ECLI:NL:OGEAA:2018:293

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
16 mei 2018
Publicatiedatum
30 mei 2018
Zaaknummer
A.R. 570 van 2015 / AUA201500313
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.J. Noordhuizen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rekening en verantwoording afleggen door voormalig voogd over het vermogen van meerderjarigen

In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, hebben [Eiser 1] en [Eiseres 2] een vordering ingesteld tegen [Gedaagde], hun voormalig voogd, om hem te gelasten rekening en verantwoording af te leggen over het beheer van hun vermogen. De procedure is gestart met verzoekschriften in twee verschillende zaken, AUA201500313 en AUA201700396, die later zijn gevoegd. De eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza, stellen dat [Gedaagde] als voogd verplicht is om verantwoording af te leggen over het gevoerde beheer.

De feiten van de zaak zijn als volgt: [Eiser 1] is op 26 maart 2010 meerderjarig geworden en [Eiseres 2] op 17 oktober 2015. [Gedaagde] heeft de voogdij over hen uitgeoefend en is nu aangesproken op zijn verplichtingen. Tijdens de procedure heeft [Gedaagde] niet betwist dat hij tot rekening en verantwoording gehouden is, wat de rechter heeft meegenomen in zijn beoordeling.

De rechter heeft geoordeeld dat de vordering van [Eiser 1] en [Eiseres 2] toewijsbaar is. [Gedaagde] is veroordeeld om binnen drie maanden na de uitspraak rekening en verantwoording af te leggen. Daarnaast is hij veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn begroot op een totaalbedrag voor beide eisers. Dit vonnis is uitgesproken op 16 mei 2018 door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

Vonnis van 16 mei 2018
Behorend bij A.R. 570 van 2015 / AUA201500313
en A.R. 268 van 2017 / AUA201700396
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiser 1],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eiser 1],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza,
en
[Eiseres 2]
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Eiseres 2],
gemachtigde: de advocaat mr. E.M.J. Cafarzuza
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
hierna ook te noemen: [Gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift in de zaak met nummer AUA201500313;
- het verzoekschrift in de zaak met nummer AUA201700396;
- het vonnis tot voeging van beide procedures van 21 juni 2017;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de aan [Eiser 1] c.s. verleende akte niet dienen zijdens [Gedaagde].
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
[Gedaagde] is voogd geweest van [Eiser 1] c.s.
2.2 [
[Eiser 1] is op 26 maart 2010 meerderjarig geworden.
2.3 [
[Eiseres 2] is op 17 oktober 2015 meerderjarig geworden.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
[Eiser 1] c.s. vorderen ieder voor zich om [Gedaagde] te gelasten rekening en verantwoording af te leggen over het beheer van het vermogen van hen, met veroordeling van [Gedaagde] tot vergoeding van de proceskosten.
3.2 [
[Eiser 1] c.s. gronden de vordering erop dat [Gedaagde] als voormalig voogd gehouden is tot rekening en verantwoording.

4.DE BEOORDELING

4.1 [
[Gedaagde] betwist niet tot rekening en verantwoording gehouden te zijn.
4.2
De vordering komt daarom voor toewijzing in aanmerking.
4.3
Nu [Gedaagde] niet vrijwillig heeft erkend tot rekening en verantwoording gehouden te zijn maar daarvoor nodig was dat [Eiser 1] c.s. dit geding aanhangig maakten zal zij tot vergoeding van de – in verband met de geringe omvang van de procedure gematigde – proceskosten van [Eiser 1] c.s. worden veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

De rechter in dit gerecht:
gelast [Gedaagde] aan [Eiser 1] c.s., ieder voor zich, binnen drie maanden na de datum van dit vonnis rekening en verantwoording af te leggen over het door [Gedaagde] als voogd gevoerde beheer over het vermogen van [Eiser 1] c.s.;
veroordeelt [Gedaagde] in de kosten van de procedure, in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [Eiser 1] worden begroot op Afl. 450, aan griffierecht, Afl.204,93 aan explootkosten en Afl. 750, aan salaris van de gemachtigde en aan de kant van [Eiseres 2] op Afl. 450, aan griffierecht, Afl.196,65 aan explootkosten en Afl. 750, aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J. Noordhuizen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 16 mei 2018 in aanwezigheid van de griffier.