ECLI:NL:OGEAA:2018:285

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 mei 2018
Publicatiedatum
29 mei 2018
Zaaknummer
EJ nr. AUA201800228
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • A.H.M. van de Leur
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontheffing van het gezag over een minderjarige en benoeming van een voogd

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 15 mei 2018 uitspraak gedaan in een verzoek tot ontheffing van het gezag van de vader over zijn minderjarige kind. De Voogdijraad heeft het verzoek ingediend, waarbij Fundacion Guia Mi als voorgestelde voogd is aangedragen. De vader, die het gezag over de minderjarige heeft, heeft verweer gevoerd tegen de ontheffing en heeft zelf een zelfstandig verzoek ingediend om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te beëindigen of te verlengen. De minderjarige is geboren in 2007 en is op 31 oktober 2013 door de vader erkend. Eerdere beschikkingen hebben de vader belast met het gezag en de minderjarige onder toezicht gesteld.

De vader heeft verzuimd om belangrijke zaken voor de minderjarige te regelen, zoals een geldige verblijfsvergunning en paspoort, en heeft geen aangifte gedaan van seksueel misbruik van de minderjarige door de grootvader. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de vader ongeschikt is om zijn zorgplicht te vervullen, wat in het belang van de minderjarige is. De vader heeft niet in het belang van de minderjarige gehandeld en heeft geen stabiele situatie kunnen creëren. Het Gerecht heeft daarom besloten om de vader van het gezag te ontheffen en Fundacion Guia Mi als voogd aan te stellen. Het verzoek van de vader om een psychologisch onderzoek is afgewezen, omdat het belang van de minderjarige voorop staat en zij nu de nodige begeleiding moet ontvangen.

De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de vorderingen van de vader in het zelfstandig tegenverzoek zijn afgewezen.

Uitspraak

Beschikking van 15 mei 2018
Behorend bij EJ nr. AUA201800228
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
BESCHIKKING
op het verzoek van:
DE VOOGDIJRAAD,
kantoorhoudend in Aruba,
VERZOEKER,
vertegenwoordigd.
tegen
[naam vader],
wonende in Aruba,
VERWEERDER, hierna: de vader,
gemachtigde: de advocaat mr. D.L. Emerencia,
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[naam moeder], de moeder,
[naam minderjarige],de minderjarige,
Fundacion Guia Mi,de voorgestelde voogd.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift, ingediend op 23 januari 2018,
  • het verweerschrift tevens houdend een zelfstandig verzoek, ingediend op 27 maart 2018,
  • de griffiersaantekeningen van de mondelinge behandeling van 27 maart 2018, waaruit blijkt dat zijn verschenen de Voogdijraad bij [naam vertegenwoordiger], Fundacion Guia Mi bij [naam gezinsvoogdes], de vader bijgestaan door zijn gemachtigde voornoemd en de moeder in persoon.
1.2
De uitspraak is bepaald op heden.

2.DE FEITEN

2.1
De minderjarige voornoemd is op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats] uit de moeder geboren. Hij is op 31 oktober 2013 door de vader erkend.
2.2
Bij beschikking van dit gerecht van 28 mei 2013 (EJ 984/2012) is bepaald dat de vader vanaf het moment van erkenning, belast zal zijn met de uitoefening van het gezag over de minderjarige, en is een omgangsregeling tussen de moeder en de minderjarige bepaald.
2.3
Bij beschikking van dit gerecht van 17 januari 2017 (EJ2800/2016) is de minderjarige voor de duur van één jaar onder toezicht gesteld, met benoeming van mevrouw [naam gezinsvoogdes] tot gezinsvoogdes.

3.HET VERZOEK

3.1
Het verzoek strekt ertoe om de vader van het gezag over de minderjarige te ontheffen, met benoeming van Fundacion Guia Mi tot voogd.
3.2
De vader voert verweer en concludeert tot afwijzing van het verzoek. Verder verzoekt de vader om de ondertoezichtstelling van de minderjarige te beëindigen, dan wel deze met zes maanden te verlengen, zo nodig met benoeming van een andere gezinsvoogd, om een psychologisch onderzoek bij de vader en de minderjarige te gelasten en om de Voogdijraad en Fundacion Guia Mi te bevelen reeds bestaande psychologische rapporten over te leggen.

