Uitspraak
ISLAND FINANCE ARUBA N.V.,
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
In deze zaak, die diende voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft Island Finance Aruba N.V. (hierna: IFA) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De vordering betreft een bedrag van Afl. 11.310,76, vermeerderd met rente en kosten, dat IFA stelt te vorderen op basis van een verbruikleenovereenkomst. De gedaagde heeft erkend dat hij in gebreke is gebleven met de terugbetaling van de geleende gelden, maar heeft aangevoerd dat hij door werkloosheid in financiële problemen is geraakt. Hij heeft aangegeven dat hij bereid is om een betalingsregeling te treffen, afhankelijk van zijn werkstatus.
De procedure omvatte een tussenvonnis van 14 maart 2018 en een comparitie van partijen op 4 april 2018. Tijdens de zitting is er een betalingsregeling overeengekomen, waarbij de gedaagde het verschuldigde bedrag in maandelijkse termijnen van Afl. 200,- kan voldoen totdat hij een vaste baan heeft. Het Gerecht heeft de vordering van IFA toegewezen, inclusief de gevorderde rente en buitengerechtelijke incassokosten. De gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op Afl. 198,27 aan kosten aan de zijde van IFA, Afl. 750,- aan griffierecht en Afl. 2.000,- aan salaris van de gemachtigde.
Het vonnis is uitgesproken op 16 mei 2018 door rechter W.J. Noordhuizen, en de veroordelingen zijn uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De gedaagde is gewaarschuwd dat de betalingsregeling vervalt indien hij in gebreke blijft met de betaling van één of meer termijnen.