In deze zaak vorderden [Eiser 1] en [Eiser 2] een verklaring voor recht dat het Land Aruba onrechtmatig had gehandeld door geen positieve verklaring van fiscaal gedrag te verstrekken, wat hen zou hebben belet om hun bouwactiviteiten voort te zetten. De eisers stelden dat deze situatie hen schade had berokkend, die het Land aansprakelijk zou maken. De procedure omvatte verschillende processtukken, waaronder verzoekschriften en pleitnota's, en vond zijn oorsprong in een belastinggeschil dat zich uitstrekte over meerdere jaren. De rechtbank oordeelde dat, hoewel er sprake was van onrechtmatig handelen door het Land, er geen causaal verband bestond tussen de schade van de eisers en de onrechtmatige daad. De eisers hadden niet aangetoond dat zij aan de voorwaarden voldeden voor het verkrijgen van de fiscale verklaring, en de rechtbank concludeerde dat het niet verstrekken van deze verklaring niet onrechtmatig was. De vordering werd afgewezen en de eisers werden in de proceskosten veroordeeld, die op nihil werden gesteld.