare gegevens, zoals bankafschriften. Afschriften hiervan dienen uiterlijk één week voorafgaande aan de hierna te bepalen comparitie van partijen in het geding te worden gebracht, onderlijktijdige toezending aan de gemachtigde van de broers.
5.6
Voorts staat vast dat wijlen [overleden zus] ook na het overlijden van moeder in de ouderlijke woning is blijven wonen, zonder dat zij hiervoor een gebruikersvergoeding heeft betaald.
De broers dienden zich bij gelegenheid van de hierna te melden comparitie van partijen nader uit te laten over deze vordering, nu [overleden zus] is overleden. Voor zo ver zij van mening zijn dat deze vordering voldaan kan worden uit het aandeel van de nalatenschap van moeder dat [overleden zus] zou zijn toegekomen, dient deze vordering te worden geconcretiseerd.
5.7
Wat betreft de vordering van de broers om rekening en verantwoording af te leggen over de besteding van vrijgekomen gelden uit door erflaters aangeschafte termijndeposito’s heeft het volgende te gelden. Uit de overgelegde afschriften (productie 5 bij het verzoekschrift) van de betreffende documenten volgt dat de vijf termijndeposito’s van in totaal 530.000 Arubaanse Florin zijn vrijgevallen in 1995, 1999, 1999, 2000 en 2003 en derhalve geruime tijd voorafgaande aan het overlijden van moeder. Aangenomen wordt dan ook dat het totaal vrijgekomen bedrag ten goede is gekomen aan de gemeenschap van wijlen de ouders. Het ligt op de weg van de broers om te stellen en zo nodig te bewijzen dat van dit vrijgevallen vermogen na het overlijden van moeder op 4 juli 2012 nog geld over was, dat tot de nalatenschap behoort. Ter gelegenheid van de hierna te bepalen comparitie van partijen, kunnen de broers zich over deze vordering nader uitlaten.
5.8
Het gerecht wijst partijen erop dat het uit een niet verschijnen van een partij ter comparitie de gevolgtrekkingen - ook in het nadeel van die partij - kan maken die het geraden zal achten.
5.9
De partij die is verhinderd om op de hierna te bepalen datum en tijdstip te verschijnen, binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis per brief aan ondergetekende rechter onder opgave van redenen een verzoek om uitstel in te dienen. Bij het verzoek om uitstel dienen tevens de verhinderdata te worden opgegeven van alle partijen en hun gemachtigden gedurende de drie maanden na onderstaande dagbepaling. Indien niet binnen veertien dagen na het wijzen van dit vonnis om uitstel is verzocht, zal nog slechts uitstel worden verleend in geval van overmacht. In dat geval moet de partij die wegens overmacht is verhinderd te verschijnen, onmiddellijk na het intreden van die overmacht per brief aan ondergetekende rechter een verzoek om uitstel doen.
5.1
iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

6.DE UITSPRAAK

De rechter:
6.1
gelast een verschijning van partijen voor het geven van inlichtingen en/of ter beproeving van een minnelijke regeling op de terechtzitting van mr. Y.M. Vanwersch, rechter in dit gerecht, op
6 juni 2018 om 10.00 uurin een nader aan te duiden zaal van het gerechtsgebouw aan de J.G. Emanstraat 51, Oranjestad, Aruba;
6.2
bepaalt dat de partijen dan vertegenwoordigd moeten zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en ofwel rechtens ofwel op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen en eventueel een vaststellingsovereenkomst te sluiten;
6.3
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.M. Vanwersch, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 9 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.