4.DE BEOORDELING

4.1
Ingevolge artikel 1:266 van het Burgerlijk Wetboek van Aruba (hierna: BWA) kan de rechter - op verzoek van de Voogdijraad - een ouder van het gezag over een of meer van zijn kinderen ontheffen, op grond dat hij ongeschikt of onmachtig is zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, mits het belang van het kind zich daar niet tegen verzet.
Ingevolge artikel 1:268, lid 1 BWA wordt ontheffing niet uitgesproken indien de ouder zich daartegen verzet. Deze regel leidt slechts uitzondering indien er sprake is van een van de situaties als bedoeld in lid 2, onder a tot en met d, van dit artikel.
4.2
De vader is het niet eens met de verzochte ontheffing. De vader is het met name oneens met de stellingen van de Voogdijraad en in het bijzonder is hij het niet eens met de conclusie van Fundacion Guia Mi.
4.3
In het rapport van 12 januari 2018 van Fundacion Guia Mi staat het volgende.
De minderjarige is door de grootvader vaderszijde seksueel misbruikt. Ondanks enkele verzoeken daartoe, is gebleken dat de vader geen aangifte tegen de grootvader heeft gedaan. De vader gaf aan geen stappen te kunnen ondernemen, aangezien de situatie voor hem heel moeilijk was. De Voogdijraad heeft toen zelf de aangifte moeten doen. Tijdens de ondertoezichtstelling van de minderjarige was de emotionele en financiële situatie van de vader instabiel. Het is de vader niet gelukt om een stabiele situatie voor de minderjarige te creëren. Vader geeft makkelijk aan dat iedereen geduld moet hebben. Verder staat in het rapport dat de vader een afwachtende houding heeft. Hierdoor blijven belangrijke zaken van de minderjarige ongeregeld. Zo is de verblijfsvergunning en het paspoort van de minderjarige verlopen, terwijl vader hier niets van afwist. De vader kreeg de ruimte om deze (voor de minderjarige belangrijke) documenten alsnog in orde te maken, maar heeft desondanks nagelaten deze documenten te regelen. Fundacion Guia Mi concludeert dat de vader geen oog heeft voor de emotionele situatie van de minderjarige, waardoor haar ontwikkeling bedreigd wordt. De minderjarige woont inmiddels al negen maanden in het kindertehuis Imeldahof. Niet te verwachten is dat er binnen afzienbare tijd een verandering zal komen in de situatie van de vader.
4.4
Het Gerecht acht de vader, op grond van het voorgaande en het verhandelde ter zitting ongeschikt om zijn plicht tot verzorging en opvoeding van de minderjarige te vervullen. Duidelijk is geworden dat de vader niet handelt in het belang van de minderjarige. Zo is ter zitting gebleken dat de minderjarige al enige tijd niet in het bezit is van een geldige AZV pas en een verblijfsvergunning. De vader, die belast is met het eenhoofdig gezag over de minderjarige, heeft nagelaten deze voor de minderjarige belangrijke zaken te regelen. Ook wanneer hij de kans daartoe heeft gekregen, heeft hij nagelaten deze documenten in orde te maken, terwijl de minderjarige dringend psychologische begeleiding nodig heeft, hetgeen door voormelde nalatigheden onmogelijk is gemaakt. Dat de vader niet in staat is het belang van de minderjarige voorop te stellen blijkt voorts uit de omstandigheid dat de minderjarige al enige tijd niet over een geldige paspoort beschikt. Het is in het belang van de minderjarige dat zij in het bezit is van een geldig reisdocument, aangezien zij in geval van medische spoedgevallen naar het buitenland moet kunnen reizen.
Verder is gebleken dat de vader moeite had om over het misbruik van de minderjarige te praten. Vader vond het moeilijk om te kiezen tussen zijn dochter en zijn vader en wist niet hoe hij de minderjarige emotioneel moest opvangen, hetgeen bij de minderjarige het gevoel teweeg bracht dat zij niet gesteund werd door vader.
Het Gerecht is gelet op het voorgaande van oordeel dat na een ondertoezichtstelling van ten minste zes maanden, gegronde vrees bestaat dat deze maatregel door de ongeschiktheid van de vader om zijn plicht tot verzorging en opvoeding te vervullen, onvoldoende is om de bedreiging van de zedelijke of geestelijke belangen of de gezondheid van de minderjarige af te wenden.
4.5
Nu gelet op het voorgaande aan de voorwaarden tot ontheffing genoemd in artikel 1:266 jo 1:268 lid 2 aanhef en sub a BWA is voldaan, zal het gerecht de verzochte ontheffing in het belang van de minderjarige uitspreken.
4.6
In het gezag over de minderjarige dient dan te worden voorzien. De Fundacion Guia Mi is bereid de voogdij over de minderjarige te aanvaarden. Nu overigens niet is gebleken van bezwaren hiertegen, zal het gerecht het verzoek van de Voogdijraad om de Fundacion Guia Mi te belasten met de voogdij, toewijzen.
4.7
Nu het verzoek tot ontheffing van de vader van het gezag over de minderjarige zal worden toegewezen, dient het zelfstandig verzoek van de vader met betrekking tot de ondertoezichtstelling van de minderjarige te worden afgewezen. Voor wat betreft het verzoek van de vader om een psychologisch onderzoek bij hem als bij de minderjarige te gelasten overweegt het Gerecht als volgt. Het Gerecht ziet geen reden om aan het gedane onderzoek van de Voogdijraad en dat van Fundacion Guia Mi te twijfelen. Daarnaast verzet het belang van het kind zich tegen het instellen van een tijdrovend en voor haar belastend onderzoek. Het Gerecht acht het van groot belang dat de minderjarige nu rust wordt gegund en dat zij eindelijk de nodige psychologische begeleiding ontvangt. Verder ziet het Gerecht geen aanleiding om de Voogdijraad en Fundacion Guia Mi te bevelen de bestaande psychologische rapporten over te leggen.
4.8
Het voorgaande leidt tot de volgende beslissing.

5.DE BESLISSING

Het gerecht:
in conventie
ontheft de vader [naam de vader] van het gezag over [naam minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2007 in [geboorteplaats],
draagt aan de Fundacion Guia Mi de voogdij op over de minderjarige voornoemd,
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
in reconventie
wijst af de in het zelfstandig tegenverzoekschrift neergelegde vorderingen van de vader.
Deze beschikking is gegeven op 15 mei 2018 door rechter mr. A.H.M. van de Leur in tegenwoordigheid van de griffier.